ECLI:NL:RBDHA:2023:13382
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de asielaanvraag van een minderjarige in het kader van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de bewijswaarde van documenten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiser, een Syrische minderjarige, in beroep ging tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag om een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen. Eiser stelt dat hij geboren is op [geboortedag 1] 2005 en dat hij recht heeft op asiel in Nederland, omdat hij minderjarig is. De staatssecretaris heeft echter vastgesteld dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielaanvraag, aangezien eiser daar geregistreerd staat als meerderjarig met een geboortedatum van [geboortedag 2] 2004.
De rechtbank heeft het beroep op 20 juni 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om de staatssecretaris in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de geboorteverklaring die eiser had overgelegd. Na hervatting van het onderzoek op 18 juli 2023, heeft de rechtbank de argumenten van eiser en de staatssecretaris gewogen.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat eiser meerderjarig is, op basis van de registratie door de Bulgaarse autoriteiten. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat deze registratie onjuist is. De door eiser overgelegde documenten, zoals een individueel uittreksel en een geboorteverklaring, zijn niet als formeel identificerende documenten erkend. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan beroepen en dat er geen aanleiding is voor nader onderzoek naar de leeftijd van eiser. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt geen proceskostenvergoeding.