Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam 1], eiser
[naam 3]en
[naam 4]
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
29 augustus 2022 in België. Naar aanleiding van deze informatie heeft Nederland op
10 maart 2023 aan België verzocht om eisers (en hun kinderen) terug te nemen op grond van artikel 18, eerste lid, aanhef en onder d, van Verordening (EU) nr. 604/2013 (Dublinverordening). België heeft dit terugnameverzoek op 22 maart 2023 aanvaard, op grond van 18, eerste lid, aanhef en onder c, van de Dublinverordening.
10 maart 2023 heeft verweerder de Belgische autoriteiten er uitdrukkelijk van op de hoogte gesteld dat eisers vóór hun verzoeken om internationale bescherming in België eerder in Duitsland ook verzoeken om internationale bescherming hebben ingediend. Zo heeft verweerder België er uitdrukkelijk op gewezen dat eiser op 29 maart 2022 asiel heeft aangevraagd in Duitsland en dat eiseres op 2 oktober 2019 en, naar haar eigen zeggen, op 30 maart 2022 asiel heeft aangevraagd in Duitsland. Op 22 maart 2023 hebben de autoriteiten van België uitdrukkelijk met de terugnameverzoeken ingestemd (onder wijziging van de claimgrondslag).
18 maanden zijn verstreken sinds haar eerste aanvraag in Duitsland, leveren geen concrete aanknopingspunten op als hiervoor bedoeld. Er zijn immers diverse redenen denkbaar op grond waarvan België, ondanks het voorgaande, de verantwoordelijke lidstaat kan zijn geworden (zoals het onverplicht aan zich trekken van de asielaanvragen of het ongebruikt laten verstrijken van de claim- of overdrachtstermijn ten opzichte van Duitsland).
Beslissing
mr.T.M.M. Plukaard, griffier.