ECLI:NL:RBDHA:2023:13703
Rechtbank Den Haag
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek inzake asielaanvragen en verantwoordelijkheidskwesties tussen Nederland en Oostenrijk
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het herzieningsverzoek van twee verzoekers behandeld. De verzoekers hebben op 26 december 2022 asiel aangevraagd in Nederland, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvragen op 24 april 2023 niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de aanvragen. De rechtbank heeft eerder, op 27 juli 2023, de beroepen van verzoekers tegen deze besluiten ongegrond verklaard. Verzoekers hebben geen hoger beroep ingesteld tegen deze eerdere uitspraken.
De rechtbank heeft de verzoeken om herziening afgewezen, omdat de verzoekers niet hebben aangetoond dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden. De verzoekers stelden dat er een verschil in beschermingsbeleid bestaat tussen Oostenrijk en Nederland voor Ahmadi's uit Pakistan, en dat een uitspraak van het Oostenrijkse Bundesverwaltungsgericht van 2 februari 2023 hen niet bekend was. De rechtbank oordeelt echter dat alleen feitelijke aangelegenheden kunnen leiden tot herziening en dat de eerdere uitspraken van de rechtbank niet opnieuw aan de orde kunnen worden gesteld op basis van een andere rechtsopvatting.
De rechtbank concludeert dat de verzoekers onvoldoende hebben onderbouwd dat de uitspraak van het Oostenrijkse Bundesverwaltungsgericht tot andere uitspraken in hun zaken had kunnen leiden. Daarom blijft de eerdere uitspraak van 27 juli 2023 ongewijzigd in stand. De rechtbank wijst het verzoek om herziening af, wat betekent dat de eerdere beslissingen van de rechtbank blijven gelden. De uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, en is openbaar gemaakt op 12 september 2023.