ECLI:NL:RBDHA:2023:10052
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring volgberoep Marokko; beoordeling voortduren van de maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Tunesische vreemdeling, eiser, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De maatregel van bewaring was op 17 mei 2023 opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 7 juli 2023 is eiser niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was, zoals eerder bevestigd in een uitspraak van 8 juni 2023. De rechtbank heeft de voortvarendheid van de verweerder in de uitzettingsprocedure onderzocht. Eiser voerde aan dat er tussen 19 mei en 15 juni 2023 geen uitzettingshandelingen waren verricht, maar de rechtbank oordeelde dat de verweerder voldoende voortvarend handelde. De rechtbank concludeerde dat er een reëel zicht op uitzetting bestaat, mede omdat de verweerder afhankelijk is van de Tunesische autoriteiten voor de afgifte van een laissez-passer.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet voldoende meewerkt aan zijn uitzetting, wat zijn situatie bemoeilijkt. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Boxum, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.