ECLI:NL:RBDHA:2023:14728

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
AWB - 22 _ 3997
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de ANW-uitkering en geschiktheid van functies voor analfabete eiseres

In deze zaak gaat het om de beëindiging van de ANW-uitkering van eiseres, die analfabeet is. Het Uwv heeft een medisch en arbeidskundig onderzoek uitgevoerd, waarbij de geschiktheid van verschillende functies is beoordeeld. Eiseres ontving een nabestaandenuitkering, maar deze werd beëindigd omdat haar jongste kind 18 jaar werd. Eiseres heeft zich arbeidsongeschikt gemeld, maar het Uwv concludeerde dat zij niet voldoende arbeidsongeschikt was om recht te hebben op de uitkering. De rechtbank oordeelt dat de geschiktheid van de functie schoonmaker hotel onvoldoende is gemotiveerd, omdat niet is aangetoond dat eiseres met behulp van een smartphone met vertaalapp de werkzaamheden kan verrichten. De rechtbank vernietigt het besluit van het Uwv en draagt hen op om binnen drie maanden een nieuw besluit te nemen. Eiseres krijgt ook haar proceskosten vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/3997

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 oktober 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

gemachtigde: mr. W.N. van der Voet,
en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, verweerder

gemachtigde: mr. K. Verbeek.

Procesverloop

In het besluit van 14 september 2021 (primair besluit) heeft verweerder aan eiseres medegedeeld dat haar nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) vanaf 1 juli 2021 is beëindigd.
In het besluit van 25 mei 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 september 2023. Eiseres is samen met haar dochter verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres is weduwe sinds 6 september 2004. Zij ontving een nabestaandenuitkering. Zij voldeed aan de voorwaarden voor de uitkering omdat zij nabestaande was en zij een kind had dat jonger dan 18 jaar was. Op 13 juni 2019 heeft verweerder eiseres erop gewezen dat haar nabestaandenuitkering met ingang van juli 2021 stopt, omdat haar kind op 4 juni 2021, 18 jaar wordt. Eiseres heeft zich op 15 maart 2021 arbeidsongeschikt gemeld.
2.1
Verweerder heeft het recht van eiseres op de nabestaandenuitkering op grond van arbeidsongeschiktheid, gelet op artikel 14 van de Anw, onderzocht en in het kader van dit onderzoek het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) verzocht te adviseren.
2.2
De verzekeringsarts heeft op 1 september 2021 een rapport uitgebracht waarin deze arts constateert dat eiseres beperkt is op het fysieke vlak. De beperkingen van eiseres zijn vastgelegd in een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML).
2.3
De arbeidsdeskundige heeft op 6 september 2021 een rapport uitgebracht. Aan de hand van de FML heeft hij een aantal functies voor eiseres geselecteerd. Hierbij gaat het om de functies textielproductenmaker (excl. vervaardigen textiel) (SBC-code 111160), medewerker reinigingsdienst (SBC-code 111090), medewerker intern transport (SBC-code 111250) en de reserve functies schoonmaker hotel (SBC-code 111332) en medewerker tuinbouw (planten, bloemen en vruchten) (SBC-code 111010). Eiseres kan met deze functies 100% verdienen van het maatmaninkomen. Het maatmaninkomen is het wettelijk minimumloon omdat eiseres nooit gewerkt heeft in een functie.
2.4
Met het primaire besluit heeft verweerder bepaald dat eiseres vanaf 1 juli 2021 geen recht meer heeft op een nabestaandenuitkering omdat haar jongste kind 18 jaar is geworden en eiseres niet 45% of meer arbeidsongeschikt is op deze datum.
3.1
Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) op 15 maart 2022 een rapport uitgebracht. De verzekeringsarts b&b heeft de FML enigszins aangepast. In de FML is eiseres naast de beperkingen op lichamelijk gebied, ook beperkt geacht voor item 2.3.1 (spreken). Hierbij staat als toelichting vermeld dat eiseres beperkt Nederlands spreekt en verstaat en dat eenvoudige opdrachten in het Nederlands kunnen worden begrepen. Ook is eiseres beperkt voor de items 2.4.1 (schrijven) en 2.5.1 (lezen), waarbij als toelichting vermeld staat dat eiseres analfabeet is. De verzekeringsarts b&b heeft hierover in het rapport vermeld dat het gegeven dat eiseres beperkt is door analfabetisme, niet op een medische stoornis berust.
3.2
De arbeidsdeskundige b&b heeft op 25 maart 2022 een rapport uitgebracht. Aan de hand van de aangepaste FML heeft hij een herbeoordeling verricht. Diverse functies zijn komen te vervallen omdat deze ongeschikt voor eiseres zijn. De reden hiervan is dat in die functies de eisen die worden gesteld aan de beheersing van de mondelinge en schriftelijke Nederlands taal voor eiseres te hoog zijn. Hierbij gaat het om de functies medewerker industriële reiniging (vallend onder de functie medewerker reinigingsdienst), medewerker operations (vallend onder de functie medewerker tuinbouw) en logistiek medewerker (vallend onder de functie medewerker intern transport). De arbeidsdeskundige b&b heeft opnieuw het Claimbeoordelings- en borgingssysteem (CBBS) geraadpleegd en drie andere functies voor eiseres geselecteerd. Hierbij gaat het om de functies textielproductenmaker (SBC-code 111160), schoonmaker hotel (SBC-code 111332) en medewerker tuinbouw (SBC-code 111010). Aan de hand van deze functies is het arbeidsongeschiktheidspercentage 3,15%. In het bestreden besluit heeft verweerder vervolgens het primaire besluit gehandhaafd.
4.1
Eiseres is het niet eens met dit besluit. Alle functies zijn ongeschikt voor haar, omdat haar kennis van de Nederlandse taal in woord en geschrift onvoldoende is.
4.2
Ten aanzien van de mondelinge beheersing van de Nederlandse taal (en het eenvoudig computergebruik) volhardt de arbeidsdeskundige b&b ten onrechte in zijn standpunt dat eiseres deze vaardigheden binnen zes maanden kan verwerven, aldus eiseres. Eiseres verwijst in dit verband naar de brief van de gemeente Delft van 29 februari 2016, waarin wordt geconcludeerd dat eiseres over onvoldoende leervermogen beschikt om aan haar inburgeringsplicht te kunnen voldoen. Ten onrechte is niet gemotiveerd hoe het ontbreken van leervermogen bij de beoordeling is betrokken.
4.3
Ten aanzien van de leesvaardigheid geldt volgens eiseres dat de functie medewerker tuinbouw ongeschikt voor haar is gelet op de eisen die voor deze functie aan de Nederlandse taalvaardigheid worden gesteld. Dit geldt eveneens voor de functie textielproductenmaker. Weliswaar verwijst de arbeidsdeskundige b&b in het rapport van 8 november 2022 met betrekking tot deze functie naar informatie van de arbeidskundig analist waaruit zou blijken dat het gaat om instructies door werktekeningen/pictogrammen, maar die informatie ontbreekt in het dossier. Ook de functie van schoonmaker hotel is ongeschikt. Eiseres zou volgens de arbeidsdeskundige b&b voor het uitvoeren van deze functie, waarin lezen vereist is, een voorziening kunnen gebruiken in de vorm van een smartphone met een vertaalapp. Eiseres betwist dat hiervoor een wettelijke grondslag bestaat. Onduidelijk is ook of een smartphone wordt verstrekt door de werkgever en of eiseres hiermee om kan gaan.
5. De beoordeling door de rechtbank.
Juridisch kader
Uit artikel 14 van de Anw volgt dat eiseres alleen recht heeft op een nabestaandenuitkering op grond van die wet indien zij arbeidsongeschikt is.
Artikel 11, eerste lid, van de Anw bepaalt dat arbeidsongeschikt is degene die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebreken niet in staat is om met arbeid 55% te verdienen van hetgeen gezonde personen met soortgelijke opleiding en ervaring, ter plaatse waar hij arbeid verricht of het laatst heeft verricht, of in de omgeving daarvan, met arbeid gewoonlijk verdienen. Op grond van het tweede lid wordt onder de eerstgenoemde arbeid verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe die persoon met zijn krachten en bekwaamheden in staat is.
Ingevolge artikel 9, aanhef en onder a, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheids-wetten (Schattingsbesluit) geldt dat in aanmerking wordt genomen die algemeen geaccepteerde arbeid, waaronder mede wordt begrepen arbeid waarvoor bekwaamheden nodig zijn die algemeen gebruikelijk zijn en binnen zes maanden kunnen worden verworven, tenzij betrokkene niet over dergelijke bekwaamheden beschikt en als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek dergelijke bekwaamheden niet kan verwerven. Onder deze bekwaamheden worden ten minste verstaan mondelinge beheersing van de Nederlandse taal en eenvoudig computergebruik.
5.1
In geschil is de vraag of verweerder terecht de Anw-uitkering van eiseres heeft afgewezen omdat zij per 1 juli 2021 minder dan 45% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegenin heeft gebracht. De rechtbank beperkt zich daarom tot overwegingen die zien op de arbeidskundige beoordeling. Het gaat in het bijzonder om de consequenties van de beperkte taalvaardigheid van eiseres.
Mondelinge taalvaardigheid en eenvoudig computergebruik
6. De rechtbank overweegt dat voor eiseres functies zijn geselecteerd op opleidingsniveau 1 waarvoor op basis van artikel 9, aanhef en onder a, van het Schattingsbesluit ervan mag worden uitgegaan dat eiseres de benodigde mondelinge beheersing van de Nederlandse taal en eenvoudig computergebruik als bekwaamheden heeft, dan wel deze bekwaamheden binnen zes maanden kan verwerven.
De arbeidsdeskundige b&b heeft in het nadere rapport van 8 november 2022 naar het oordeel van de rechtbank terecht opgemerkt dat uit het door de verzekeringsarts b&b uitgevoerde onderzoek niet naar voren komt dat eiseres als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek niet in staat zou zijn dergelijke bekwaamheden te verwerven. De verzekeringsarts b&b heeft beperkingen die zien op de beperkte taalvaardigheid in de FML vastgelegd, maar duidelijk blijkt uit het rapport van de verzekeringsarts b&b van 15 maart 2022 dat hieraan geen medische aandoening ten grondslag ligt. Eiseres heeft ook niet met medische stukken onderbouwd dat zij door een medische aandoening niet in staat is om zich (verder) te bekwamen in de mondelinge Nederlandse taal. [1] De brief van de gemeente Delft van 29 februari 2016 waarnaar eiseres verwijst, kan hiertoe niet dienen omdat de informatie die hierin staat vermeld niet van de behandelend sector is. Ook heeft die informatie geen betrekking op de datum in geding (1 juli 2021). Daarbij komt dat uit het rapport van de verzekeringsarts b&b blijkt dat eiseres de Nederlandse taal verstaat en zij ook in korte Nederlandse zinnen antwoord kan geven. Dit is ook ter zitting naar voren gekomen. De rechtbank is daarom van oordeel dat de gebrekkige beheersing van de mondelinge Nederlandse taal de geschiktheid van eiseres voor de geduide functies niet in de weg staat.
Schriftelijke taalvaardigheid
7.1
De rechtbank stelt voorop dat het bepaalde in artikel 9, aanhef en onder a, van het Schattingsbesluit niet van toepassing is op de schriftelijke taalvaardigheid.
7.2
Onbetwist is dat eiseres analfabeet is. In een dergelijk geval dient verweerder afdoende te motiveren dat eiseres kan voldoen aan de gestelde eisen qua leesvaardigheid in de functies. Dit volgt uit overeenkomstige toepassing van vaste rechtspraak. [2]
7.3
De rechtbank ziet geen aanleiding om de functie tuinbouwmedewerker ongeschikt te achten vanwege het feit dat enige leesvaardigheid vereist is om de functie te kunnen vervullen. De rechtbank is van oordeel dat de arbeidsdeskundige b&b in het rapport van 25 maart 2022 voldoende heeft gemotiveerd dat eiseres kan voldoen aan de eisen die qua leesvaardigheid worden gesteld aan deze functie. De arbeidsdeskundige b&b heeft uiteengezet dat met name codes van stuifmeelbuisjes worden gelezen. Deze codes dienen vergeleken te worden met de codes die bij de planten vermeld staan. Het gaat dus niet zozeer om het daadwerkelijk lezen van de Nederlandse taal. De rechtbank verwijst in dit verband naar vaste rechtspraak. [3]
7.4
De rechtbank ziet evenmin aanleiding om de functie textielproductenmaker ongeschikt te achten. In deze functie worden naast mondelinge werkinstructies ook schriftelijke werkinstructies gegeven in de vorm van een werkbon. De arbeidsdeskundige b&b heeft in het nadere rapport van 8 november 2022 mede aan de hand van nadere informatie van de arbeidskundig analist toegelicht dat in de functie productiemedewerker industrie (stikster) een werkmap ter beschikking staat waarin voorbeelden van diverse modellen staan beschreven. In de werkmap zitten werktekeningen/pictogrammen met daarop de stikplekken, waarbij ook tekst staat vermeld. De rechtbank leidt hieruit af dat voor het verrichten van de naaiwerkzaamheden die 80% van de tijd worden uitgevoerd, de werktekeningen/pictogrammen als voorbeeld kunnen worden gebruikt.
Het standpunt van de arbeidsdeskundige b&b dat de eisen die aan het lezen worden gesteld zeer beperkt zijn, kan de rechtbank daarom volgen. Hierbij betrekt de rechtbank het feit dat de werknemer ook vragen kan stellen aan de leidinggevende indien iets niet duidelijk is. Ook gaat het om relatief eenvoudige werkzaamheden met een routinematig repeterend karakter. De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat eiseres in de functie productiemedewerker industrie kan voldoen aan de eisen die qua leesvaardigheid worden gesteld.
7.5
In de functie schoonmaker hotel moet de betreffende medewerker op basisniveau Nederlands of Engels spreken en verstaan. Dit staat in de Arbeidsmogelijkhedenlijst vermeld. Er worden naast mondelinge instructies tevens schriftelijke opdrachten in de vorm van werkbrieven en werklijsten gegeven. Op een checklist dienen verschillende punten afgetekend te worden. Verder blijkt uit het rapport van de arbeidsdeskundige b&b van 8 november 2022 dat de arbeidsdeskundige b&b met betrekking tot de functie schoonmaker hotel (room attendant) navraag heeft gedaan bij de arbeidskundig analist. Hierbij is naar voren gekomen dat door het gebruik van verschillende aftekenlijsten en schriftelijke instructies (wel erg eenvoudig), kunnen lezen in de functie een vereiste is. In het geval van eiseres zou hiervoor volgens de arbeidsdeskundige b&b een voorziening kunnen worden gebruikt. Hierbij gaat het om het gebruik van een smartphone met daarop een vertaalapp zoals Google Lens of Speaktor. Met deze apps wordt tekst door middel van het maken van een foto omgezet in gesproken woord in onder andere de Nederlandse taal. Het betreffen eenvoudige instructies, aldus de arbeidsdeskundige b&b. De arbeidsdeskundige b&b acht de bediening van een telefoon/app en het verstaan van instructies vaardigheden die binnen de mogelijkheden van eiseres liggen, mede gelet op het bepaalde in artikel 9, aanhef en onder a, van het Schattingsbesluit.
7.6
De rechtbank kan zich ermee verenigen dat de bediening van de telefoon/app en het verstaan van instructies op zichzelf genomen binnen de mogelijkheden van eiseres ligt, nu uit het dossier en ook ter zitting naar voren is gekomen dat eiseres in het dagelijkse leven regelmatig gebruik maakt van een smartphone.
7.7
De rechtbank acht echter in deze specifieke functie onvoldoende gemotiveerd dat de voorziening in de vorm van een smartphone met een vertaalapp, daadwerkelijk kan worden ingezet bij het verrichten van de bedoelde werkzaamheden. Zo is niet duidelijk of een werkgever met de bedoelde werkwijze akkoord gaat, een smartphone met vertaalapp door de werkgever ter beschikking wordt gesteld en of eiseres door het gebruik van een smartphone wel toekomt aan het werk wat voor haar wordt verwacht (het per dienst van 8 uur schoonmaken van circa 17 kamers). Ook overigens is ter zitting niet duidelijk gemaakt wat de wettelijke grondslag is van het gebruik van een dergelijke voorziening. De geschiktheid van de functie schoonmaker hotel is daarom onvoldoende komen vast te staan. Dit betekent dat voor de arbeidsongeschiktheidsschatting onvoldoende functies resteren.
8. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen, omdat nader arbeidskundig onderzoek door het Uwv moet worden verricht. De rechtbank draagt verweerder op binnen drie maanden na de datum van deze uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
9. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.674,-. (één punt voor het indienen van het beroepschrift en één punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).
10. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt zij dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht van € 50,- vergoedt.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen drie maanden na de dag van verzending van deze
uitspraak een nieuw besluit te nemen;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
€ 1.674,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.G. Meeder, rechter, in aanwezigheid van S.J.W. Stort, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de CRvB van 24 oktober 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:3420).
2.Zie de uitspraak van de CRvB van 5 december 2008 (ECLI:NL:CRVB:2008:BG6547).
3.Zie de uitspraak van de CRvB van 22 februari 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:621).