ECLI:NL:CRVB:2021:1782
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand wegens niet gemelde kinderalimentatie door appellante
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellante, die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had kinderalimentatie ontvangen van haar ex-partner, maar had deze niet gemeld bij de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg heeft daarop besloten de bijstand van appellante te herzien en een bedrag van € 1.050,- terug te vorderen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in de periode van mei tot en met juli 2019 kinderalimentatie heeft ontvangen, maar deze niet heeft gemeld, wat in strijd is met haar inlichtingenverplichting. De Raad oordeelt dat het college de verklaring van appellante van 15 augustus 2019, waarin zij de ontvangst van de alimentatie bevestigt, ten grondslag heeft kunnen leggen aan het bestreden besluit. De Raad heeft geoordeeld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij onder druk van haar ex-partner deze verklaring heeft afgelegd en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die afwijking van de verklaring rechtvaardigen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.