ECLI:NL:RBDHA:2023:12725
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. van der Vlis
- S.H.F. Pols
- R.J.A. Schaaf
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2023 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring die aan eiser, een Marokkaanse vreemdeling, is opgelegd. De maatregel van bewaring is op 12 maart 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank had eerder al de rechtmatigheid van deze maatregel getoetst en vastgesteld dat deze tot 24 mei 2023 rechtmatig was. De rechtbank ontving een kennisgeving van de voortduring van de maatregel en een voortgangsrapportage van verweerder, waarop eiser reageerde. Na het sluiten van het vooronderzoek op 8 augustus 2023, heeft de rechtbank besloten dat een zitting niet nodig was.
De rechtbank oordeelt dat er zicht is op uitzetting naar Marokko, en dat eiser niet voldoende heeft meegewerkt aan zijn gedwongen uitzetting. Eiser had documenten die relevant zijn voor zijn uitzetting niet ter beschikking gesteld aan verweerder, wat de rechtbank als onvoldoende meewerken beschouwt. De rechtbank heeft ook gekeken naar de voortvarendheid van verweerder in de uitzettingsprocedure en concludeert dat verweerder voldoende stappen heeft ondernomen. Er is een risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken, en de rechtbank oordeelt dat de belangenafweging in het nadeel van eiser uitvalt.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de voortduring van de maatregel van bewaring rechtmatig is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 augustus 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.