ECLI:NL:RBDHA:2023:12728
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van de maatregel van bewaring van een vreemdeling in het kader van uitzetting naar Marokko
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring van eiser, die op 3 mei 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De rechtbank heeft eerder, op 25 mei 2023, de rechtmatigheid van deze maatregel getoetst en vastgesteld dat de bewaring tot dat moment rechtmatig was. De Staatssecretaris heeft de rechtbank op de hoogte gesteld van de voortduring van de maatregel en een voortgangsrapportage overgelegd, waarop eiser heeft gereageerd. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat er nog steeds zicht is op uitzetting van eiser naar Marokko. Dit oordeel is gebaseerd op eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft ook gekeken naar de voortvarendheid van de Staatssecretaris in de voorbereiding van de uitzetting. Er zijn regelmatig vertrekgesprekken gevoerd met eiser, en de rechtbank concludeert dat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank oordeelt dat de belangenafweging in het nadeel van eiser uitvalt, en dat er geen garantie is dat een lichter middel dan bewaring effectief zou zijn.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat de voortduring van de maatregel van bewaring rechtmatig is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en griffier N.J.R. Kalaykhan, en is openbaar gemaakt op 10 augustus 2023. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.