ECLI:NL:RBDHA:2023:16443
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Nederlands paspoort en toetsing van het verlies van Nederlanderschap
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 september 2023, in de zaak tussen eiser, een Turkse nationaliteit houder, en de minister van Buitenlandse Zaken, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een Nederlands paspoort behandeld. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag van eiser niet in behandeling is genomen omdat hij volgens de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) zijn Nederlanderschap op 1 augustus 2021 zou hebben verloren. Eiser heeft op 22 november 2022 beroep aangetekend tegen het besluit van de minister, die op 24 maart 2022 het verlies van het Nederlanderschap heeft vastgesteld.
Eiser stelt dat het besluit onevenredige gevolgen heeft voor zijn recht op familie- en gezinsleven, aangezien zijn familie in Nederland woont. Hij betoogt dat de coronapandemie hem heeft belemmerd om tijdig een nieuwe aanvraag in te dienen en dat de wijziging van de wet op 1 februari 2022 niet in zijn beoordeling is meegenomen. De rechtbank stelt vast dat eiser geen bewijs heeft geleverd dat zijn tijdelijke verblijven in Nederland de tienjaarstermijn uit de RWN heeft gestuit. De rechtbank concludeert dat de minister de evenredigheidstoets correct heeft uitgevoerd en dat de gevolgen van het verlies van het Nederlanderschap niet onevenredig zijn.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Raad van State.