5.4.1Identificatie
De verdachte wordt onder meer verweten dat hij met anderen communiceerde via de versleutelde berichtendienst SkyECC met de gebruikersnaam [gebruikersnaam 4] .
Het procesdossier bevat ten aanzien van
[gebruikersnaam 4]het volgende.
- Uit onderzoek is gebleken dat het IMSI-nummer [nummer 1] is gekoppeld aan de Sky-ID [gebruikersnaam 4] .
- Op 23 januari 2021 is uit de inzet van een technisch hulpmiddel (IMSI-scan) gebleken dat een telefoon gebruik makend van een SIM-kaart met het IMSI-nummer [nummer 1] zich hoogstwaarschijnlijk bevond in de woning aan de [adres 1] .
- Tijdens de IMSI-scan op 23 januari 2021 stond een scooter met kenteken [kenteken 1] , op naam van de verdachte, voor de deur van de woning aan de [adres 1] .
- Uit onderzoek naar de APN-gegevens van het IMSI-nummer [nummer 1] is gebleken dat deze in de periode van 9 december 2020 tot en met 28 februari 2021 gedurende de nachtelijke uren zich hoofdzakelijk bevond in het bereik van de woning aan de [adres 1] .
- Op 6 en 9 maart 2021 meldde – bij een globale lokalisering – het IMSI-nummer [nummer 1] zich ook ter hoogte van de [adres 1] .
- Op 6 maart 2021 is tijdens een observatie vernomen dat de verdachte om 13:22 uur de woning aan de [adres 1] op de scooter met kenteken [kenteken 1] heeft verlaten. Uit de data van de Sky-ID [gebruikersnaam 4] is gebleken dat deze tegelijk met de verdachte, uit- en in de richting van de verdachte, van paallocatie is veranderd.
- De verdachte heeft verklaard te wonen aan de [adres 1] .
- Sky-account [gebruikersnaam 4] is een tegencontact van de Sky-accounts [gebruikersnaam 5] (vermoedelijk [medeverdachte 4]), [gebruikersnaam 6] (vermoedelijk [medeverdachte 2]) en [gebruikersnaam 1] (vermoedelijk [medeverdachte 5]).
- In de chatberichten met voornoemde tegencontacten – waarvan enkele tegencontacten zijn geïdentificeerd als zijn broers – is te zien dat zij elkaar meermalen aanspreken met de benamingen ‘bro’ en ‘broer’. De mogelijkheid bestaat dat zij elkaar zo aanspreken in verband met hun familiaire band.
- In chatberichten spreekt [gebruikersnaam 4] zelf ook een aantal maal over ‘me broer’.
- Op 9 maart 2021 is in de woning aan de [adres 1] een iPhone in beslag genomen. Uit onderzoek is gebleken dat deze telefoon met het IMEI-nummer [nummer 2] werd gebruikt door de verdachte.
- Uit analyse van de historische verkeersgegevens van voornoemde telefoon van de verdachte – gevorderd van 29 september 2020 tot en met 29 maart 2021– en de telefoon met het IMSI-nummer [nummer 1] – gevorderd van 22 juli 2020 tot en met 22 januari 2021– is gebleken dat beide telefoons dagelijks dezelfde reisbewegingen maakten. Op 22 december 2020 bevonden beide telefoons zich rond hetzelfde tijdstip in Utrecht, op 30 december 2020 in Leidschendam en op 12 januari 2021 wederom in Utrecht.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat uit de genoemde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, blijkt dat de verdachte de gebruiker was van het SkyECC-account [gebruikersnaam 4] . De IMSI-scans hebben uitgewezen dat het IMSI-nummer eindigend op - [nummer 1] op drie verschillende momenten is gelokaliseerd bij de woning van de verdachte. Hoewel is geverbaliseerd dat het betreffend toestel zich daar ‘hoogstwaarschijnlijk’ bevond, valt in het proces-verbaal ook te lezen dat het sterkste signaal kwam uit de richting van het adres [adres 1] , het adres van de verdachte. Verder blijkt uit het dossier dat het IMSI-nummer in de nachtelijke uren voornamelijk een zendmast aanstraalde die de woning aan de [adres 1] binnen zijn bereik heeft, dat [gebruikersnaam 4] een tegencontact is van de SkyECC-accounts die aan andere verdachten in dit onderzoek zijn gekoppeld en dat de gebruiker van [gebruikersnaam 4] in de chatberichten regelmatig spreekt over ‘mijn broer’. Er zijn bovendien verschillende reisbewegingen geconstateerd waaruit blijkt dat de telefoon van de verdachte en IMSI-nummer - [nummer 1] dagelijks en gedurende een tijdspanne van meerdere maanden dezelfde bewegingen maakten. Dat aanvankelijk een verkeerd datanummer is genoemd door de politie doet daaraan niets af, omdat dit in een later proces-verbaal is hersteld en toegelicht. Ook het verweer dat bij de reisbeweging op 6 maart 2021 de mastlocaties niet meer overeenkomen bij terugkomst op de [adres 1] , acht de rechtbank niet overtuigend. Dit weerspreekt immers niet de observatie dat eerder die dag een beweging is gezien bij het IMSI-nummer terwijl de verdachte op zijn scooter wegreed van huis. Hetzelfde geldt voor het feit dat bij aanhouding van de verdachte geen telefoon met SkyECC-app is aangetroffen.
Het alternatief scenario dat door de verdediging is opgeworpen – inhoudende dat een buurman van de verdachte (een van de gebroeders [naam 5] ) mogelijk gebruiker was van het account [gebruikersnaam 4] – acht de rechtbank niet aannemelijk geworden. De gebroeders [naam 5] zijn alleen vermeld in het proces-verbaal over de inzet van de IMSI-scan, waarbij het IMSI-nummer - [nummer 1] zich hoogstwaarschijnlijk bevond op het adres [adres 1] in Den Haag en niet op het woonadres [adres 2] waar [naam 6] staat ingeschreven. Daarna is het IMSI-nummer nog twee maal op dezelfde locatie ( [adres 1] ) aangetroffen. Het dossier bevat verder geen aanwijzingen dat een van de gebroeders [naam 5] bij het dossier is betrokken. De verdediging is pas bij pleidooi voor het eerst met dit scenario gekomen, waardoor naar dit scenario nauwelijks onderzoek kon plaatsvinden. De officier van justitie heeft in reactie op het verweer onder meer de volledige datasets doorzocht en heeft daarbij geen namen gevonden die betrekking kunnen hebben op de gebroeders [naam 5] . Verder stelt de rechtbank vast dat bij de observatie op 6 maart 2021 is gezien dat de verdachte op zijn scooter wegreed en dat het SkyECC-account [gebruikersnaam 4] op datzelfde moment een soortgelijke reisbeweging maakt. Dat weerspreekt het alternatief scenario. Uit niets blijkt immers dat de verdachte op dat moment samen was met een ander, die dezelfde reisbeweging maakte. Hetzelfde geldt voor de overeenkomende locaties op 22 december 2020 (Utrecht) en 30 december 2020 (Leidschendam) en 12 januari 2021 (weer Utrecht). Nu de verdachte daarover geen verklaring heeft afgelegd, heeft de verdediging dit scenario onvoldoende handen en voeten gegeven en acht de rechtbank het alternatieve scenario weerlegd door de genoemde bewijsmiddelen.
Tot slot wordt ook het verweer verworpen dat de identificatie niet kan kloppen omdat zich in de bewijsconstructie van de officier van justitie een gat bevindt. De rechtbank gaat er op basis van de genoemde bewijsmiddelen van uit dat de verdachte de gebruiker was van het account. In de berichten zijn geen aanknopingspunten te ontdekken voor de suggestie dat ook anderen het account (tijdelijk) gebruikt zouden kunnen hebben. Uit het dossier volgt – anders dan de raadsvrouw heeft betoogd – niet dat SkyECC-telefoons van hand tot hand gingen. Gelet op het heimelijke karakter van PGP-telefoons ligt dat ook niet in de rede. Uit de berichten blijkt evenmin dat gebruikers telkens moesten verifiëren of hun tegencontact nog dezelfde persoon was. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat het account gedurende de periode waarin het actief was toebehoorde aan en gebruikt werd door de verdachte.
Gelet op dit alles – in onderlinge samenhang bezien – is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de gebruiker was van SkyECC-account [gebruikersnaam 4] . De rechtbank zal daar bij de verdere bespreking en beoordeling van de ten laste gelegde feiten dan ook van uitgaan.
5.4.2Feit 2 (handel in harddrugs/voorbereidingshandelingen)
Onder dit feit wordt de verdachte verweten dat hij heroïne/cocaïne heeft verkocht dan wel voorbereidingshandelingen daarvoor heeft gepleegd door inlichtingen uit te wisselen en een PGP-telefoon en een auto met verborgen ruimte voorhanden te hebben.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de chatberichten
Van de SkyECC accountnaam [gebruikersnaam 4] waren berichten aanwezig van 13 december 2020 tot en met 8 maart 2021.
[gebruikersnaam 4] naar [gebruikersnaam 1]
Op 3 februari 2021 om 17:09:36 uur en 17:09:48 uur stuurt [gebruikersnaam 4] foto’s naar [gebruikersnaam 1] . Het vermoeden bestaat dat het gaat om foto’s van blokken cocaïne.
2021-02-17 22:56:19
[gebruikersnaam 4]
Is goed bro voor hoeveel krijg jij ze dan á homo?
2021-02-17 23:21:18
[gebruikersnaam 4]
Luisteren dan gaan we morgen zeggen 26,5
2021-02-17 23:21:18
[gebruikersnaam 4]
Dan kunnen we kwartje pakken toch
2021-02-17 23:42:55
[gebruikersnaam 4]
Vraagt blauw je ook boli
2021-02-17 23:43:11
[gebruikersnaam 4]
Meh die appt me net zegt is er die 8 nog
2021-02-17 23:43:11
[gebruikersnaam 4]
Ik zei ja 29
[gebruikersnaam 4] naar [gebruikersnaam 2]
2021-01-04 15:15:02
[gebruikersnaam 4]
Zijn wat spullen
2021-01-04 15:15:02
[gebruikersnaam 4]
Als je der wat mee kan
Op 4 januari 2021 om 15:15:02 uur stuurt [gebruikersnaam 4] vervolgens een aantal foto’s naar [gebruikersnaam 2] . Wat op deze foto’s staat afgebeeld, wordt door verbalisanten ambtshalve herkend als kiloblokken cocaïne.
Op 7 februari 2021 om 20:09:11 uur stuurt [gebruikersnaam 4] een foto naar [gebruikersnaam 2] . Wat op deze foto staat afgebeeld wordt door verbalisanten ambtshalve herkend als heroïne.
2021-02-07 20:09:11
[gebruikersnaam 4]
13,5 moet ik er voor hebben
[gebruikersnaam 4] naar [gebruikersnaam 3]
Op 4 januari 2021 om 14:36:39 uur en 14:36:40 uur stuurt [gebruikersnaam 4] foto’s van vermoedelijk een kiloblok cocaïne naar [gebruikersnaam 3] .
2021-01-04 14:36:40
[gebruikersnaam 4]
Voor jou broer 30
2021-01-04 14:36:41
[gebruikersnaam 4]
Maar snel broer
2021-02-07 19:29:22
[gebruikersnaam 4]
[naam 7] broer er is donkere als jullie nodig hebben
Op 7 februari 2021 om 19:58:26 uur en 20:00:03 uur stuurt [gebruikersnaam 4] foto’s naar [gebruikersnaam 3] waarop door verbalisanten ambtshalve heroïne wordt herkend.
2021-02-07 20:02:00
[gebruikersnaam 4]
Broer me broer vraagt mij 13 en moet halve puntje of kwartje krijgen broer ligt eraan hoeveel mensen nemen
2021-02-07 20:02:00
[gebruikersnaam 4]
13,5
2021-02-10 15:49:05
[gebruikersnaam 4]
Er is 2000 binnen gekomen
2021-02-10 15:49:11
[gebruikersnaam 4]
Donkere en lichte
2021-02-10 15:50:56
[gebruikersnaam 4]
Oké kijk of je aan mij voor 12 kan geven dan zeg ik me broer dat hij liever via jou pakt
Op 10 februari 2021 om 14:51:34 uur en 15:51:48 uur stuurt [gebruikersnaam 4] vervolgens foto’s naar [gebruikersnaam 3] waarop ambtshalve heroïne wordt herkend.
2021-02-10 15:52:26
[gebruikersnaam 4]
Kijk maar dan kan ik met me broer praten
2021-02-10 15:53:00
[gebruikersnaam 4]
En wij hebben ze 3 dagen geleden al gekregen
2021-02-10 15:53:56
[gebruikersnaam 4]
Dus kijk maar als je kan geven 12 dan kan ik praten met me broer praat met ze
2021-02-10 15:54:03
[gebruikersnaam 4]
Zeg cash
2021-02-10 17:41:46
[gebruikersnaam 4]
Kijk maar probeer broer dan kan hij veel weg doen oké broer
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat de volgende in de chats gebruikte termen de volgende betekenis hebben:
- ‘Bruin’ is heroïne;
- ‘Stuks’ zijn kilo’s, ook wel blokken te zien op sommige foto’s in het dossier;
- ‘Colo’ is Colombiaanse cocaïne;
- ‘Boli’ is Boliviaanse cocaïne;
- Met ‘28’ en ‘28,5’ wordt bedoeld de prijs van cocaïne;
- Een ‘kwartje’ is € 250,- per blok;
- ‘Pap’ is papier en ‘papier’ is geld.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de chatberichten
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [medeverdachte 4] voor het bewijs kan worden gebruikt. Geen rechtsregel verzet zich ertegen dat deze verklaring, die door hem is afgelegd in zijn eigen zaak, is gevoegd in het dossier van de verdachte (vgl. HR 6 april 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0641). Bovendien heeft de verdediging het ondervragingsrecht kunnen uitoefenen door [medeverdachte 4] daarna als getuige te horen in de zaak van de verdachte. De rechtbank heeft ook geen enkele reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaring, nu [medeverdachte 4] bij het getuigenverhoor heeft verklaard dat hij blijft bij de door hem als verdachte afgelegde verklaring. Op grond van de hierboven genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de berichten van de verdachte betrekking hebben op de handel in harddrugs. Uit het dossier blijkt echter niet dat de verdachte daadwerkelijk harddrugs heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt of vervoerd, zoals primair ten laste is gelegd. Daarvan zal de verdachte worden vrijgesproken.
Wel blijkt uit de berichten dat de verdachte met de op de dagvaarding vermelde accounts inlichtingen heeft uitgewisseld over de prijs, beschikbaarheid en samenstelling van cocaïne en heroïne, waarmee er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van de subsidiair ten laste gelegde voorbereidingshandelingen voor de handel in harddrugs.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de Volkswagen Up
De volgende vraag is of de verdachte ook strafbare Opiumwet-feiten heeft voorbereid door een auto met verborgen ruimte voorhanden te hebben.
Op 6 maart 2021 werd in de directe omgeving van de [adres 1] een Volkswagen Up met het kenteken [kenteken 2] aangetroffen.Deze auto staat sinds 22 december 2020 op naam van de verdachte.De verdachte heeft ook verklaard dat dit zijn auto betreft.Op 16 maart 2022 is door de douane een verborgen bergruimte in de auto aangetroffen. Deze afgeschermde ruimte is geen voorziening die standaard in dit voertuig aanwezig is, maar op zeer professionele wijze achteraf ingebouwd. Om de ruimte te openen is een afstandsbediening nodig. De wijze van inbouw en hoge kwaliteit van afwerking doet vermoeden dat deze ruimte geen ander doel dient dat het onttrekken aan het ambtelijk toezicht van voorwerpen die zich in deze afgeschermde ruimte zouden bevinden.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de Volkswagen Up
De rechtbank is op grond van deze bewijsmiddelen van oordeel dat de verdachte met het voorhanden hebben van de Volkswagen Up een voorbereidingshandeling voor drugshandel heeft gepleegd. De verklaring van de verdachte dat hij niet op de hoogte was van de verborgen ruimte, acht de rechtbank onaannemelijk. De verdachte communiceerde, zoals hiervoor is overwogen, met een versleutelde telefoon over drugs. In die berichten heeft hij het ook over ‘me broer’. In berichten van enkele andere verdachten in dit onderzoek, waaronder broers van de verdachte, wordt ook gesproken over ‘stash auto’s’, waarin drugs kunnen worden vervoerd. Daarbij komt dat uit het rapport van de Douane blijkt dat de verborgen ruimte zich bevond op de plek waar zich normaal gesproken het reservewiel bevindt en dat de standaard vloerplaat is vervangen door een plaat die alleen door middel van een afstandsbediening is te openen. Dat de ruimte voor het reservewiel niet op een normale manier toegankelijk was, moet voor de verdachte als eigenaar van de auto duidelijk zijn geweest. Bovendien is een stashruimte relevant voor de waarde van de auto; zo wordt de handelswaarde geschat op € 3.853terwijl de terugbouwkosten door de douane worden geschat op € 2.500.Dat maakt een toevallige aankoop ongeloofwaardig.
Conclusie ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 subsidiair ten laste gelegde voorbereidingshandelingen voor drugshandel heeft gepleegd met de door hem gevoerde communicatie en het bezit van de VW Up met verborgen ruimte, in de periode van 13 december 2020 (het eerste moment dat het account van de verdachte ( [gebruikersnaam 4] ) actief was) tot en met 9 maart 2021.
Ten aanzien van de pleegplaats overweegt de rechtbank dat het, nu de woonplaats van de verdachte Den Haag betreft, aannemelijk is dat de chatberichten vanuit die plaats zijn verzonden. Nu dit niet met zekerheid is vast te stellen, zal de rechtbank als pleegplaats ‘Den Haag en/of elders in Nederland’ bewezen verklaren.
Van medeplegen van deze voorbereidingshandelingen is niet gebleken, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
De verdachte zal ook worden vrijgesproken van het strafverzwarende onderdeel dat sprake was van recidive binnen vijf jaar. Uit het strafblad van de verdachte blijkt dat hij op 30 oktober 2015 is veroordeeld door het gerechtshof Den Haag voor onder meer het plegen van voorbereidingshandelingen voor de handel in harddrugs. Deze veroordeling is op 14 november 2015 onherroepelijk geworden. De termijn van vijf jaar, zoals bedoeld in artikel 43a van het Wetboek van Strafrecht (Sr), is verstreken op 13 november 2020, dus vóór de hierboven genoemde en bewezen verklaarde pleegperiode van feit 2 subsidiair.
5.4.2Feit 1 - criminele organisatie
Onder feit 1 is de verdachte ten laste gelegd dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, waaraan ook de andere verdachten in het onderzoek [Onderzoek 7] hebben deelgenomen, die tot doel had om strafbare feiten te plegen zoals bedoeld in artikel 10 en 10a van de Opiumwet (Ow).
Het juridisch kader van artikel 140 Sr (deelneming aan een criminele organisatie)
In zijn arrest van 5 juli 2022 heeft de Hoge Raad ten aanzien van artikel 140 Sr het volgende overwogen (ECLI:NL:HR:2022:969, r.o. 2.4.2-2.4.4). Van een ‘organisatie’ als bedoeld in artikel 140 Sr is sprake als het gaat om een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Het kan daarbij gaan om natuurlijke personen en/of rechtspersonen.
Van ‘deelneming’ aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr kan slechts dan sprake zijn als de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. Het is niet vereist dat vast komt te staan dat de betrokkene heeft samengewerkt met, of in ieder geval bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. De deelneming moet voor de betrokkene op zichzelf worden beoordeeld. Het is dus bijvoorbeeld niet van belang of andere personen meer hebben gedaan of een belangrijker rol vervulden dan de betrokkene.
Voor ‘deelneming’ in de zin van artikel 140 Sr is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. De betrokkene hoeft geen wetenschap te hebben van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd.
Het gaat bij het misdrijf van artikel 140 Sr niet om het daadwerkelijk gepleegd zijn van misdrijven, maar om het ‘oogmerk’ tot het plegen van misdrijven. Voor dat oogmerk kan ook het naaste doel van de organisatie volstaan. Het is niet vereist dat het plegen van misdrijven de voornaamste bestaansgrond van de organisatie is.
Het oogmerk hoeft niet in de tenlastelegging nader te zijn omschreven, maar moet uit de bewijsvoering blijken. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie al zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking – zoals dat kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie – en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
In de diverse processen-verbaal van identificatie staat met betrekking tot gebruikers van SkyECC- en EncroChat-accounts:
[verdachte] gebruikte SkyECC-account [gebruikersnaam 4] ;
- [medeverdachte 1] gebruikte EncroChat-accounts [accountnaam 1] en [accountnaam 2] en SkyECC-accounts [gebruikersnaam 7] , [gebruikersnaam 8] en [gebruikersnaam 9] ;
- [medeverdachte 4] gebruikte EncroChat-accounts [accountnaam 3] en [accountnaam 4] en SkyECC-accounts [gebruikersnaam 10] en [gebruikersnaam 5] ;
- [medeverdachte 2] gebruikte SkyECC-accounts [gebruikersnaam 11] en [gebruikersnaam 6] ;
- [medeverdachte 3] gebruikte SkyECC-account [gebruikersnaam 12] ;
- [medeverdachte 5] gebruikte EncroChat-account [accountnaam 5] en SkyECC-account [gebruikersnaam 1] ;
- [medeverdachte 6] had vanaf 7 maart 2021 de telefoon voorhanden waarop het SkyECC-account [gebruikersnaam 12] stond geregistreerd.
In de chatberichten van de hiervoor genoemde accounts zijn onder meer de volgende berichten aangetroffen (zakelijk weergegeven, onderstreping toegevoegd):
[accountnaam 3]naar
[accountnaam 1]op 4 april 2020:
Bro; Heb hier mooie toppers; Voor je; Colo; 27.250;[stuurt foto’s]
hier heb ik 25 st; kan genoeg erbij halen; zeg het maar; [accountnaam 1] :
oke van wie zijn die; heb gehoord worden niet hard die blijft pap;
-
[accountnaam 4]naar
[accountnaam 2]op 6 juni 2020:
Jo; Waar staat ie; Ik ga die 12 pakken[accountnaam 2] :
Kom ik ben thuis;
-
[accountnaam 4]naar
[accountnaam 2]op 7 juni 2020:
Ik krijg zo die pap van opa voor die turkse ga die even tellen; Dan breng ik die naar jou; Jo moet ik die pap nu brengen; Jo; Ben er; Moet ik deze pap aan bolle geven; [accountnaam 2] :
Ja; [accountnaam 4] : Oké 220 plus 80 is hier;
-
C01XCKnaar
[gebruikersnaam 1]op 27 november 2020:
Kom naar café bro; Kijk aub of niemand je volgt; [gebruikersnaam 1] :
Ok bro; Ik kom eraan[ [gebruikersnaam 1] stuurt een foto van een briefje met daarop vier namen en vier bedragen. De vier bedragen opgeteld geven een totaalbedrag van 1.072.000 (451.000 + 399.000 + 100.000 + 122.000)];
-
[gebruikersnaam 1]aan
3OT5HOop 8 december 2020:
Er is tp naar Griekenland; Van [naam 8] ; Hij vraagt of dat voor interessant is;3OT5HO: Ja
; Vraag of ie een stukje verder komt in turkije; […] Oke top die ierland is intressant bro heb daar goeie klanten;
30T5HOaan 68Z24R op 13 december 2020:
Ja bro ik heb nog tp voor deze week uk bro laatste die nog gaat ik wilde sturen maar ze hebben mij nog geen pap gestuurd; Ja broer welke; Poeder of blok; Oké wacht ik geef je zijn mail van sky kan je gelijk met hem mailen en groepchat maken tussen hun; ECC ID:Q8EM34;
-
[gebruikersnaam 1]aan
C01XCKop 14 december 2020:
Ik tel hier 428; moment ik krijg meer; bro;C01XCK:
502500; moet je vragen bro;[gebruikersnaam 1]:
hij zegt hij gaat proberen; bro;C01XCK;
hij heeft bro; [
[gebruikersnaam 1]stuurt foto met geld];
40NC5Knaar 6QLED2 op 4 januari 2021:
Heb hier laatste 25 nog zozegt me broer; Ok?[stuurt foto van blok met wit poeder];
9IA9HAnaar
30T5HOop 9 januari 2021:
Je kan ze geven28750zo geven;
30T5HOnaar VA9GF6 op 9 januari 2021:
Voor jou geef ik28750bro maar moet je niemand zeggen omdat ik de meest geef 29.5 maar nie; VA9GF6:
ja goed broer; nee niemand broer ik praat niet;
9IA9HAnaar
30T5HOop 10 januari 2021:
Dan stuur ik [naam 9] langs je dan rijd hij gelijk naar Rotterdam30T5HO:
hoeveel moet ik hem geven; stuur hem9IA9HA:
alles; behalve 200tjes;
30T5HO:
oke stuur hem9IA9HA:
oke laat me weten hoe veel daar is aub;
30T5HOnaar
[gebruikersnaam 1]op 11 januari 2021:
Heb je foto van die donkere korrels;
[gebruikersnaam 1]:
ja bro;
40NC5Knaar 6QLED2 op 7 februari 2021:
Broerme broer vraagt mij 13en moet halve puntje of kwartje krijgen broer ligt eraan hoeveel mensen nemen; Dus kijk maar ik moet eten broer ga niet voor niks rennen kwartje wil ik eten endan moet ik me broer morgen vragenoké dan laat ik je weten oké morgen oké;
40NC5Knaar 6QLED2 op 10 februari 2021:
Er is 2000 binnen gekomen; Donkere en lichte; Oké dan weet jij dat ook broer; Oké kijk of je aan mij voor 12 kan gevendan zeg ik me broer dat hij liever via jou pakt; Oké;Dan pakt hij veel;
[…]Die prijs krijgt me broer albroer kijk als daar wat andere prijs is laat me weten broer; Broer kijkals ze aan me broer voor 12 geven pakt hij veel oke
9IA9HAnaar
[gebruikersnaam 1]op 7 februari 2021: [stuurt foto met bruine blokken met opdruk ROSE]
Ik heb zo donkere bro; 13250;
40NC5Knaar
[gebruikersnaam 1]op 17 februari 2021: Is
goed bro voor hoeveel krijg jij ze dan a homo?; Luisteren dan gaan we morgen zeggen 26,5; Dan kunnen we kwartje pakken toch;
9IA9HAnaar
[gebruikersnaam 1]op 1 maart 2021:
Hoi bro slm; Ik stuur je foto;[stuurt foto met plastic zak met bruine inhoud]
Bid ze 13 aan bro; Daar zit je brood aan;Jij mag ze verkopen voor 13; 250 per st is je winst; kan je nieuwe tv kopen;
-
C3MIUBnaar JM6IFB op 16 juni 2020:
Broer luister heb ie tp klaar staan om spullen op te halen in Griekenland; En hoelang kan tp daar zijn; Kan ie dan tp regelen; donderdag of vrijdag; Ja blokken; Ja maar kan je tp regelen komende donderdag of vrijdag; Oké; 1000; Nee bromijn broertje is daar aldeze keer.
In de chatberichten die worden toegeschreven aan [medeverdachte 1]en [medeverdachte 2]wordt gesproken over ‘tp’, ‘transport’, ‘UK’, ‘Colombia’, ‘Peru’, ‘Suriname’, ‘Argentinië’, ‘Maersk’, ‘CMA’, ‘kapitein’, ‘matroos’, ‘havens’ en ‘containers’.
Bij de aanhouding van de verdachten en tijdens het daarop volgende onderzoek is onder meer het volgende aangetroffen:
In een
BMW X Reihemet kenteken [kenteken 3] (hierna: de BMW) bij de woning van [medeverdachte 1] : 110 kg cocaïne, 64,5 kg heroïne en een bedrag van € 481.650;
- In een
Citroën Jumpymet kenteken [kenteken 4] (hierna: de Citroën Jumpy) achter de woning waar [medeverdachte 2] verbleef: circa 43 kg cocaïne en 17 kg heroïne, een geldtelmachine, en een bedrag van € 3.585.235;
- In de woning
[adres 3]in Den Haag: bakken met poederresten, 25 liter geelbruine vloeistof, 4kg crème poeder, een vacuüm sealmachine met mallen, een stalen persframe met krik, 10 persplaten met logo’s (o.a. Audi en Anker), een persmal met poederresten, verpakkingsmiddelen, vloeipapier, 40 rollen tape, een zak met 1000 elastiekjes, weegschalen, mixers, een kartelmes en zeven jerrycans met Aceton;
- In de woning
[adres 4]in Den Haag, het BRP-adres van [verdachte] en waar [medeverdachte 6] tijdelijk verbleef: meer dan 150 frisdrankblikjes en een kuip met daarin opgedroogde gipsachtige mortel.
- In de woning
[adres 5]in Den Haag, het woonadres van [medeverdachte 3] : een bedrag van € 3.900, een centrifuge, 32 flessen met ammoniak, meer dan 25 kg aan versnijdingsmiddelen, en zeven geprepareerde frisdrankblikjes;
- In de woning
[adres 6]te Den Haag, het verblijfadres van [medeverdachte 2] : een geldbedrag van € 18.250;
- In de woning
[adres 7], het woonadres van [medeverdachte 1] : een geldbedrag van € 135.000;
- In de woning
[adres 8], het woonadres van [medeverdachte 4] : een geldbedrag van in totaal € 3.975.
Op verschillende plekken is het DNA aangetroffen van verdachten uit het onderzoek [Onderzoek 7] :
In de BMW is het DNA van [medeverdachte 5] aangetroffen op een boodschappentas Dirk, waarin blokken met cocaïne zaten;
- In de BMW is verder het DNA van [medeverdachte 1] aangetroffen op de Adidas rugzak waarin het geldbedrag van € 481.650 zat en is een vingerafdruk van [medeverdachte 1] aangetroffen op een boodschappentas Lidl, waarin blokken met cocaïne zaten;
- In de Citroën Jumpy is op twaalf verschillende plekken (waaronder op de boodschappentassen met geld, de rugzak en de handschoen onder de geldtelmachine) het DNA van [medeverdachte 2] aangetroffen;
- In de woning [adres 3] Den Haag is het DNA van [medeverdachte 6] aangetroffen op een rietje van een pakje Capri Sun op de salontafel in de woonkamer en het DNA van [medeverdachte 1] op de binnenzijde van een handschoen uit een boodschappentas.
Ter terechtzitting heeft [medeverdachte 4] op vragen van zijn raadsman, de rechtbank en de officieren van justitie – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
- met
- hij wilde iets verdienen met de in- en verkoop van harddrugs;
- hij werd benaderd om transport te zoeken voor harddrugs van een ander en heeft daarvoor een van zijn broers benaderd;
- om drugs aan anderen te kunnen leveren zocht hij contact met een van zijn broers, waarna hij het antwoord doorgaf aan zijn contact;
- hij kon niet zelf de prijs bepalen waarvoor hij drugs aan anderen verkocht, dit diende hij eerst aan een van zijn broers te vragen.
Het adres [adres 4] in Den Haag is het BRP-adres van [verdachte] . Hij verhuurde de woning aan [medeverdachte 6] . Het adres wordt regelmatig genoemd in de chatberichten van de hierboven genoemde accounts, om elkaar te ontmoeten of geld af te leveren. Foto’s van het interieur van deze woning zijn verstuurd door [accountnaam 2] @encrochat.com ( [medeverdachte 1] ) en [accountnaam 3] @encrochat.com ( [medeverdachte 4] ), waarbij ook een grote hoeveelheid geld en een geldtelmachine te zien zijn.In de woning is een geldtelmachine aangetroffen.Uit observaties blijkt dat [medeverdachte 4] , [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] in de periode december 2020 en januari 2021 ook bij deze woning zijn gezien.Op 8 februari 2021 stuurde [gebruikersnaam 4] naar [gebruikersnaam 13] :
Broer als je wilt kan je komen halen zijn 1250 blokken […] Kom waar je altijd naar soma komt.Getuige [getuige] heeft verklaard dat het Marokkaanse neefje van de onderbuurman van nummer [adres 4] (deze buurman heette [verdachte] en wordt ook ‘ [bijnaam 1] ’ genoemd) in de woning [adres 3] heeft gelogeerd. Hij verklaarde dat ' [bijnaam 2] ', wiens echte naam [medeverdachte 6] is, ook op nummer [adres 4] woonde.In de chatberichten van de genoemde accounts wordt ‘ [bijnaam 2] ’ vele malen genoemd.
Ten aanzien van de stempels/opdrukken op de aangetroffen drugs is het volgende geverbaliseerd.
In de telefoon van [medeverdachte 6] zijn Telegramberichten van 7 maart 2021 gevonden over ‘have you seen ICON’. SkyECC-account [gebruikersnaam 9] ( [medeverdachte 1] ) verstuurde op 7 en 8 maart 2021 foto’s van blokken ICON. SkyECC-account 40NC5K ( [verdachte] ) verstuurde op 8 maart een foto van een blok ICON met groen verpakkingsmateriaal. [verdachte] verstuurt dezelfde foto die [medeverdachte 1] eerder stuurde, en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] sturen een foto door die eerder door [medeverdachte 2] is gestuurd.
- In de BMW van [medeverdachte 1] (op naam van [medeverdachte 6] ) is op 9 maart 2021 een groot aantal groene ICON blokken gevonden, totaal 110 kg.
- In de Citroën Jumpy van [medeverdachte 2] zijn 43 blokken cocaïne aangetroffen, waaronder een aantal groene pakketten met de opdruk ICON, een aantal zilveren pakketten met de opdruk "Mercedes-Benz" en een aantal donker gekleurde pakketten met de opdruk van een "anker".
[gebruikersnaam 9] ( [medeverdachte 1] ) stuurde op 24 februari 2021 naar 68Z24R:
Slm bro als je echt haast hebt kan ik je 7 geven die zijn kant en klaar maar wollah zitten 200 erin ik wilde ze ook sturen als je haast heb geef ik je dielaat ik gelijk maken is ankerbr.
- In de woning [adres 3] werden persplaten met logo’s van Audi en Anker en een boodschappentas met vellen A4 aangetroffen met daarop logo’s van Audi en van een anker.
- In chats van [gebruikersnaam 1] (geïdentificeerd als [medeverdachte 5] ) werden op 2 maart 2021 afbeeldingen van (vermoedelijk) blokken cocaïne met stempels AUDI en Mercedes gestuurd en de tekst: 'Ja deze is garantie bro' (...) 'Zijn toppers bro'.
i. In de BMW, de Citroën Jumpy en een VW Up met kenteken [kenteken 2] (hierna: de VW Up) op naam van [verdachte] zijn professioneel ingebouwde verborgen ruimtes aangetroffen.De verborgen ruimtes in de Citroën Jumpy en de VW Up waren te openen door middel van een afstandsbediening. In de verborgen ruimtes van de BMW en de Citroën Jumpy zijn – zoals hiervoor al werd vermeld – grote hoeveelheden harddrugs aangetroffen. In verschillende chatberichten van [gebruikersnaam 11] ( [medeverdachte 2] ) wordt gesproken over ‘de plaats auto’ en de ‘stash auto’, waarbij ook een foto is verstuurd van een auto die is herkend als de Citroën Jumpy.In chatberichten tussen [accountnaam 1] ( [medeverdachte 1] ) en [accountnaam 6] (door [accountnaam 1] opgeslagen als ‘stashauto’) informeert [accountnaam 1] naar de mogelijkheden ten aanzien van auto’s met verborgen ruimtes en hoe groot die ruimtes dan zijn.[accountnaam 5] ( [medeverdachte 5] ) biedt transport aan voor Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Zweden, Spanje: ‘ik heb met vrachtwagen en stash’.
De verdachten (met uitzondering van [medeverdachte 2] ) hebben in de periode van juni 2019 tot februari 2020 samen gereisd in verschillende combinaties: [medeverdachte 6] & [verdachte] (Marokko), [medeverdachte 6] & [medeverdachte 5] (Alicante), [medeverdachte 4] & [medeverdachte 3] & [medeverdachte 6] (Marokko), [medeverdachte 4] & [medeverdachte 6] (Londen, Malaga en Marokko). Enkele verdachten zijn daarnaast ook individueel naar het buitenland gereisd, met bestemmingen Alicante, Malaga, Marokko en Athene.
In de telefoons van sommige verdachten zijn foto’s van de overige verdachten aangetroffen, genomen op verschillende locaties en in wisselende samenstellingen.
In augustus 2019 zijn gesprekken opgenomen die zijn gevoerd tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] toen [medeverdachte 2] gedetineerd zat in Alphen aan den Rijn. In de uitwerking van die gesprekken is te lezen dat tikgeluiden hoorbaar waren, die waarschijnlijk werden veroorzaakt door henzelf om het opnemen van de gesprekken te verstoren. In de gesprekken gaat het onder meer over opdrachten die [medeverdachte 5] krijgt om ‘een bak’ weg te halen (waarmee boetes worden gemaakt), wordt gesproken over ‘ [naam 10] ’ en ‘ [bijnaam 3] ’ en ‘ [accountnaam 3] ’, geeft [medeverdachte 2] de instructie ‘Leg/geef/lever hem 2 kilo’ en wordt gesproken over een bak die [medeverdachte 5] gaat wegbrengen, waarbij [medeverdachte 2] uitleg geeft over een afstandsbediening.
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de hierboven genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
Alle verdachten zijn geïdentificeerd als gebruiker van één of meer accounts van de versleutelde berichtendiensten EncroChat en SkyECC, behalve [medeverdachte 6] die alleen een SkyECC-telefoon voorhanden had. Via die accounts hadden de verdachten contact met elkaar en met derden over de aankoop, de verkoop, de prijzen en het vervoer van heroïne en cocaïne. Uit de berichten blijkt dat de verdachten onderling en met derden harddrugs verhandelden, dat zij grote geldbedragen beschikbaar hadden en ook aan elkaar overhandigden en dat gesproken werd over vervoer van drugs via transportlijnen uit onder andere Zuid-Amerika.
Bij doorzoeking van de woningen en voertuigen van de verdachten zijn op meerdere plekken grote hoeveelheden harddrugs, drugsgerelateerde goederen en grote geldbedragen aangetroffen. Dit betreft met name de voertuigen die zijn aangetroffen bij de woningen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en de woning van [medeverdachte 1] . In de woning [adres 3] in Den Haag, gelinkt aan [verdachte] en [medeverdachte 6] , en in de woning van [medeverdachte 3] zijn veel drugsgerelateerde goederen aangetroffen, die erop duiden dat deze woningen zijn gebruikt als productielocatie van harddrugs. Zo zijn daar persplaten aangetroffen met logo’s (Audi en Anker) die ook op een aantal cocaïneblokken zaten die zijn gevonden in de genoemde voertuigen. In de BMW, de Citroën Jumpy en de woning [adres 3] zijn DNA-sporen en vingerafdrukken van verschillende verdachten gevonden. Verder zijn in drie voertuigen professioneel ingebouwde verborgen ruimtes gevonden, terwijl daarover ook in de chatberichten werd gesproken.
De verdachten konden bovendien tegelijkertijd beschikken over blokken cocaïne met de opdruk ICON. Zo werden op 7 en 8 maart 2021 foto’s rondgestuurd, eerst door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en vervolgens ook door [verdachte] en [medeverdachte 4] , waarbij deze blokken te koop werden aangeboden aan anderen. Op 9 maart 2021 werden in voertuigen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] vele blokken cocaïne met opdruk ICON aangetroffen. Dit duidt op een gestructureerde samenwerking met betrekking tot de aankoop, het voorhanden hebben en de handel in cocaïne.
De woning [adres 4] was – zo blijkt uit de chatberichten en observaties– een ontmoetingsplek voor de verdachten en hun contacten en werd gebruikt om drugs en geld op te halen of te brengen. Ook werden daar mogelijk frisdrankblikjes geprepareerd, zodat daarin drugs zouden kunnen worden verborgen. In de woning van [medeverdachte 3] werden soortgelijke blikjes aangetroffen, welke blikjes daadwerkelijk waren geprepareerd. De verdachten ontmoetten elkaar ook op andere locaties en reisden (in wisselende samenstellingen) gezamenlijk naar het buitenland. In de telefoons van enkele verdachten zijn foto’s aangetroffen waarop andere verdachten uit dit onderzoek te zien zijn. Dit alles laat zien dat de verdachten nauw op elkaar waren betrokken.
Uit het procesdossier blijkt dat in de samenwerking tussen de verdachten een zekere rolverdeling is aan te wijzen. Met de voorbereiding van invoer van harddrugs vanuit het buitenland naar Europa hielden met name [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zich bezig, zo blijkt uit hun chatberichten. Bij deze twee verdachten zijn ook de grote hoeveelheden drugs en geld aangetroffen. De aansturende rol van [medeverdachte 2] blijkt ook uit de gesprekken uit 2019 die in de gevangenis zijn opgenomen, waarin het lijkt te gaan over [medeverdachte 4] en over een auto met stashruimte. De drugs werd binnen Europa en in Nederland met name verhandeld door [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Daarbij is te zien dat zij drugs te koop aanbieden of door anderen worden gevraagd om drugs te regelen. In deze berichten valt op dat zij de verkoopprijzen eerst moeten afstemmen, zoals ook uit de verklaring van [medeverdachte 4] ter terechtzitting blijkt. [medeverdachte 3] is betrokken geweest bij meer uitvoerend werk (bij hem zijn goederen aangetroffen voor het wassen en versnijden van drugs). Hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de blokken ICON laat zien dat de drugs eerst beschikbaar was voor [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en dat [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [verdachte] deze drugs aan derden te koop hebben aangeboden, terwijl ze de drugs niet zelf voorhanden hadden. [verdachte] heeft niet alleen berichten gestuurd over de verkoop van drugs, maar bezat ook een auto met stashruimte en heeft zijn woning ter beschikking gesteld. [medeverdachte 6] was de loopjongen van de andere verdachten, die meeging op korte reisjes naar het buitenland en – zo blijkt uit de berichten – koeriersdiensten verrichte als er drugs of geld vervoerd moest worden. Hij woonde bovendien in de woning die door de andere verdachten werd gebruikt.
De rechtbank is op grond van dit alles van oordeel dat tussen de verdachte een zodanig duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband bestond, dat gesproken kan worden over een criminele organisatie. Het oogmerk van deze organisatie was – zo blijkt uit de chatberichten en de aangetroffen goederen – de invoer van en de handel in cocaïne en heroïne dan wel het voorbereiden of bevorderen daarvan. Uit de chatberichten en de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen blijkt ten aanzien van de verdachte dat hij zich ook bewust was van het doel van de organisatie en de door hem daaraan geleverde bijdrage.
Ten aanzien van de pleegperiode zal de rechtbank aansluiting zoeken bij het vroegst aanwijsbare moment waarop de verdachte bij de organisatie betrokken was. Uit de chatberichten blijkt een onderlinge samenwerking die teruggaat tot in elk geval april 2020. In de opgenomen gesprekken tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] uit augustus 2019 wordt echter ook al gesproken over ‘ [medeverdachte 4] ’ en ‘ [accountnaam 3] ’ (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4] ), een auto met afstandsbediening en over ‘geef hem 2 kilo’. Dit zijn elementen die behoren tot de kern van hetgeen is overwogen over de onderlinge samenwerking tussen de verdachten. Verder blijkt dat enkele verdachten al sinds november 2019 in wisselende samenstellingen naar het buitenland zijn gevlogen. Daarom zal de rechtbank in de zaken van [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] uitgaan van een pleegperiode vanaf 1 augustus 2019, in de zaken van [medeverdachte 6] en [verdachte] vanaf 19 november 2019 (de datum waarop zij samen naar Batouta zijn gevlogen), in de zaak van [medeverdachte 1] vanaf 4 april 2020 (de datum waarop hij contact had met [medeverdachte 4] via EncroChat) en in de zaak van [medeverdachte 3] vanaf 20 november 2020 (de dag waarop hij met [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] naar Batouta is gevlogen). In alle zaken loopt de bewezenverklaring tot 9 maart 2021, de dag waarop de verdachten zijn aangehouden, omdat het dossier geen aanwijzingen bevat dat de criminele organisatie voor die datum is opgehouden te bestaan.
Ten aanzien van de pleegplaats overweegt de rechtbank dat het, nu de woonplaats van de verdachte Den Haag betreft, aannemelijk is dat het deelnemen door de verdachte vanuit Den Haag heeft plaatsgevonden. Nu dit niet met zekerheid is vast te stellen, zal de rechtbank als pleegplaats ‘Den Haag en/of elders in Nederland’ bewezen verklaren.
De rechtbank zal – gelet op het voorgaande – onder feit 1 bewezen verklaren dat de verdachte gedurende de periode 19 november 2019 tot en met 9 maart 2021 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, bestaande uit de op de dagvaarding genoemde personen, die tot doel had het plegen van misdrijven als bedoeld in de artikelen 10, derde, vierde en vijfde lid, en 10a van de Opiumwet.