ECLI:NL:RBDHA:2023:15586
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onjuiste belangenafweging door staatssecretaris in asielzaak met betrekking tot familie- en gezinsleven
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in een asielkwestie waarbij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) heeft afgewezen. Eiseres, afkomstig uit Eritrea en lijdend aan paranoïde schizofrenie, verzocht om verblijf bij haar meerderjarige dochter, die in Nederland een verblijfsvergunning asiel heeft. De staatssecretaris erkende dat er sprake was van familie- en gezinsleven, maar concludeerde dat de belangen van de Nederlandse staat zwaarder wogen dan die van eiseres en haar dochter. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris de belangenafweging onjuist had verricht. De staatssecretaris had onvoldoende rekening gehouden met de afhankelijkheid van eiseres van haar dochter en de objectieve belemmeringen voor de dochter om met haar moeder in Eritrea te wonen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, waarbij alle relevante feiten en omstandigheden in de belangenafweging moeten worden betrokken. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.