Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
mr. Duijsens voornoemd, bijgestaan door ir. D. Settels, octrooigemachtigde.
1.De procedure
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 7 mei 2021 waarin werd toegestaan om volgens het versneld regime in octrooizaken te procederen;
- de dagvaarding van 19 mei 2021;
- de akte houdende overlegging producties van Floration van 20 oktober 2021, met producties EP01 tot en met EP37;
- de reactie op de provisionele vordering tevens conclusie van antwoord van 29 december 2021, met producties GP0 tot en met GP38b;
- de akte houdende uitlating nietigheidsverweer (met producties) tevens akte houdende overlegging nadere producties van 23 februari 2022, met producties EP38 tot en met EP53;
- de email van 17 mei 2022 van Floration, waarin is gemeld dat partijen een afspraak hebben gemaakt over de proceskosten ten bedrage van € 75.000,-;
- de pleitnotities van Floration, ingekomen ter griffie op 1 juni 2022;
- de pleitnotities van RFH, ingekomen ter griffie op 1 juni 2022;
- de reactie op pleitnotities Floration van RFH, ingekomen ter griffie op 2 juni 2022.
2.De feiten
Floration en het octrooi
“Method for long-term storage or transport of roses or chrysanthemums, packaging assembly, container comprising packaging assemblies, and use of packaging assembly”. EP 036 is verleend voor onder meer Nederland en België op een aanvrage van 11 september 2007, welke verlening op 11 april 2012 is gepubliceerd. Tegen de verlening is door de Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijproducten (hierna: de VGB) oppositie ingesteld. Bij beslissing van de oppositiedivisie van het EOB [1] (hierna: de OD) van 6 juli 2015 is EP 036 in gewijzigde vorm in stand gehouden. De B2-versie van het octrooi is gepubliceerd op 17 februari 2016.
- toevoeren van een voedingsmiddel aan de rozen of chrysanten;
and
gas. Such regulating property is not something that is inherent to a foil, in particular a polyethylene foil, irrespective of whether or not the material of the foil has its origin in ethylene gas before it was polymerized to become the foil.
“Cold Storage and transportation conditions for cut flowers cuttings and potted plants”, Acta Horticulturae 298, 225-236 (hierna: Rudnicki, was D1 in oppositie). Daarin is – voor zover van belang – opgenomen (sic):
“Packaging and packaging method for ornamental cultivated plants”(D3). De beschrijving van die aanvrage op pagina 4 is nagenoeg gelijkluidend aan [0018], [0019], [0021] en [0022]:
Periode 2010-2018
Zomer 2020 en het beslag
(b) de wijze waarop de bloemen in de container vervoerd wordenheb ik beschreven dat de rozen zijn verpakt in kartonnen dozen;
(de voorzieningenrechter leest: kartonnen doos)bevat meerdere bosjes rozen. Een bosje rozen wordt bij elkaar gehouden met een elastiek. Enkel het bloemgedeelte van ieder bosje rozen is eerst ingewikkeld in een kartonnen omhulsel. Bij “doos 1” en “doos 3” zijn deze bosjes rozen, die ingewikkeld zijn in een kartonnenomhulsel
(de voorzieningenrechter leest: kartonnen omhulsel), voorzien van een tweede beschermingslaag en waar ik van aanneem betreft die beschermingslaag folie. De bosjes rozen zijn niet volledig ingepakt in dit folie. De boven en onderkant is open en bij doos één heeft het folie ook diverse luchtdoorvoergaten vanaf zo'n één centimeter groot. Bij doos drie zijn de individuele bossen rozen niet voorzien van een afzonderlijke tweede laag folie zoals hiervoor bedoeld, maar zijn de bosjes rozen die ingewikkeld zijn in een kartonnenomhulsel
(de voorzieningenrechter leest: kartonnen omhulsel), allen bij elkaar gelegd en vervolgens gezamenlijk verpakt in een soort grote plastic zaak met daarin heel veel kleine gates (enkel millimeters). Alle rozen zijn in hoofdzaak droog verpakt;
het kort geding
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
ten eersteonderkennen dat het doel van het octrooi is om langdurige opslag en transport van rozen en chrysanten mogelijk te maken met behoud van versheid en kwaliteit (zie paragrafen [0001], [0002] en [0003] en ook de aanhef van conclusies 1 en 8). Zoals uit paragraaf [0003] blijkt, ziet het octrooi daarbij op langdurige opslag voor transport (‘long-term storage’) zoals zeetransport, waarbij het derhalve om een opslag van weken (tot zes weken) en niet dagen (zoals bij luchttransport) gaat. Volgens Floration zelf behoort het voorts tot de algemene vakkennis dat ethyleen in slechts kleine hoeveelheden al schadelijk kan zijn voor de bloemen (2.19 akte uitlating nietigheidsverweer). De gemiddelde vakpersoon zal met deze kennis in het achterhoofd dan ook minst genomen gerede twijfel erover hebben of met een verpakking die ethyleen slechts (passief) doorlaat ook daadwerkelijk het doel van langdurige opslag zal worden bereikt. Voor zover Floration stelt dat die langdurige opslag wordt behaald door de combinatie van maatregelen uit het octrooi, dient te worden opgemerkt dat onduidelijk is uit het octrooi welke maatregel welk effect precies heeft. Hierbij wreekt zich dat in het octrooi geen enkel (resultaat van) vergelijkend onderzoek is gepresenteerd zodat niet duidelijk is welke maatregelen hoeveel effect hebben. De gemiddelde vakpersoon zal in elk geval wel zien in het octrooi dat het laag houden van de hoeveelheid ethyleengas rond de bloem van belang is, mede omdat hij vanuit zijn algemene vakkennis als gezegd weet dat ethyleen in lage concentraties al schade aan de bloemen berokkent.
lowered below a natural level” [0021]. Op zich kan aan Floration worden toegegeven dat de gemiddelde vakpersoon zal onderkennen dat de maatregel van ethyleenregulatie ertoe dient om het ethyleengehalte rondom de bloem laag te houden (zie paragraaf [0018]). De omstandigheid dat ethyleen echter ook van buiten de verpakking kan komen, zal de gemiddelde vakpersoon logischerwijs ervan afhouden om ethyleendoorlatendheid voldoende te vinden voor ethyleenregulering bij langdurige opslag. Die van buitenaf komende ethyleen, die bij ethyleendoorlatendheid van de verpakking ongehinderd bij de bloem zou komen, zou het ethyleengehalte rond de bloem immers kunnen doen toenemen en zo de langdurige opslag juist negatief beïnvloeden. In dat licht is evenzeer duidelijk dat (actieve) verwijdering van ethyleen rond de bloem (door bijvoorbeeld absorptie) niet hetzelfde effect oplevert als (passieve) transmissie, zoals Floration nog heeft aangevoerd (nr. 2.17 pleitnota).
padmet ethyleen absorberende eigenschappen (verwijzingscijfer 16) zo zal een gemiddelde vakpersoon begrijpen. Die persoon zal niet begrijpen dat in paragraaf [0037] bedoeld is dat het ethyleen absorberende
pad(of iets vergelijkbaars) kan worden weggelaten. Aan Floration kan worden toegegeven dat voorbeelden in de beschrijving van een octrooi in beginsel niet beperkend zijn (vergelijk ook paragraaf [0040] van de beschrijving). Dat neemt echter niet weg dat de voorbeelden wel instructief zijn voor de uitleg van de beschermingsomvang van het octrooi en meer specifiek van het kenmerk ethyleen-regulerend. Aan het gebrek aan enig voorbeeld van passieve verwijdering van de ethyleen rond de bloem, zal de gemiddelde vakpersoon in elk geval niet ontlenen dat dit (ook) als ethyleenregulering wordt bedoeld.
ethylene-absorbing agentmaybe applied” (onderstreping toegevoegd) maar dus niet noodzakelijk is) en paragraaf [0020] (dat de verpakking tegelijkertijd zuurstofdoorlatend en ethyleenregulerend kan zijn) ook niet zo uitleggen dat ethyleenregulerend ook (enkel) ethtyleendoorlatend omvat . Die paragrafen/passages moeten immers in hun context worden gelezen. In de voorafgaande paragraaf [0018] wordt zoals hiervoor reeds overwogen de eigenschap van de ethyleenregulatie besproken waarbij wordt aangegeven dat het ethyleengehalte laag moet worden gehouden en volgens de slotzin wordt een gewenste ethyleenabsorptiewaarde van de verpakking benoemd. In paragraaf [0019] volgt dan een eerste voorbeeld van een verpakking met een ethyleen absorberend additief (kaolin). De zin daarop maakt duidelijk dat het absorberende middel in of op het materiaal van de verpakking kan worden aangebracht die (aldus) ethyleenregulerend werkt. Uit die zin haalt de gemiddelde vakpersoon bepaald niet ondubbelzinnig, zoals Floration voorstaat, dat het “absorbing agent” optioneel zou zijn. De optie die uit lijkt te gaan van het woord “may” ziet veeleer op de plaats (“on or in”) en niet, althans zeker niet ondubbelzinnig, op wel of geen “absorbing agent”. Paragraaf [0020] maakt dan vervolgens de logische vaststelling dat een verpakking zowel zuurstofdoorlatend als ethyleenregulerend kan zijn. Dat is immers bijvoorbeeld het geval bij de vlak daarvoor benoemde LDPE-film met kaolin additief, en meer algemeen bij verpakkingen die zuurstof doorlaten maar waarbij in het verpakkingsmateriaal zelf een ethyleen absorberend middel is opgenomen. Geenszins verwijst paragraaf [0020] naar een verpakking die slechts ethyleen (en zuurstof) doorlaat, althans dat zal een gemiddelde vakpersoon daaruit niet afleiden.