Uitspraak
Gezag, omgang en kinderalimentatie
Beschikking op het op 13 april 2021 ingekomen verzoek van:
[naam01]
[naam02] ,
Procedure
[geboorteplaats01] , met ingang van de datum van deze beschikking bij de vader zal zijn:
Verzoek en verweer
- te bepalen dat de moeder met de minderjarige [voornaam minderjarige01] binnen twee weken na datum beschikking dient terug te keren naar Nederland, bij gebreke waarvan wordt bepaald dat [voornaam minderjarige01] zijn hoofdverblijf bij de vader zal hebben, dat de vader (met wijziging van het eenhoofdig gezag bij de moeder) het eenhoofdig gezag over [voornaam minderjarige01] zal uitoefenen en dat de kinderalimentatie (door de vader te voldoen) op nihil wordt gesteld;
- te bepalen dat het hoofdverblijf van [voornaam minderjarige01] bij de vader zal zijn;
- te bepalen dat, met wijziging van het eenhoofdig gezag bij de moeder, de vader het eenhoofdig gezag over [voornaam minderjarige01] zal uitoefenen, althans dat wordt bepaald dat de ouders het gezamenlijk gezag uitoefenen over [voornaam minderjarige01] ;
- te bepalen dat, voor het geval de moeder met [voornaam minderjarige01] in Vietnam zal verblijven, de vader [voornaam minderjarige01] bij zich kan hebben drie keer per jaar (beginnend op zaterdag en eindigend op een zaterdag): één week in de kerstperiode (de laatste volle week in december), één week in mei (de eerste volle week in mei) en twee weken in augustus (de eerste twee volle weken), met bepaling dat de overdracht zal plaatsvinden in Nederland ( [plaats02] );
- te bepalen dat, voor het geval de moeder met de minderjarige [voornaam minderjarige01] in Vietnam zal verblijven, de vader twee keer per week op woensdag en maandag te 12.00 CET (althans een tijdstip dat voor [voornaam minderjarige01] goed uitkomt) kan beeldbellen met [voornaam minderjarige01] , met bepaling dat de moeder het contact met de vader zal leggen;
- de moeder te veroordelen om haar medewerking te verlenen aan de vastgestelde of nog vast te stellen gewijzigde zorgregeling en beeldbel-regeling, met bepaling dat zolang de moeder in gebreke blijkt in de nakoming van de vastgestelde zorgregeling de kinderalimentatie op nihil wordt gesteld;
- te bepalen dat, voor het geval de moeder met [voornaam minderjarige01] in Vietnam zal verblijven, de kinderalimentatie per datum beschikking zal worden gewijzigd en zal worden gesteld op € 100,- per maand;
- althans een beslissing te nemen die de rechtbank in de gegeven situatie redelijk voorkomt;
- te bepalen dat het hoofdverblijf van [voornaam minderjarige01] bij de moeder zal zijn;
- met wijziging van de beschikking van de rechtbank van 28 februari 2022: dat de vader omgang en contact met [voornaam minderjarige01] kan hebben door partijen in onderling overleg te bepalen;
Beoordeling
Opmerking verdient dat ook bij eenhoofdig gezag een grondslag bestaat om de keuzevrijheid van de met het gezag belaste ouder ten aanzien van de woonplaats van het kind te beperken indien deze ouder niet voldoet aan de verplichting omgang tussen het kind en de andere ouder te bevorderen (art. 1:247 lid 3 BW). Op grond van art. 8 EVRM is de rechter in zodanig geval gehouden alle in het gegeven geval gepaste maatregelen te nemen om de met het gezag belaste ouder ertoe te bewegen alsnog medewerking te verlenen aan omgang tussen het kind en de andere ouder. Een verbod aan de met het gezag belaste ouder om te verhuizen, dan wel een bevel aan deze om terug te verhuizen, kan een passende maatregel zijn. Daarbij valt in aanmerking te nemen dat zodanige maatregel minder ingrijpend is dan de toekenning van het eenhoofdig gezag aan de andere ouder, waarin de wet uitdrukkelijk voorziet (art. 1:251a lid 1 BW en art. 1:253c leden 1 en 3 BW).”
Beslissing
- bij de vader zal zijn: één week in de kerstperiode, één week in het voorjaar, indien in Vietnam mogelijk, de eerste volle week van mei, en twee weken in de zomerperiode, waarbij het contact in het voorjaar in Vietnam, in de zomerperiode in Nederland en in de kerstperiode afwisselend in Nederland (in de even jaren) en in Vietnam (in de oneven jaren) zal plaatsvinden, de ouders kunnen daarbij bij ouderschapsbemiddeling nadere invulling geven aan de precieze data en invulling van deze contactmomenten en de verdeling van de kosten van de omgang;
- twee keer per week met de vader kan beeldbellen, op een tijdstip dat voor [voornaam minderjarige01] goed uitkomt, in onderling overleg tussen de ouders nader te bepalen, en met bepaling dat de moeder het contact met de vader zal leggen;