ECLI:NL:RBDHA:2023:16854
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht en vreemdelingenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2023, in de zaak NL23.32778, wordt het voortduren van de aan eiser opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. De maatregel is opgelegd op 6 maart 2023 en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 12 oktober 2023 verzocht om te beoordelen of de bewaring kan voortduren, aangezien er meer dan 75 dagen zijn verstreken sinds het beroep van eiser. Eiser heeft gereageerd op de voortgangsrapportage van de staatssecretaris. De rechtbank heeft eerder al over de maatregel van bewaring geoordeeld in verschillende uitspraken, waarbij de staatssecretaris de maatregel op 29 augustus 2023 met maximaal twaalf maanden heeft verlengd. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 18 oktober 2023 gesloten en de zaak niet op zitting behandeld.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ongegrond is. De rechtbank beoordeelt of het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is, onder andere aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser stelt dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend heeft gehandeld en dat er geen zicht op uitzetting bestaat. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende tijd heeft om onderzoek te doen naar de nationaliteit van eiser en dat er nog steeds zicht op uitzetting naar Marokko is. De rechtbank ziet geen aanleiding om te concluderen dat de maatregel van bewaring onrechtmatig is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt dat het voortduren van de inbewaringstelling rechtmatig is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.