ECLI:NL:RBDHA:2022:4585

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 mei 2022
Publicatiedatum
13 mei 2022
Zaaknummer
09/767197-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereiding van moord op basis van Sky ECC-berichten

Op 13 mei 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van de voorbereiding van moord. De rechtbank baseerde haar oordeel op ontsleutelde berichten van de chatapplicatie Sky ECC, waaruit bleek dat de verdachte samen met anderen plannen had gemaakt voor een liquidatie. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek, ondanks de bezwaren van de verdediging over de rechtmatigheid van de verkregen bewijsstukken. De verdediging had aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er twijfels bestonden over de rechtmatigheid van de verkregen Sky ECC-berichten. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van dergelijke voorbereidingen op de rechtsorde en de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/767197-21
Datum uitspraak: 13 mei 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Delft,
BRP-adres: [adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 19 januari 2022 (pro forma), 15 april 2022 (de inhoudelijke behandeling) en 13 mei 2022 (de sluiting van het onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G.K. Schoep en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. M.G. Eckhardt naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van - ten laste gelegd dat:
hij in de periode van 16 februari 2021 tot en met 9 maart 2021 te Den Haag en/of te Honselersdijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten: moord (art. 289 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een vuurwapen en/of munitie, bestemd tot het plegen van die moord, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad.

3.De ontvankelijkheid van de officier van justitie

3.1.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de vervolging. De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd.
In deze zaak blijkt dat Sky ECC-berichten zeer bepalend zijn geweest voor het opsporingsonderzoek en de vervolging van de verdachte. Op 12 april 2022 is op Crimesite.nl het volgende artikel gepubliceerd: ‘Niet de Franse maar Nederlandse politie hackte Sky ECC: misleidde OM Nederlandse rechters?’. Het artikel is gebaseerd op een machtiging van een Franse rechter, waarin - in de Nederlandse vertaling – onder meer staat te lezen:
“Overwegende dat de Nederlandse rechercheurs en technici in het kader van het gemeenschappelijk onderzoeksteam een techniek ontwikkeld hebben waarmee de cryptografische elementen die op elke telefoon opgeslagen zijn die de applicatie Sky ECC gebruikt kunnen worden verkregen (…)”
Het is zeer aannemelijk dat de Nederlandse opsporingsautoriteiten een grotere rol hebben gehad bij de hack dan tot nu toe werd gedacht. Met dat gegeven is rechtmatigheidsonderzoek naar zowel de Franse als de Nederlandse rol hierbij aangewezen. Nu het openbaar ministerie weigert om stukken te overleggen, wordt onvoldoende inzicht gegeven in de rechtmatigheid van de verkrijging en gebruikmaking van de Sky ECC-communicatie. Zo wordt de verdediging de mogelijkheid onthouden om de werkwijze en gehanteerde onderzoeksmethoden te toetsen. Het vertrouwensbeginsel biedt in dit geval geen bescherming. De mogelijkheid bestaat dat het openbaar ministerie doelbewust rechtbanken heeft misleid met het verstrekken van onjuiste informatie en dat het daarmee de verdediging het recht op een eerlijk proces heeft onthouden, nu de onderliggende stukken op oneigenlijke gronden niet worden verstrekt. Dit moet, primair, leiden tot de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging van de verdachte.
3.2.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hij ontvankelijk is in de vervolging. Daartoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat er geen begin van aannemelijkheid is dat het openbaar ministerie de rechtbank niet goed heeft geïnformeerd of heeft misleid of mogelijk een eerlijk verloop van het strafproces heeft gefrustreerd. In internationale samenwerking geldt het vertrouwensbeginsel, wat maakt dat niet alle informatie over het opsporingsonderzoek in het buitenland hoeft te worden verstrekt. Er is in een samenwerkingsverband een tool ontwikkeld die met machtiging van een Franse onderzoeksrechter in Frankrijk is ingezet. Het openbaar ministerie is transparant geweest over het feit dat er is samengewerkt en over het feit dat Nederlandse technische inbreng is geleverd bij de interceptietool. In de fase van toepassing van bevoegdheden kan alleen maar de conclusie zijn dat dit bevoegdheden zijn volgens Frans recht in Frankrijk toegepast.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Algemene inleiding
Sky ECC is een chatapplicatie van de rechtspersoon Sky Global waarmee gebruikers op versleutelde wijze met elkaar kunnen communiceren. In meerdere opsporingsonderzoeken is gebleken dat de Sky-app is gebruikt bij het plegen van ernstige strafbare feiten die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleverden.
Op 1 november 2019 is het strafrechtelijk onderzoek Werl gestart, dat zich richt op de rechtspersoon Sky Global en de bestuurders en/of werknemers daarvan wegens verdenking van deelneming aan criminele organisatie en (gewoonte)witwassen. In die periode zijn ook in Frankrijk en België strafrechtelijke onderzoeken tegen de aanbieder gestart. De Franse autoriteiten hebben in hun onderzoek een ‘interceptietool’ ingezet, waarvoor een Franse onderzoeksrechter een machtiging heeft verleend. Met de inzet van deze ‘interceptietool’ zijn vanaf medio juni 2019 data van de toestellen van Sky ECC verzameld. Vanaf de start van het onderzoek Werl hebben de Franse autoriteiten de onderzoeksbevindingen die zij hebben verkregen met de inzet van de interceptietool gedeeld met het Nederlandse onderzoeksteam.
Op 13 december 2019 is een Joined Investigation Team (hierna: JIT) opgericht door Frankrijk, België en Nederland, met als doel het gezamenlijk onderzoeken van de verdenkingen tegen Sky Global, haar bestuurders en werknemers, alsmede onderzoek naar de criminele samenwerkingsverbanden die gebruik maken van Sky ECC voor het plegen en/of voorbereiden van strafbare feiten. Het openbaar ministerie heeft het onderzoek Werl in het JIT ingebracht, waarbij informatie is gedeeld met het op 11 december 2019 in Nederland gestarte onderzoek 26Argus, dat zich richt op de criminele samenwerkingsverbanden van de NN-gebruikers van Sky ECC en onder meer tot doel heeft het aan de hand van de inhoudelijke data in beeld brengen en analyseren van de criminele samenwerkingsverbanden die gebruikmaken van cryptotelefoons van Sky ECC. Hierbij is een grote hoeveelheid encrypted berichten ontdekt en ontsleuteld, waaronder de berichten in de onderhavige zaak.
Technische bijdrage uit Nederland
Uit de genoemde beschikking van de Franse onderzoeksrechter en uit de brief van de zaaksofficieren van het onderzoek 26Argus van 13 september 2021 (“Ons kenmerk Argus, Onderwerp Juridisch kader gebruik geïntercepteerde data”), die de officier daags vóór de inhoudelijke behandeling van de zaak van de verdachte heeft overgelegd, komt naar voren dat een aantal Nederlandse rechercheurs en technici een bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van de interceptietool.
Beoordeling
Niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de vervolging komt als in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) omschreven rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke omstandigheden in aanmerking. Daarvoor is alleen plaats wanneer sprake is van een vormverzuim dat daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde -waartoe is te rekenen het verbod op misleiding van de rechter - waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.
De rechtbank ziet zich hier voor de vraag gesteld of het openbaar ministerie de rechtbank onjuist althans niet volledig heeft voorgelicht en daarmee geprobeerd heeft de rechter of de verdediging doelbewust op het verkeerde been te zetten.
Uitgangspunt is dat de inzet van de interceptietool en de daarvoor benodigde aanvragen en toetsing in Frankrijk hebben plaatsgevonden. De data zijn in Frankrijk verzameld, op basis van Franse strafvorderlijke bevoegdheden, waarvoor een Franse rechter een machtiging heeft verleend. De informatie komt uit een Frans onderzoek, waarvoor het vertrouwensbeginsel geldt. Dit beginsel brengt mee dat ten aanzien van de onderzoekshandelingen waarvan de uitvoering plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van buitenlandse autoriteiten van een andere Staat die is toegetreden tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), de taak van de Nederlandse strafrechter is beperkt tot het waarborgen dat de wijze waarop van de resultaten van dit onderzoek in de strafzaak tegen de verdachte gebruik wordt gemaakt, geen inbreuk maakt op zijn recht op een eerlijk proces, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 EVRM. Het is niet de taak van de Nederlandse strafrechter om te toetsen of de manier waarop het buitenlandse onderzoek is uitgevoerd, strookt met de in dat land geldende rechtsregels.
De enkele omstandigheid dat meer informatie naar buiten is gekomen over de technische betrokkenheid van Nederlandse opsporingsambtenaren bij de ontwikkeling en plaatsing van de interceptietool in het Franse opsporingsonderzoek, leidt niet tot de conclusie dat het openbaar ministerie bewust onvolledige of foutieve informatie naar buiten heeft gebracht en daarmee een eerlijk verloop van het strafproces zou hebben gefrustreerd. Dat in eerdere stukken betreffende het onderzoek 26Argus niet wordt gerept van de Nederlandse technische bijdrage die uit de Franse machtiging naar voren komt, maakt nog niet dat kan worden gesproken van misleiding. Zoals ook in de door de officier van justitie overgelegde brief van 13 september 2021 wordt gesteld, doet de Nederlandse technische inbreng er niet aan af dat de inzet van het interceptiemiddel heeft plaatsgevonden op Frans grondgebied, in een Frans onderzoek, met toepassing van Franse rechterlijke machtigingen en ligt de verantwoordelijkheid voor het opsporingsonderzoek bij de Franse autoriteiten. De verdediging heeft niet onderbouwd waarom deze Nederlandse technische inbreng zou maken dat deze verantwoordelijkheid bij Nederland komt te liggen. De hier bedoelde Nederlandse technische bijdrage is dan ook niet voldoende om van het vertrouwensbeginsel af te wijken. Nu het leveren van deze technische bijdrage in dit kader geen juridisch relevante consequenties heeft, kan uit het gegeven dat de desbetreffende informatie niet eerder is prijs gegeven niet worden afgeleid dat het openbaar ministerie geprobeerd heeft de rechter in zijn controlerende taak te misleiden.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek als gevolg van een verkeerde of onvolledige voorlichting door het openbaar ministerie. Dit oordeel brengt mee dat de rechtbank evenmin het standpunt deelt dat het openbaar ministerie op oneigenlijke gronden stukken niet heeft verstrekt. Het verweer van de raadsman wordt verworpen. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

4.De beoordeling van de tenlastelegging

4.1.
De inleiding
Op 16 en 21 februari 2021 heeft de politie meldingen ontvangen van het Team Criminele Inlichtingen, waaruit blijkt dat sprake is van een dreiging op het leven van [slachtoffer] en zijn familie. De politie is naar aanleiding van deze melding een onderzoek gestart. Tijdens dit onderzoek zijn meerdere verdachten in beeld gekomen, onder wie de verdachte. Hij wordt ervan verdacht samen met anderen voorbereidingshandelingen te hebben getroffen voor het plegen van een moord.
4.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. Op specifieke standpunten wordt hierna – voor zo ver van belang – nader ingegaan.
4.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van het hem ten laste gelegde feit. Op specifieke standpunten wordt hierna – voor zover van belang – nader ingegaan.
4.4.
Het verweer van de verdediging strekkende tot bewijsuitsluiting
In het dossier bevinden zich diverse gesprekken tussen gebruikers van de berichtenapplicatie Sky ECC. De raadsman heeft aangevoerd dat voor de opslag van de serverdata Sky ECC geen wettelijke grondslag bestaat en dat onvoldoende inzicht is gegeven in de rechtmatigheid van de verkrijging en de gebruikmaking van de Sky ECC- communicatie. Verder heeft de verdediging aangevoerd dat het enkele gebruik van de Sky- applicatie onvoldoende is voor een redelijk vermoeden van schuld en het in georganiseerd verband bezig zijn met het plegen van strafbare feiten, die de integrale interceptie zou rechtvaardigen. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de Sky ECC gesprekken onrechtmatig zijn verkregen en dat als gevolg daarvan de verdachte ernstig in zijn belangen is geschaad en daarmee sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in het vooronderzoek in de zin van artikel 359a Sv, waardoor bewijsuitsluiting dient te volgen.
De rechtbank is van oordeel dat aan de hand van de verstrekte stukken voldoende kan worden gecontroleerd of het bewijs rechtmatig is verkregen. Zoals hiervoor al is overwogen, is het vertrouwensbeginsel van toepassing. Het Franse onderzoek is getoetst door een Franse rechter-commissaris, wiens handelen onderworpen is aan het EVRM. Gelet hierop is het niet aan de Nederlandse strafrechter om te toetsen of de inzet van de interceptietool strookt met de in Frankrijk geldende rechtsregels. Voorts staat niet ter toetsing aan de Nederlandse strafrechter of al dan niet een toereikende wettelijke grondslag bestond voor eventueel door de Franse autoriteiten gemaakte inbreuk op het recht op respect voor het privéleven dan wel of die inbreuk noodzakelijk is geweest. De taak van de Nederlandse strafrechter is ertoe beperkt te waarborgen dat de wijze waarop van de resultaten van dit buitenlandse onderzoek in de strafzaak gebruik wordt gemaakt, geen inbreuk maakt op het recht op een eerlijk proces, als bedoeld in artikel 6 lid 1 EVRM. De rechtbank stelt bij de beoordeling van de verzoeken om kennisname van de stukken voorop dat sprake is geweest van een opsporingsonderzoek dat onder verantwoordelijkheid van de Franse autoriteiten heeft plaatsgevonden. Op basis van eerder genoemd vertrouwensbeginsel geldt het uitgangspunt dat de Nederlandse strafrechter erop moet vertrouwen dat de interceptie in Frankrijk op basis van een toereikende wettelijke grondslag en in overeenstemming met artikel 8 EVRM heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van die verkrijging is niet gebleken van een schending van het recht op een eerlijk proces.
De rechtbank deelt in dit verband niet het standpunt van de verdediging dat sprake is geweest van algemene dataverzameling. Het gaat om een afgebakende groep, namelijk gebruikers van Sky ECC-communicatie, en om een concrete verdenking, namelijk dat Sky ECC in overwegende mate is gebruikt door deelnemers aan de georganiseerde criminaliteit.
De rechtbank ziet, gelet op het voorgaande, geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de verkrijging en verwerking van de berichten van Sky ECC onrechtmatig is verlopen en dat om die reden sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv. Het verweer strekkende tot bewijsuitsluiting wordt daarom verworpen.
4.5.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in de bijlage opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
4.6.
Bewijsoverwegingen
Juridisch kaderAan de verdachte is tenlastegelegd het medeplegen van voorbereiding van moord. Ingevolge artikel 46 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht is sprake van strafbare voorbereiding wanneer de dader opzettelijk middelen (voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimen of vervoermiddelen) verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft die zijn bestemd tot het begaan van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld.
Vast moet komen te staan dat de in de tenlastelegging omschreven voorwerpen, te weten het vuurwapen en/of de munitie, bestemd waren tot het begaan van een moord. Daartoe moet worden beoordeeld of de middelen naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen van de verdachte dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik daarvan voor ogen had. Een concretisering van het voor te bereiden misdrijf naar tijdstip, plaats en wijze van uitvoering is niet vereist; met andere woorden: duidelijkheid over het precieze ‘waar, wanneer en tegen wie’ is niet nodig. Voldoende is dat het bewezenverklaarde feit strekt ter voorbereiding van het grondmisdrijf en dat het opzet van de verdachte op het begaan daarvan was gericht. Bewezen moet worden dat de verdachte opzet heeft gehad op de bestemming, het beoogde gebruik, van de voorwerpen die hij voorhanden had. Daarvoor is voorwaardelijk opzet voldoende.
Met inachtneming van het hiervoor geschetste kader zal de rechtbank overgaan tot beantwoording van de vraag of de tenlastegelegde voorbereidingshandelingen zijn bewezen.
Identificatie van Sky-ID
Voor de bewijsvoering komt het in belangrijke mate aan op de inhoud van de ter beschikking gekomen chatberichten van Sky ECC. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of kan worden vastgesteld dat de verdachte berichten heeft verstuurd met een Sky-ID-account.
In het bewijsmiddelenoverzicht bevinden zich enkele processen-verbaal met daarin identificerende gegevens waarmee de verdachte aan Sky-ID [Sky- ID 1] wordt gekoppeld. De rechtbank overweegt dat uit de zendmastregistraties van de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] , de zendmastregistraties van Sky-ID [Sky- ID 1] , de in- en uitreisgegevens van de verdachte, de aangetroffen boardingpass en de berichten die zijn verstuurd volgt dat de verdachte de gebruiker is van Sky-ID [Sky- ID 1] . Uit de bewijsmiddelen blijkt immers dat de twee telefoonnummers telkens bij elkaar waren en zich verplaatsten met de telefoon waarop Sky-ID [Sky- ID 1] is geïnstalleerd. Zowel de telefoonnummers als Sky-ID [Sky- ID 1] straalden meermalen de [adres 4] aan, een mast waar het adres [adres 5] onder valt, waar vervolgens tijdens een doorzoeking van deze woning een boardingpass op naam van de verdachte is aangetroffen met een vlucht van 26 januari 2021 van Al Hoceima naar Rotterdam. Dit komt weer overeen met de gevorderde PNR gegevens van de verdachte en met de registratie dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] op 26 januari 2021 om 21.01 uur het netwerk op Rotterdam Airport binnenkomt. Bovendien kunnen niet alleen de via Sky ECC verkregen gegevens direct aan de verdachte worden gekoppeld, deze identificerende gegevens zijn ook nog verankerd in gegevens aangetroffen in de telefoon van de broer van de verdachte. Zo staat in de contactenlijst van die telefoon het telefoonnummer [telefoonnummer 1] opgeslagen onder de naam ‘ [verdachte] ’. Gelet op de gelijkenis met de voornaam van de verdachte en het feit dat het nummer is opgeslagen in de telefoon van de broer van de verdachte, wijst een en ander naar het oordeel van de rechtbank voldoende specifiek naar de verdachte. Verder draagt ook de communicatie van het Sky-account bij aan het bewijs dat de verdachte de gebruiker is geweest van Sky-ID [Sky- ID 1] . Met dit account is een foto van een medisch recept verstuurd waarop de naam van de verdachte staat vermeld.
De verdachte heeft, nadat hij in eerste instantie had ontkend, ter terechtzitting verklaard dat hij af en toe gebruik mocht maken van twee telefoons van een vriend van zijn broer. Met de telefoons mocht hij berichten naar zijn broer versturen. De verdachte heeft daarbij verklaard niet te weten hoe die vriend heet. Op een van die telefoons was de Sky ECC-applicatie geïnstalleerd. Deze vriend, die de verdachte naar zijn zeggen enkele maanden zou kennen, zou volgens de verdachte gelijktijdig met hem naar Turkije zijn gereisd om hem daar de weg te wijzen. De verdachte heeft de telefoons ook in Nederland gebruikt, omdat hij zijn eigen privételefoon had weggedaan.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte volstrekt ongeloofwaardig, te meer nu de verdachte ter zitting geen enkele verifieerbare informatie heeft gegeven die zijn verklaring zou kunnen ondersteunen. Bovendien valt niet in te zien waarom een gebruiker van een dergelijk beveiligde chatdienst het risico zou nemen een hem vrijwel onbekende persoon daarvan gebruik te laten maken. Gelet op het voorgaande schuift de rechtbank het door de verdachte geschetste alternatieve scenario dan ook als uiterst onaannemelijk terzijde, stelt zij vast dat de verdachte de gebruiker is van Sky-ID [Sky- ID 1] en dat alle zich in het dossier bevindende berichten van dat account aan de verdachte zijn toe te schrijven.
Het misdadige doel
De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of uit de bewijsmiddelen volgt dat een misdrijf werd voorbereid waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank het navolgende vast.
Vastgesteld is dat de verdachte als gebruiker van Sky-ID [Sky- ID 1] contact had met andere Sky ECC-gebruikers. Uit de in de bewijsmiddelen aangehaalde chatgesprekken volgt dat het doel was om een liquidatie te plegen. In deze berichten wordt expliciet gesproken over het laten slapen van het beoogde slachtoffer, zijn adres, zijn familie, het paraat zetten van een wagen en het pakken van een 25; ook gaat het in de gesprekken over een auto en het ijzer die klaar staan. Gezien de context leidt de rechtbank af dat met ‘ijzer’ en ‘25’ een vuurwapen is bedoeld. Uit de planmatige aard van de voorbereiding, zoals blijkt uit de Sky ECC-gesprekken, leidt de rechtbank af dat de verdachte momenten van kalm beraad en rustig overleg heeft gehad, zodat zijn gedragingen kunnen worden gekwalificeerd als de voorbereiding van een moord. Uit de berichten blijkt immers dat alles in gereedheid was gebracht om de liquidatie te laten plaatsvinden en dat alleen werd gewacht tot het beoogde slachtoffer werd gezien.
Op het misdrijf moord staat een gevangenisstraf van meer dan acht jaar, waardoor aan voornoemd vereiste is voldaan.
Het wapen
De rechtbank stelt, gelet op de Sky ECC-gesprekken, vast dat de verdachte een wapen heeft verworven en voorhanden heeft gehad. De omstandigheid dat er geen wapen bij de verdachte is aangetroffen staat aan een bewezenverklaring van het verwerven en voorhanden hebben daarvan niet in de weg, omdat een directe fysieke beschikkingsmacht niet noodzakelijk is om tot een bewezenverklaring te komen. Vastgesteld moet worden dat de voorbereider de feitelijke macht over het wapen kan uitoefenen in de zin dat hij erover kan beschikken. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de verdachte kennis heeft van de aanwezigheid van een wapen van een ander, terwijl hij redelijkerwijs daarvan niet direct afstand heeft genomen. De rechtbank is van oordeel dat dit het geval is. De verdachte heeft immers een chatbericht verstuurd waaruit volgt dat de auto en het ijzer al klaar stonden. Het voorhanden hebben van het wapen met het doel om iemand te liquideren veronderstelt dat ook munitie voorhanden is geweest. Uit de Sky ECC-gesprekken volgt tot slot dat het wapen en de munitie bestemd waren om een liquidatie te plegen, waardoor ook aan het vereiste van een voorbereidingsmiddel is voldaan.
Opzet en medeplegen
Aan de verdachte is het medeplegen van voorbereidingshandelingen van moord tenlastegelegd. Deze deelnemingsvorm vereist een bewuste en nauwe samenwerking die was gericht op het voltooien van het delict, in dit geval de voorbereiding van een moord. Hiervoor is opzet van de verdachte op de door hemzelf verrichte gedragingen en op de samenwerking vereist. Uit de bewijsmiddelen volgt dat meerdere personen betrokken zijn geweest bij de voorbereiding tot het plegen van moord. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat het om een aantal gesprekken gaat die steeds wijzen op hetzelfde feitencomplex. Deze personen, onder wie verdachte, hebben zich opzettelijk bezig gehouden met genoemde voorbereiding, waarbij de opzet van de verdachte er tevens gericht was op het beoogde gebruik van het vuurwapen voor het (laten) plegen van een moord. De rechtbank is verder van oordeel dat uit de onderlinge verwevenheid van de redengevende feiten en omstandigheden – met name de inhoud van de contacten tussen de Sky-gebruikers - voortvloeit dat bij de voorbereiding sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met een gezamenlijk en concreet misdadig doel, te weten moord.
Conclusie
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging met anderen voorbereidingshandelingen heeft gepleegd voor een moord. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
4.7.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij in de periode van 16 februari 2021 tot en met 9 maart 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, ter voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld te weten: moord (art. 289 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een vuurwapen en munitie, bestemd tot het plegen van die moord, heeft verworven en voorhanden heeft gehad.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De strafoplegging

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De officier heeft hierbij aansluiting gezocht bij de strafoplegging in de zaak die ter beoordeling voorlag aan de Hoge Raad in zijn arrest van 13 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2853.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, in het geval van een bewezenverklaring, verzocht tot strafvermindering over te gaan in verband met de aanwezigheid van vormverzuimen als bedoeld in artikel 359a Sv. Verder heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte is een first offender, waardoor oplegging van een lagere gevangenisstraf dan is geëist aangewezen is.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan de voorbereiding van een moord. Uit het dossier komt een beeld naar voren van een man die zich beweegt in het drugscircuit. Het drugscircuit staat bekend als een wereld waarin overvloedig geld wordt verdiend, maar waarin ook meedogenloos met mensen wordt afgerekend. De voorbereiding van de moord had een professioneel karakter. Met behulp van versleutelde berichten werd noodzakelijke informatie over het beoogde slachtoffer uitgewisseld. De inhoud van deze berichten is schokkend en laat er geen twijfel over bestaan hoe onverschillig er werd gedacht over het leven van het beoogde slachtoffer. Het behoeft geen betoog dat liquidaties in het criminele milieu leiden tot gevoelens van onrust in de samenleving. Dit soort feiten, ook de voorbereiding ervan, schokt de rechtsorde en versterkt de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 17 maart 2022. Hieruit volgt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van geweldsfeiten.
De op te leggen strafBij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank rekening gehouden met de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf. Zij acht daarbij oplegging van een hogere dan de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden, te weten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaar. Wanneer een deel van de drie jaar gevangenisstraf voorwaardelijk zou worden opgelegd, zou naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht worden gedaan aan de ernst en de aard van het door de verdachte begane strafbare feit. Bovendien geven noch de - ontkennende- proceshouding noch de persoonlijke omstandigheden van de verdachte daartoe aanleiding.
Van vormverzuimen is, zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, geen sprake. Strafvermindering op die grond is daarom niet aan de orde.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst tot deze einduitspraak en herleeft dus. De gronden en ernstige bezwaren voor de voorlopige hechtenis gelden nog onverkort. De rechtbank ziet daarom ambtshalve geen aanleiding de voorlopige hechtenis op te heffen. Voor een nieuwe schorsing van de voorlopige hechtenis ziet zij evenmin reden.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 46, 47 en 289 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.
9. De beslissing
De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 4.7 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
medeplegen van voorbereiding van moord;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.P.M. Meskers, voorzitter,
mr. J.C. U-A-Sai, rechter,
mr. J.M. Hamaker, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.N.D. Snel, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 mei 2022.
Bijlage I
De bewijsmiddelen
Bewijsmiddelen, behorende bij het vonnis van de rechtbank te Den Haag, ten name van de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Delft,
BRP-adres: [adres 1] .
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en).
Wanneer hierna wordt verwezen naar
proces-verbaal Imet dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2021048647, van de politie eenheid Den Haag, District Den Haag-Centrum, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 493).
Wanneer hierna wordt verwezen naar
proces-verbaal IImet dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2021048647, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 474 t/m 636).
. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 15 april 2022, voor zover inhoudende:
Ik heb af en toe gebruik gemaakt van de telefoon van een vriend waar ik mijn tanden ging laten maken in Turkije. Diegene die de eigenaar van de telefoon is verblijft in het huis aan de [adres 5] in Den Haag. Ik stuurde af en toe een bericht naar mijn broer.
In Nederland gebruikte ik het toestel ook.
Het kan kloppen dat de boardingpass van mij is.
Ik heb via twee toestellen zitten appen.
. Het proces-verbaal van verdenking, proces-verbaal II, opgemaakt op 13 april 2021, voor zover inhoudende (p. 483-485):
Gebruiker [Sky ID 4 ] , verzendt een foto en de naam [betrokkene 1] , waarbij hij vermeld dat deze persoon geld met de waarde 1,3 miljoen gestolen heeft waarvan Colombianen de eigenaar zijn. Hij vermeldt dat wie van hem steelt "gaat liggen". Waarvan het vermoeden bestaat dat hiermee bedoeld wordt dat diegene van het leven wordt beroofd. Daarnaast wordt er geschreven: "We zijn broertje of iemand van ouderlijk huis pakken dan moet hij opdagen of gaat dat te ver." Evenals: "Sim br hebben een adres van die dief waar die altijd gewoont heb, onze jongens posten daar of de hem".
Doorzoeking [adres 2] (woning van aangehouden verdachte [verdachte] ). Tijdens de doorzoeking van de woning van [betrokkene 2] (broer van [verdachte] ) is een mobiele telefoon aangetroffen. In de contactenlijst van deze telefoon is het telefoonnummer [telefoonnummer 1] met daarbij de naam [verdachte] aangetroffen. Gelet op de naam van het contact en het feit dat [verdachte] de broer is van [betrokkene 2] , is het aannemelijk dat dit telefoonnummer in gebruik is bij [verdachte] . Uit analyse van de veilig gestelde data van de genoemde aangetroffen mobiele telefoon bleek tevens het volgende: In de telefoon is een Whatsapp gesprek aangetroffen tussen de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] (in gebruik bij [betrokkene 2] ) en de gebruiker van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 2] . De gebruiker van dit telefoonnummer staat in de contactenlijst onder de naam [naam 1] en noemt zich [naam 2] . Op 1 maart 2021 stuurt deze [naam 1] een bericht dat hij op dat moment naar Bodrum vliegt. Uit een chatgesprek van 2 maart 2021 blijkt dat de gebruiker van [telefoonnummer 2] nog 2k moet betalen voor zijn huis waarop hij aangeeft dat hij gisteren 1k aan [betrokkene 3] heeft gegeven. [betrokkene 3] is de huurder van het perceel [adres 3] waar diverse administratieve bescheiden van [verdachte] zijn aangetroffen. Naar aanleiding van bovenstaande aannemelijk dat telefoonnummer [telefoonnummer 2] in gebruik is bij [verdachte]
Analyse historische verkeersgegevens telefoonnummer [telefoonnummer 1]
De historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zijn gevorderd en verkregen. Uit analyse is gebleken dat dit telefoonnummer tot 2 maart 2021 actief is geweest. De meest gebruikte Cell-ID, in de voor nachtrust bestemde tijd, van dit telefoonnummer betreft [adres 4] . Deze locatie heeft de [adres 5] onder zijn bereik. [adres 5] betreft de vermoedelijke verblijfplaats van [verdachte] .
Analyse historische verkeersgegevens telefoonnummer [telefoonnummer 2]
Uit analyse van de opgevraagde verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer 2] , bleek dat genoemd telefoonnummer van 6 oktober 2020 tot en met 2 maart 2021 in het netwerk zit tot 16 februari 2021, daarna alleen maar doorschakelingen. Tevens bleek de meest gebruikte cell ID ook in de voor de nachtrust bestemde tijd: [adres 4] Den Haag. Deze cell ID heeft de locatie van de [adres 5] te Den Haag onder zijn bereik. Ook bleek dat genoemd telefoonnummer op 26 januari te 21.01 uur het netwerk binnenkomt op Rotterdam Airport, het geen overeenkomt met de aangetroffen boardingpass op naam van [verdachte] .
Analyse historische verkeersgegevens SKY ECC [Sky- ID 1] :
Uit de verdere analyse van de historische verkeersgegevens van het IMEI-nummer
[IMEI Numer] met SKY- ID [Sky- ID 1] is gebleken dat dit toestel op 26 januari 2021 om 16:52 uur gebruik maakt van netwerk in Marokko (Marok Telecom) en om 20:40 uur gebruik maakt van het Nederlandse netwerk KPN. Als genoemd IMEI-nummer in het Nederlandse netwerk is maakt deze tijdens de nachtrust bestemd tijd gebruik van een zendmast op de [adres 4] . Deze zendmast heeft bereik op de [adres 5] .
PNR gegevens [verdachte]
Uit gevorderde PNR gegevens gebleken dat [verdachte] op 26 januari 2021 vanuit Marokko naar Nederland is gereisd.
Zendmastverplaatsingen telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] en de PGP [IMEI Numer] . Uit de analyse van de printgegevens van telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] , beiden in gebruik (geweest) bij [verdachte] en analyse van PGP [IMEI Numer] bleek aan de hand van de cell ID (masten) dat de nummers dezelfde verplaatsingen maakten en bij elkaar waren.
Uit analyse van de chats van de gebruiker van Sky ECC [Sky- ID 1] bleek dat er op 8 maart 2021 te 10:35 uur door de gebruiker, vermoedelijk [verdachte] , een foto van een recept wordt gestuurd naar de gebruiker van Sky ECC [Sky- ID 2] .
Op de foto staat een recept in het Turks.
[Kliniek]
Dit betreft een kliniek voor esthetische operaties
Het recept is afgegeven voor [verdachte] op 8 maart 2021:
Foto van het aangetroffen recept
Gezien al het bovenstaande kan worden aangenomen dat de verdachte [verdachte] de
gebruiker is van de PGP met IMEI nummer [IMEI Numer] met SKY-ECC ID:
[Sky- ID 1] en kan [verdachte] worden aangemerkt als verdachte van bovenstaande
feiten.
. Het proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaal II, opgemaakt op 6 juli 2021, voor zover inhoudende (p. 567-571):
Uit onderzoek gegevens van de politie database van IMEI-nummers blijkt het IMEI-nummer [IMEI Numer] een telefoon van het merk: Samsung en van het Type: Galaxy S20 te zijn. In de genoemde opgevraagde periode blijkt de telefoon alleen in het netwerk van provider KPN gebruikt te zijn in de periode van 13 oktober 2020 tot en met 1 maart 2021. In deze periode is de telefoon gebruikt met twee simkaarten welke behoorde bij de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] van de serviceprovider Lebara.
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] over de genoemde blijkt dat telefoon het meest van één basisstation gebruik maakte in de voor de nachtrust bestemde tijd tussen 22:00 uur en 07:00 uur.
Basisstation: [adres 4] te Den Haag richting 60 graden.
Dit basisstation heeft het verblijfadres van [verdachte] [adres 5] te den Haag onder zijn bereik. In de genoemde periode maakt de telefoon in totaal ongeveer 137 keer gebruik in de nachtelijke uren van het genoemde basisstation. Ik zag dat de telefoon als er telefonische verbindingen waren dagelijks in de voor de nachtrust bestemde tijd contact gemaakt met dit genoemde basisstation.
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] over de genoemde periode blijkt dat telefoon het meest van één basisstation gebruik maakte overdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur.
Basisstation: [adres 4] te Den Haag richting 60 graden.
In de genoemde periode maakt de telefoon in totaal ongeveer 145 gebruik van het genoemde basisstation. Ik zag dat de telefoon dagelijks contact maakt met dit genoemde basisstation. Dit basisstation heeft het verblijfadres van [verdachte] [adres 5] te den Haag onder zijn bereik.
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] over de genoemde blijkt dat telefoon het meest van één basisstation gebruik maakte in de voor de nachtrust bestemde tijd tussen 22:00 uur en 07:00 uur.
Basisstation: [adres 4] te Den Haag richting 60 graden.
Dit basisstation heeft het verblijfadres van [verdachte] [adres 5] te den Haag onder zijn bereik. In de genoemde periode maakt de telefoon in totaal ongeveer 1000 keer gebruik in de nachtelijke uren van het genoemde basisstation. Ik zag dat de telefoon als er telefonische verbindingen waren dagelijks in de voor de nachtrust bestemde tijd contact gemaakt met dit genoemde basisstation.
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] over de genoemde periode blijkt dat telefoon het meest van één basisstation gebruik maakte overdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur.
Basisstation: [adres 4] te Den Haag richting 60 graden. In de genoemde periode maakt de telefoon in totaal ongeveer 19 gebruik van het genoemde basisstation. Ik zag dat de telefoon dagelijks contact maakt met dit genoemde basisstation. Dit basisstation heeft het verblijfadres van [verdachte] [adres 5] te den Haag onder zijn bereik.
Op dinsdag 9 maart vond er een doorzoeking plaats op het adres [adres 5] te 's-Gravenhage waarvan is vastgesteld dat dit de verblijfplaats is van [verdachte] . Tijdens deze doorzoeking werd onder andere een boardingpass aangetroffen op naam van [verdachte] met een vlucht met vluchtnummer [vluchtnummer] van 26-01-2021 van Al Hoceima naar Rotterdam. Op de boardingpass stond als tijdstip van sluiting van het boarden het tijdstip van 16:55 uur. Op 8 januari 2021 maakt het telefoonnummer te 13.43 uur gebruik van het basisstation: Rotterdam Airport te Rotterdam. Dit basisstation heeft het vliegveld van Rotterdam onder zijn bereik. Op 8 januari 2021 maakt het telefoonnummer [telefoonnummer 1] te 16.47 uur gebruik van het Marokkaanse telecom netwerk. Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] maakt tussen 8 januari en 26 januari 2021 gebruik van het Marokkaanse telecom netwerk. Op 26 januari 2021 verplaatst het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van het Marokkaanse netwerk naar het Nederlandse netwerk. Op 26 januari 2021 maakt het telefoonnummer [telefoonnummer 1] te 21 .01 uur gebruik van het basisstation: Rotterdam Airport te Rotterdam. Dit basisstation heeft het vliegveld van Rotterdam onder zijn bereik.
Uit gevorderde PNR gegevens is gebleken dat [verdachte] op 26 januari 2021
vanuit Marokko naar Nederland is gereisd.
Tijdens de doorzoeking van de woning van [betrokkene 2] (broer van [verdachte] ) is een mobiele telefoon aangetroffen. De data van deze telefoon is veilig gesteld. In de contactenlijst van deze telefoon is het telefoonnummer [telefoonnummer 1] met daarbij de naam [verdachte] aangetroffen Uit analyse van de veilig gestelde data van de genoemde aangetroffen mobiele telefoon bleek tevens het volgende: In de telefoon is een Whatsapp gesprek aangetroffen tussen de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] (in gebruik bij [betrokkene 2] ) en de gebruiker van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 2] . De gebruiker van dit telefoonnummer staat in de contactenlijst onder de naam [naam 1] en noemt zich [naam 2] . Op 1 maart 2021 stuurt deze [naam 1] een bericht dat hij op dat moment naar Bodrum vliegt. Uit een chatgesprek van 2 maart 2021 blijkt dat de gebruiker van [telefoonnummer 2] nog 2k moet betalen voor zijn huis waarop hij aangeeft dat hij gisteren 1k aan [betrokkene 3] heeft gegeven. [betrokkene 3] is de huurder van het perceel [adres 3] waar diverse administratieve bescheiden van [verdachte] zijn aangetroffen.
PNR gegevens [verdachte]
Uit gevorderde PNR gegevens is gebleken dat [verdachte] op 1 maart 2021 vanuit Nederland naar Turkije is gereisd. Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] vanaf 1 maart 2021 gebruik maakt van het Turkse telecom netwerk.
Gebruiker IMEI en telefoonnummers
Gelet op het vorenstaande, stel ik vast dat de verdachte [verdachte] de vermoedelijke gebruiker is van het IMEI-nummer [IMEI Numer] en de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] .
. Het proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaal II, opgemaakt op 7 juli 2021, voor zover inhoudende (p. 572-580):
Er is data verkregen van de Sky-ECC telefoon met het IMEI nummer [IMEI Numer] / accountnaam [accountnaam] verkeersgegevens Van het IMEI nummer [IMEI Numer] , zijn bij de provider KPN, de historische verkeersgegevens gevorderd van de periode 17 september 2020 tot en met 17 maart 2021. Ik zag dat de telefoon, binnen de gevorderde periode, in gebruik was geweest van 19 september 2020 tot en met 10 maart 2021.
Gebruikte basisstations nachtrust bestemde tijd:
Uit de historische verkeersgegevens van het IMEI nummer [IMEI Numer] over de genoemde blijkt dat telefoon het meest van één basisstation gebruik maakte in de voor de nachtrust bestemde tijd tussen 22:00 uur en 07:00 uur.
Basisstation: [adres 4] te Den Haag richting 60 graden.
Dit basisstation heeft het verblijfadres van [verdachte] [adres 5] te den Haag onder zijn bereik.
Onderzoek PGP en telefoonnummer [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] .
Ik verbalisant het een onderzoek gedaan naar de verplaatsingen van het IMEI-nummer [IMEI Numer] (PGP telefoon) en de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] . waarvan is vastgesteld dat de vermoedelijke gebruiker [verdachte] is, in de overlappende periode van 23 november 2020 tot en met 10 maart 2021 Zowel de PGP als het telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] maken gebruik van het netwerk van de provider KPN en daarom vaak van dezelfde basisstations.
Uit deze analyse blijkt het navolgende:
Dat zowel de PGP telefoon met IMEI-nummer [IMEI Numer] als de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] . beide dagelijks van basisstations gebruik maken in de directe omgeving van elkaar en als er een verplaatsing is beide met elkaar mee verplaatsen in dezelfde richting. Dit als de telefoons in het Nederlandse netwerk zitten.
Dat op 1 maart 2021 de PGP telefoon met IMEI-nummer [IMEI Numer] te 10.31 uur gebruik maakt van het basisstation gelegen te Pier C Schiphol Luchthaven. Vervolgens maakt op 8 januari 2021 de PGP telefoon met IMEI-nummer [IMEI Numer] vanaf 15.35 uur gebruik maakt van het Turkse telecom netwerk. Dat op 1 maart 2021 het telefoonnummer [telefoonnummer 2] vanaf 15.12 uur gebruik maakt van het gebruik maakt van het Turkse telecomnetwerk. Na 1 maart 2021 komen zowel het IMEI-nummer [IMEI Numer] als de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] niet meer het Nederlandse telecomnetwerk binnen.
PNR gegevens [verdachte]
Uit gevorderde PNR gegevens is gebleken dat [verdachte] op 1 maart 2021 vanuit Nederland naar Turkije is gereisd.
. Het proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaal II, opgemaakt op 14 oktober 2021, voor zover inhoudende (p. 585-592):
In de fouillering van [verdachte] is een Marokkaans paspoort op naam van de verdachte aangetroffen. In dit paspoort zijn diverse in- en uitreisstempels aangetroffen. Uit deze stempels is gebleken dat [verdachte] op 26 januari 2021 Marokko heeft verlaten. Ook is gebleken dat hij van 01 maart 2021 tot en met 13 oktober 2021 in Turkije heeft verbleven.
. Het proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaal I, opgemaakt op 8 maart 2021, voor zover inhoudende (p. 148-157):
2021-02-16 21:07:30
[Sky ID 4 ]
“sent”: “o”
“from”: “Nw Night”,
“status”: 2,
“datetime”: 1613507203299,
“msg”: “slachtoffer”,
“notype”: o
“sent”: “o”
“from”: “Nw Night”,
“status”: 2,
“datetime”: 1613507207941,
“msg”: “Den Haag”,
“notype”: o
“sent”: “o”
“from”: “Nw Night”,
“status”: 2,
“datetime”: 1613507213848,
“msg”: “Ken je deze flikker bro”,
“notype”: o
“sent”: “o”
“from”: “Nw Night”,
“status”: 2,
“datetime”: 1613507223459,
“msg”: “IMG-1613506583254”
“notype”: o,
“ntype”: 4
“sent”: “o”
“from”: “Nw Night”,
“status”: 2,
“datetime”: 1613508178738,
“msg”: “slachtoffer”,
“notype”: o
Op basis van bovenstaand gesprek blijkt vermoedelijk dat [betrokkene 1] kennelijk geld uitgepakt heeft
en vervolgens "zijn tel heeft uitgezet". De gesprekspartner uit de afbeeldingen die verzonden
zijn door [Sky ID 4 ] blijkt dat het geld van de "Collo's" was. Ambtshalve is mij bekend dat hiermee vermoedelijk Colombianen bedoeld worden. De gesprekspartner van [Sky ID 4 ] geeft in de verzonden afbeelding aan dat wie van hem steelt "gaat liggen". Het vermoeden bestaat dat hiermee bedoeld wordt dat diegene van het leven beroofd wordt. Vervolgens wordt een afbeelding van een persoon verzonden. Op basis van een afbeelding van de rijbewijsfoto van [betrokkene 1] uit 2018 herken ik de persoon op bovenstaande afbeelding als zijnde [betrokkene 1]
Communicatie Sky-ID’s [Sky- ID 3] en [Sky- ID 1]
2021-02-1718:50:58
[Sky- ID 3]
Is die jonge
2021-02-1718:51:00
[Sky- ID 3]
[naam 3]
2021-02-17 19:31:33
[Sky- ID 3]
Hermano ben ie thuis
2021-02-1719:32:42
[Sky- ID 3]
Bro heb m qevonden
2021-02-1719:32:48
[Sky- ID 3]
Hy heb taxibedrijf
2021-02-1719:32:52
[Sky- ID 3]
Die qozer toq?
2021-02-1719:33:27
[Sky- ID 3]
100% met bril en baard
2021-02-1719:33:37
[Sky- ID 3]
Hy is het weet al
2021-02-1719:33:45
[Sky- ID 3]
Komqoed sieie mrqen
2021-02-1719:34:14
[Sky- ID 3]
Komgoed hermano neukze
2021-02-1719:35:37
[Sky- ID 3]
Oké komçioed
2021-02-1719:37:02
[Sky- ID 3]
Ok hermano
2021-02-17 19:37:10
[Sky- ID 3]
Morgen ga onderzoek op z'n adres doen
Communicatie Sky-ID’s [Sky ID 4 ] en [Sky- ID 4]
2021-02-18 18:07:48
[Sky ID 4 ]
Regel is foto voor me
2021-02-18 18:08:03
[Sky ID 4 ]
Dat we niet verkeerde hebben broer 100% zeker zijn kunnen geen fouten veroorloven
2021-02-1818:09:15
[Sky ID 4 ]
Oke broeder
Communicatie Sky-ID’s [Sky ID 4 ] en [Sky- ID 4]
2021-02-2320:26:17
[Sky ID 4 ]
Kunnen we die dief pakken
2021-02-2320:26:21
[Sky ID 4 ]
Of moet ik team zetten
2021-02-2320:28:35
[Sky ID 4 ]
Broer colos willen die afmaken
2021-02-18 20:28:41
[Sky ID 4 ]
Hij heb 1,3mil genakt

Vervolgens informeert [Sky ID 4 ] kennelijk naar de haalbaarheid om "de dief' te pakken of "een team moet zetten". [Sky ID 4 ] verteld vervolgens dat "colos" vermoedelijk de dief willen afmaken. Ambtshalve is mij bekend dat met colos bedoeld wordt; Colombianen. [Sky ID 4 ] geeft tevens aan dat hij (vermoedelijk [betrokkene 1] ) 1,3mil genakt heeft. Het vermoeden bestaat dat hiermee bedoeld wordt dat [betrokkene 1] 1.300.000 miljoen euro gestolen zou hebben.

Communicatie Sky-ID’s [Sky- ID 1] en [Sky- ID 5]
2021-02-18 20:25:35
[Sky- ID 1]
Jo
2021-02-18 20:25:44
[Sky- ID 1]
Was molenwijk
2021-02-18 20:25:53
[Sky- ID 1]
Kom morqen lanqs me ochtend
2021-02-18 20:26:47
[Sky- ID 4]
Die Turk weet morgen wie die gozer is
2021-02-18 20:26:52
[Sky- ID 4]
Die [naam 4]
2021-02-18 20:27:04
[Sky- ID 4]
Ziin niffo kent m
2021-02-18 20:27:08
[Sky- ID 1]
Goed nieuws
2021-02-18 20:27:14
[Sky- ID 1]
Zo komen we teruq
2021-02-18 20:27:20
[Sky- ID 1]
Die moet liggen
2021-02-18 20:27:37
[Sky- ID 1]
Maar dat die Turk
2021-02-18 20:27:46
[Sky- ID 1]
Die weet Antiliaan
2021-02-18 20:27:51
[Sky- ID 4]
Ff kijken of we m vinden
2021-02-18 20:28:11
[Sky- ID 4]
Zijn niffo kent m persoonlijk
2021-02-18 20:28:55
[Sky- ID 1]
Moet recente foto hebben meer niet
2021-02-18 20:31:19
[Sky- ID 1]
En dat kan
2021-02-18 20:31:23
[Sky- ID 1]
Ik weet
2021-02-18 20:31:30
[Sky- ID 1]
Stress ie niet
2021-02-18 20:31:36
[Sky- ID 4]
Ze verdienen het
2021-02-18 20:31:46
[Sky- ID 4]
Nee man ben je lauw
2021-02-18 20:31:59
[Sky- ID 1]
Jij moet daar weg meer niet als Hollander gaat liggen
2021-02-18 20:32:09
[Sky- ID 1]
Snap ie me.
2021-02-18 20:32:21
[Sky- ID 1]
Die komen gelijk bij jouw huis
2021-02-18 20:32:45
[Sky- ID 1]
Waarom woord hij niet gepakt
2021-02-18 20:32:52
[Sky- ID 4]
Denk je
2021-02-18 20:32:53
[Sky- ID 1]
Ik zeo wacht
2021-02-18 20:33:01
[Sky- ID 1]
Me broertje
2021-02-18 20:33:11
[Sky- ID 1]
Ze pakken jouw gelijk op
2021-02-18 20:33:19
[Sky- ID 1]
Dan slaap hii noq niet
2021-02-18 20:33:24
[Sky- ID 4]
Bro ken die osso toch niet weg doen
2021-02-18 20:33:39
[Sky- ID 1]
Ik weet niet
2021-02-18 20:33:52
[Sky- ID 1]
Moeten hier uitkom
2021-02-18 20:34:17
[Sky- ID 4]
Nee man broer laat ze dan maar komen interseert me niet beroep op zwijqrecht
2021-02-18 20:34:21
[Sky- ID 1]
Als jij daar weg ben dan gaat Hollander liggen
2021-02-18 20:34:35
[Sky- ID 4]
Kom maar met bewijs
2021-02-18 20:34:50
[Sky- ID 1]
Ik wil niet dat je vast zit wolha breor
2021-02-18 20:35:00
[Sky- ID 1]
Dan ga ik kapot
2021-02-18 20:35:06
[Sky- ID 1]
Neeeee
2021-02-18 20:35:18
[Sky- ID 1]
Ze ounnen ons
2021-02-18 20:35:20
[Sky- ID 1]
Echt
2021-02-18 20:37:03
[Sky- ID 1]
Wolha als ik ja zeQ is die dood
2021-02-18 20:37:11
[Sky- ID 4]
Nee die moet onverwachts
2021-02-18 20:37:16
[Sky- ID 4]
Over een tijdje
2021-02-18 20:37:21
[Sky- ID 4]
Dan is die veroeten
2021-02-18 20:37:30
[Sky- ID 1]
Ja beter
2021-02-18 20:37:30
[Sky- ID 4]
Nu noq niet
2021-02-18 20:37:40
[Sky- ID 4]
Laat m maar denken dat niemand wat Qaat doen
2021-02-18 20:37:42
[Sky- ID 1]
Wel die Turk
2021-02-18 20:37:45
[Sky- ID 4]
En dan ineens bam
2021-02-18 20:37:53
[Sky- ID 4]
Jaa die kent niemand
2021-02-18 20:37:55
[Sky- ID 4]
Dusia
2021-02-18 20:38:10
[Sky- ID 1]
Auto ijze alles staal klaar
2021-02-18 20:38:11
[Sky- ID 4]
Die is niet erq ruim maar op
2021-02-18 20:38:24
[Sky- ID 1]
Patron gaat hoop pap geven
2021-02-18 20:38:39
[Sky- ID 1]
Kan niet wachten op die foto en adres
2021-02-18 20:38:49
[Sky- ID 4]
Oké praat met peluche jaag m op
. Het proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaal I, opgemaakt op 8 maart 2021, voor zover inhoudende (p. 242):
2021-02-28T15:34:33.59
[Sky- ID 3]
[Sky- ID 4]
Dus als k die hoerezoon hebbgevonden
2021-02-28T15:34:45.7
[Sky- ID 3]
[Sky- ID 4]
Moet k nog iemand fixe
2021-02-28T15:35:34.552
[Sky- ID 3]
[Sky- ID 4]
Of doeje nie mee??
2021-02-28T15:35:41.006
[Sky- ID 3]
[Sky- ID 4]
Ik zelf regelen
2021-02-28T15:44:26.776
[Sky- ID 3]
[Sky- ID 4]
Chil moe ff waggy enso ook paraat zetten neef
2021-02-28T15:44:41.499
[Sky- ID 3]
[Sky- ID 4]
Gaat kkr lastig zo op bank zitten en fixen jwtog
2021-02-28T15:44:50.626
[Sky- ID 3]
[Sky- ID 4]
Morgenavond weten we meer
2021-02-28T15:45:24.726
[Sky- ID 3]
[Sky- ID 4]
Pak die 25 van Maes voordat ie weggaat voor het geval we m vinden