ECLI:NL:RBDHA:2023:11104
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtszaak over voortduren van bewaring en voortvarend handelen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was op 22 februari 2023 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat er geen zitting nodig was en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat de huidige beoordeling zich richt op de rechtmatigheid van de maatregel sinds het sluiten van het onderzoek in het laatste beroep op 15 mei 2023. Eiser heeft aangevoerd dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt in de uitzettingsprocedure. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er voldoende voortgang is geboekt, onder andere door het indienen van een LP-aanvraag bij de Marokkaanse autoriteiten en meerdere gesprekken met eiser.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanknopingspunten zijn voor de conclusie dat de uitzetting van eiser niet binnen een redelijke termijn kan plaatsvinden. De rechtbank heeft ook ambtshalve de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring beoordeeld en geen onrechtmatigheid vastgesteld. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.