ECLI:NL:RBDHA:2023:16102
Rechtbank Den Haag
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen ongegrondverklaring herzieningsverzoek inzake afgifte Nederlands paspoort
Op 26 april 2022 heeft de rechtbank uitspraak gedaan over de aanvragen van opposanten om afgifte van een Nederlands paspoort. Deze aanvragen werden geweigerd omdat de vader van de kinderen het Nederlanderschap had verloren, waardoor de kinderen de Nederlandse nationaliteit niet konden verkrijgen. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep ingesteld, waardoor deze uitspraak kracht van gewijsde heeft gekregen. Op 31 december 2022 hebben de opposanten verzocht om herziening van deze uitspraak, maar dit verzoek werd op 25 mei 2023 zonder zitting afgewezen als kennelijk ongegrond.
Tegen deze afwijzing hebben de opposanten verzet ingesteld en verzocht om gehoord te worden. De zitting vond plaats op 25 oktober 2023 via beeldverbinding, waarbij de opposanten en hun gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft in deze verzetzaken beoordeeld of de eerdere uitspraak terecht was en of er nieuwe feiten of omstandigheden waren die herziening rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat de opposanten geen nieuwe feiten of omstandigheden hadden aangevoerd die voldeden aan de strikte voorwaarden van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank benadrukte dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak, maar om een uitspraak te herstellen die berust op een onjuist feitelijk uitgangspunt. De rechtbank oordeelde dat de gronden die door de opposanten zijn aangevoerd, niet konden leiden tot een gegrond verzet. Daarom werd het verzet in beide zaken ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 25 oktober 2023.