Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Eiser
Uwv
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de berekening van de WGA-loonaanvullingsuitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. W.G.H. van de Wetering, betwistte de dagloonberekening die door het Uwv was gemaakt, waarbij het Uwv was uitgegaan van loongegevens in de polisadministratie. Eiser stelde dat hij extra werkzaamheden had verricht en dat de gegevens in de polisadministratie onjuist waren, maar kon geen loonstroken overleggen ter onderbouwing van zijn stellingen. Het Uwv verklaarde het bezwaar van eiser ongegrond en handhaafde het primaire besluit, waarbij het Uwv stelde dat eiser niet had aangetoond dat de gegevens in de polisadministratie onjuist waren.
De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht was uitgegaan van de loongegevens in de polisadministratie, aangezien eiser niet in zijn bewijsopdracht was geslaagd. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser was om bewijs te leveren van zijn stellingen en dat het Uwv niet verplicht was om verder onderzoek te verrichten. De rechtbank verwierp de argumenten van eiser en concludeerde dat het beroep ongegrond was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.