ECLI:NL:RBDHA:2022:6585
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser, die op 22 juli 2020 is ingediend, op 22 januari 2021 verstreken was. Eiser heeft verweerder op 14 oktober 2021 in gebreke gesteld, maar er is pas op 23 februari 2022 beroep ingesteld, wat de rechtbank als kennelijk gegrond heeft beoordeeld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zestien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft ook verzocht om een dwangsom, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit niet mogelijk is onder de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND. De rechtbank heeft verweerder wel veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 379,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na bekendmaking.