Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [nummer] , eiser
[kind 2], V-nummer [nummer 2]
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser, een Venezolaanse ondernemer, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser heeft samen met zijn minderjarige kinderen asiel aangevraagd op 21 november 2021, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 24 januari 2023 afgewezen als ongegrond. Eiser stelt dat hij en zijn kinderen bij terugkeer naar Venezuela een reëel risico lopen op ernstige schade, onder andere door de colectivos, een gewapende groep die de oppositie in Venezuela onderdrukt. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er in Venezuela geen situatie is die valt onder artikel 15c van de Kwalificatierichtlijn, en dat de staatssecretaris de medische situatie van de dochter van eiser niet hoefde te betrekken bij de beoordeling van het asielrelaas. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris voldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie in Venezuela en dat de afwijzing van de aanvraag op zorgvuldige gronden is gebaseerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van individuele beoordeling van asielaanvragen en de rol van medische omstandigheden in asielprocedures.