ECLI:NL:RBDHA:2023:10114
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring volgberoep Tunesië; beoordeling voortduren van de maatregel van bewaring en zicht op uitzetting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Tunesische eiser, opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring is op 17 april 2023 opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld op 7 juli 2023, waarbij zowel eiser als verweerder zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, omdat er voldoende voortvarendheid is in de uitvoering van de uitzetting. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht op uitzetting bestaat, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende stappen heeft ondernomen, zoals het voeren van vertrekgesprekken en het rappelleren op de laissez passer-aanvraag. De rechtbank concludeert dat er zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestaat en dat eiser niet voldoende meewerkt aan zijn terugkeer, wat zijn situatie bemoeilijkt.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Boxum, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.