ECLI:NL:CRVB:2019:3420
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor geselecteerde functies in het kader van de Wet WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. Appellante, die zich sinds 2010 ziek heeft gemeld wegens psychische klachten, heeft een WIA-uitkering aangevraagd. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellante met ingang van 18 februari 2012 recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar deze is later omgezet naar een WGA-loonaanvullingsuitkering. Na een herbeoordeling in 2015 concludeerde het Uwv dat appellante zelfredzaam was en dat er geen onvermogen tot persoonlijk en sociaal functioneren meer was. Dit leidde tot een verlaging van haar arbeidsongeschiktheidspercentage, wat door haar ex-werkgever werd betwist.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat de medische beoordeling door de verzekeringsartsen zorgvuldig was. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het Uwv in strijd heeft gehandeld met het verbod van reformatio in peius en dat haar beperkingen zijn onderschat. De Raad heeft echter geoordeeld dat het Uwv voldoende rekening heeft gehouden met de psychische en lichamelijke klachten van appellante en dat de geselecteerde functies passend zijn. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor het inschakelen van een onafhankelijke deskundige, omdat de medische beoordeling door het Uwv niet in twijfel wordt getrokken. De Raad heeft ook vastgesteld dat appellante niet kan aantonen dat zij niet in staat is om de vereiste mondelinge beheersing van de Nederlandse taal te verwerven. De uitspraak bevestigt de beslissing van het Uwv om de WIA-uitkering van appellante te beëindigen, omdat haar arbeidsongeschiktheid minder dan 35% is vastgesteld.