ECLI:NL:RBDHA:2023:11920
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voortduring van de maatregel van bewaring van een Marokkaanse eiser in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de voortduring van een maatregel van bewaring tegen een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 5 juni 2023 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft het onderzoek op 3 augustus 2023 gesloten zonder zitting te houden.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig is bevonden tot het sluiten van het vorige onderzoek. De eiser stelt dat er geen zicht is op uitzetting en dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt. De rechtbank oordeelt echter dat er geen aanknopingspunten zijn om te twijfelen aan de voortvarendheid van verweerder en dat de belangen van verweerder bij voortduring van de maatregel zwaarder wegen dan die van de eiser.
De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat het beroep van de eiser ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter E.J. Govaers, in aanwezigheid van griffier S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.