In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 19 juli 2023, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig had beslist op zijn asielaanvraag. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris binnen twaalf weken na de eerdere uitspraak van 4 februari 2022 een nieuw besluit had moeten nemen, maar dit niet had gedaan. Eiser had de staatssecretaris op 10 mei 2023 in gebreke gesteld, waarna hij beroep instelde. De rechtbank bevestigde dat het beroep ontvankelijk en gegrond was, en legde de staatssecretaris een beslistermijn van vier weken op om alsnog een besluit te nemen. Tevens werd een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, met een maximum van € 7.500. Eiser kreeg ook een proceskostenvergoeding van € 837,00 toegewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen, vooral in asielzaken waar de procedure al lange tijd loopt.