ECLI:NL:HR:2010:BL0641
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voeging proces-verbaal in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij de verdachte, gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Marstal', verzocht om voeging van een proces-verbaal van een terechtzitting in een andere zaak. De Hoge Raad oordeelt dat de toewijzing van dit verzoek door het Hof geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. De advocaat-generaal had verzocht om het proces-verbaal van de zitting van 29 oktober 2008 in de zaak tegen medeverdachte [medeverdachte 1] te voegen in het dossier van de verdachte. De raadsman van de verdachte verzet zich hiertegen, onder andere omdat hij meent dat het in strijd is met de beginselen van een behoorlijke procesorde om een verklaring van een medeverdachte, die niet als getuige is opgeroepen, op deze manier tot het bewijs te laten meewerken. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof toereikend heeft gemotiveerd waarom het verzoek van de advocaat-generaal is toegewezen. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en vermindert deze naar vier jaren en vijf maanden. De redelijke termijn van het cassatieberoep is overschreden, wat ook heeft geleid tot deze vermindering van de straf. De overige middelen van de verdachte kunnen niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad concludeert dat de bestreden uitspraak voor het overige in stand blijft.