In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de afwijzing van een verzoek tot bekorting van een loonsanctie. Eiseres had een loonsanctie opgelegd gekregen omdat het Uwv van mening was dat zij onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht voor haar werkneemster, die sinds 2019 ziek was. Eiseres had een deskundigenoordeel aangevraagd, waaruit bleek dat er op dat moment geen reële arbeidsmogelijkheden waren voor de werkneemster. De rechtbank oordeelde dat eiseres mocht uitgaan van de juistheid van dit deskundigenoordeel en dat de inspanningsverplichting niet zo ver strekte dat zij ook bij de bedrijfsarts moest informeren naar medische adviezen die zij niet had kunnen inzien. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herroepte het primaire besluit van het Uwv, waardoor de loonsanctie ten onrechte was verlengd. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor proceskosten en griffierecht.