ECLI:NL:RBDHA:2023:10733
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige identiteit, nationaliteit en herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die stelt dat hij [Naam 2] heet en geboren is op [Geboortedatum], heeft een asielaanvraag ingediend in Nederland op 17 april 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser niet geloofwaardig werden geacht. Eiser had documenten overgelegd die zijn identiteit als Palestijns vluchteling in Syrië moesten onderbouwen, maar deze documenten zijn door de Koninklijke Marechaussee en Bureau Documenten als vals beoordeeld. Eiser had eerder met een origineel Jordaans paspoort een Nederlands visum aangevraagd, waarbij hij andere persoonsgegevens had opgegeven, wat de geloofwaardigheid van zijn huidige claim verder ondermijnt.
Tijdens de zitting op 6 juli 2023 heeft eiser betoogd dat zijn identiteit en herkomst wel degelijk geloofwaardig zijn en dat onvoldoende rekening is gehouden met zijn jeugdige leeftijd. De rechtbank oordeelt echter dat eiser de conclusies van het documentenonderzoek niet gemotiveerd heeft betwist en dat er geen aanleiding was voor de staatssecretaris om de door eiser gestelde jeugdige leeftijd te volgen. De rechtbank concludeert dat de asielmotieven van eiser slechts betekenis hebben tegen de achtergrond van zijn geloofwaardige identiteit, nationaliteit en herkomst. Aangezien deze niet zijn aangetoond, heeft de staatssecretaris terecht het asielrelaas van eiser niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding af.