Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer en voorzieningenrechter in de zaken tussen
[eiser/verzoeker], eiser/verzoeker, hierna: eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Verweerder heeft zich niet gehouden aan de termijnen zoals genoemd in de Dublinverordening, waardoor verweerder verantwoordelijk is geworden voor de behandeling van zijn asielaanvraag.
Verweerders loopbrief van 25 juni 2022 dient aangemerkt te worden als een proces-verbaal in de zin van artikel 20, tweede lid, van de Dublinverordening [2] . Dat betekent dat 25 juni 2022 als datum van indiening van eisers asielaanvraag moet worden aangemerkt. Eiser verwijst daarbij naar de uitspraak van de meervoudige kamer van deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam van 26 juli 2023 [3] . Pas op 5 april 2023 (bijna 9,5 maand na de asielaanvraag) heeft verweerder een Dublinclaim op Frankrijk gelegd, dat is te laat.
Het uitgangspunt van de Dublinverordening is dat zo snel mogelijk moet worden vastgesteld welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek. Dat is ook af te leiden uit de tekst onder de punten 4 en 5 van de considerans van de Dublinverordening [7] .