ECLI:NL:RBDHA:2023:10558
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiseres op 26 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 4 september 2022. De rechtbank heeft uitspraak gedaan zonder zitting op basis van artikel 8:54, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres had haar beroep ingesteld op basis van de veronderstelling dat de beslistermijn was overschreden. Echter, de staatssecretaris had de beslistermijn verlengd met negen maanden op basis van WBV 2022/22, waardoor de beslistermijn voor eiseres eindigt op 7 februari 2024.
Eiseres betwist de rechtsgeldigheid van deze verlenging en verwijst naar een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank Den Haag oordeelt echter dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig is. Hierdoor is de ingebrekestelling van eiseres te vroeg ingediend, wat leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.