Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Female Genital Mutilationin Guinee uit mei 2020 (het ambtsbericht). [4]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op grond van artikel 8 van het EVRM. Eiser, een Guinese man, heeft in 2019 een aanvraag ingediend om bij zijn partner en kinderen in Nederland te kunnen verblijven. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat eiser niet over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf beschikte en niet in aanmerking kwam voor vrijstelling van dit vereiste. Eiser stelde dat er een objectieve belemmering bestond om het familieleven in Guinee uit te oefenen, vanwege het risico op vrouwenbesnijdenis voor zijn dochters. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd dat er geen objectieve belemmering was voor het gezinsleven in Guinee. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank het beroep gegrond verklaarde en de proceskosten vergoedde.