ECLI:NL:RBDHA:2022:5413
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van niet-naleving inlichtingenverplichting
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de intrekking en terugvordering van zijn bijstandsuitkering. Eiser, woonachtig in Irak, had in de te beoordelen periode niet zijn hoofdverblijf op het uitkeringsadres. De rechtbank oordeelt dat de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Delft, die de bijstandsuitkering van eiser introkken en een bedrag van € 3.738,29 terugvorderden, terecht zijn genomen. Eiser had zijn hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres en heeft zijn inlichtingenverplichting geschonden. De rechtbank concludeert dat het waterverbruik op het uitkeringsadres extreem laag was, wat de veronderstelling rechtvaardigt dat de woning niet bewoond werd. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om het tegendeel aan te tonen. De rechtbank wijst het beroep van eiser af en verklaart de intrekking en terugvordering van de bijstandsuitkering rechtmatig. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.