Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit Afghanistan, eiser
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Eiser betoogt verder dat hij in arbeidsrechtelijke zin in dienst was bij het ministerie van Defensie. Eiser heeft jaren als bewaker gewerkt ten behoeve van het ministerie van Defensie, hij kreeg instructies van de Nederlanders en kreeg zijn loon rechtstreeks van het ministerie van Defensie uitbetaald. Er bestond dan ook een arbeidsovereenkomst tussen eiser en het ministerie. Hij was als poortwachter daarbij zichtbaar voor buitenstaanders en voor leden van de Taliban. Eiser wijst er verder op dat uit informatie van VWN blijkt dat het merendeel van het Afghaanse personeel volgens indirecte constructies voor Nederland heeft gewerkt. Bij VWN zijn 16 zaken bekend van bewakers die via een gelijke constructie als eiser in dienst waren bij het ministerie van Defensie en waarvan de overkomst naar Nederland is gefaciliteerd. Eiser beroept zich daarbij op het gelijkheidsbeginsel.
Overigens heeft verweerder op de zitting verklaard dat hij oog houdt voor zeer schrijnende gevallen [10] , maar dat daarvan in dit geval geen sprake is. Verweerder heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de risico’s die eiser loopt niet onderscheidend genoeg zijn ten aanzien van de risico’s die vele anderen in Afghanistan lopen.