In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 12 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 12 maart 2023 op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. B.A. Zevenbergen, heeft eerder beroep aangetekend tegen deze maatregel, waarbij de rechtbank op 24 maart 2023 en 4 mei 2023 uitspraken heeft gedaan. De rechtbank heeft het vooronderzoek gesloten op 6 juli 2023 en bepaald dat een zitting niet nodig was.
De rechtbank onderzoekt of het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is, aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser stelt dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting. De rechtbank concludeert echter dat de staatssecretaris wel degelijk voortvarend handelt, zoals blijkt uit de voortgangsrapportage waarin staat dat eiser op 7 juni 2023 is gepresenteerd aan de vertegenwoordiging van Sierra Leone. De rechtbank oordeelt dat er geen bewijs is dat het ontbreken van een betere scan van de ID-kaart van eiser de voortgang van de uitzetting heeft vertraagd.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en dat de maatregel van bewaring in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.