In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 9 juni 2023 en is eerder getoetst in een uitspraak van 11 juli 2023. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 24 augustus 2023 gesloten en besloten dat de zaak niet op een zitting wordt behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat er bijzondere medische omstandigheden zijn die het inhumaan maken om hem nog langer in detentie te houden, maar de rechtbank oordeelt dat de medische voorzieningen in het detentiecentrum vergelijkbaar zijn met die in de vrije maatschappij en dat eiser zijn medische situatie niet voldoende heeft onderbouwd met stukken.
Daarnaast heeft eiser betoogd dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting naar Marokko. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld, gezien de verschillende stappen die zijn ondernomen sinds de eerdere uitspraak. Eiser heeft ook aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting, maar de rechtbank oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting bestaat. Eiser heeft bovendien niet voldoende meegewerkt aan zijn uitzetting, wat voor zijn rekening en risico komt.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en wijst ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in aanwezigheid van mr. S.M. Hampsink, griffier, en is openbaar uitgesproken op 11 juli 2023.