ECLI:NL:RBDHA:2022:4918

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 mei 2022
Publicatiedatum
24 mei 2022
Zaaknummer
NL22.8544
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot presentatie aan diplomatieke vertegenwoordiger van Sierra Leone

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een asielzoekster, die haar asielaanvraag afgewezen zag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoekster had tegen dit besluit beroep ingesteld en maakte bezwaar tegen een voorgenomen presentatie aan de diplomatieke vertegenwoordiger van Sierra Leone, die op 20 mei 2022 zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de asielzoekster hangende het beroep tegen de afwijzing van haar asielaanvraag niet gepresenteerd mocht worden aan de diplomatieke vertegenwoordiger, omdat dit de effectiviteit van het rechtsmiddel zou aantasten. De voorzieningenrechter verwees naar het arrest Gnandi, waarin werd gesteld dat uitzettingshandelingen verboden zijn zolang er geen beslissing is genomen op het beroep tegen de afwijzing van de asielaanvraag. De voorzieningenrechter heeft daarom bepaald dat de staatssecretaris wordt verboden om verzoekster te presenteren aan de diplomatieke vertegenwoordiger tot vier weken nadat op het beroep is beslist. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 759.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.8544

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. N.M. Weteling),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. Ch.R. Vink).

Procesverloop

Bij besluit van 11 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster afgewezen als ongegrond.
Verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
Op 26 april 2022 is verzoekster uitgenodigd voor een presentatie aan de diplomatieke vertegenwoordiger van Sierra Leone.
Verzoekster heeft op 12 mei 2022 bezwaar gemaakt tegen de feitelijke handeling van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V), zijnde de voorgenomen presentatie aan de diplomatieke vertegenwoordiger van Sierra Leone.
Verzoekster heeft een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.
Op verzoek van de voorzieningenrechter heeft verweerder een verweerschrift ingediend. Zoals blijkt uit het verweerschrift heeft DT&V het bezwaarschrift van verzoekster doorgezonden aan de rechtbank.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed dat gelet op de betrokken belangen vereist.
2. Het verzoek om een voorlopige voorziening is aangeduid als een verzoek hangende bezwaar tegen een feitelijke handeling zoals bedoeld in artikel 72, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Deze weg staat evenwel niet open omdat het beroep tegen het bestreden besluit nog aanhangig is. De voorzieningenrechter wijst hierbij op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 februari 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:BZ2788). Het verzoek kan worden opgevat als een verzoek hangende het beroep tegen het bestreden besluit. De voorzieningenrechter is bevoegd om daarvan kennis te nemen.
3. Niet in geschil is dat verzoekster is uitgenodigd voor een presentatie aan de diplomatieke vertegenwoordiger van Sierra Leone te Den Haag op vrijdag 20 mei 2022 om 10:30. De vereiste onverwijlde spoed is daarmee gegeven.
4. Uit het arrest Gnandi [1] volgt dat de rechtsgevolgen van het terugkeerbesluit niet intreden zolang een rechter niet heeft beslist op het beroep gericht tegen de afwijzing van de asielaanvraag. Verweerder heeft ook niet de bevoegdheid verzoekster uit te zetten hangende de beroepsprocedure. Ook volgt uit het arrest dat verzoekster haar status van asielzoekster hangende de beroepsprocedure behoudt. De beroepsprocedure tegen de afwijzing van de asielvergunning en dus tevens het terugkeerbesluit loopt nog bij deze rechtbank.
5. De voorzieningenrechter maakt uit het arrest Gnandi op dat hangende het beroep tegen het terugkeerbesluit, uitzettingshandelingen verboden zijn als de effectiviteit van het rechtsmiddel hierdoor wordt aangetast. Naar het oordeel van de rechtbank wordt de effectiviteit van de uitkomst van het asielberoep van verzoekster aangetast als zij nog voordat een Nederlandse rechter haar zaak heeft beoordeeld, gepresenteerd wordt aan diplomatieke vertegenwoordiger van Sierra Leone terwijl eiseres vreest om terug te keren naar dat land. Weliswaar merkt verweerder terecht op dat eiseres niet expliciet heeft gesteld dat zij te vrezen heeft voor de autoriteiten van Sierra Leone, maar eiseres heeft wel betoogd dat zij bij terugkeer vreest voor omstandigheden waartegen de autoriteiten van Sierra Leone haar geen bescherming kunnen bieden. Eiseres roept daarmee indirect bescherming in tegen de autoriteiten van haar land van herkomst. De verwijzing van verweerder naar de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Rotterdam, [2] maakt dit niet anders. In die zaak hadden eisers immers daarvoor zelf al contact opgenomen met de ambassade van hun land van herkomst. Het standpunt van verweerder dat in dit geval geen sprake is van een uitzettingshandeling volgt de voorzieningenrechter bovendien niet. Verzoekster is bij brief van 26 april 2022 uitgenodigd voor een presentatie aan de diplomatieke vertegenwoordiger van Sierra Leone. In de uitnodiging is aangegeven dat met deze presentatie wordt beoogd de identiteit en nationaliteit vast te stellen om terugkeer mogelijk te maken. Deze handeling is niet anders te interpreteren dan een handeling die gericht is op uitzetting van verzoekster. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter daarom van oordeel dat het verweerder niet is toegestaan om verzoekster te presenteren aan de diplomatieke vertegenwoordiger van haar land van herkomst, omdat de rechtbank nog niet op haar asielberoep heeft beslist.
6. De voorzieningenrechter ziet hierin voldoende aanleiding om bij wijze van ordemaatregel te bepalen dat verweerder wordt verboden om verzoekster te presenteren aan de diplomatieke vertegenwoordiger van Sierra Leone tot vier weken nadat op het beroep met zaaknummer NL21.10900 is beslist.
7. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 759 (bestaande uit een punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 759 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe in die zin dat verweerder wordt
verboden om verzoekster te presenteren aan de diplomatieke vertegenwoordiger tot vier
weken nadat op het beroep met zaaknummer NL21.10900 is beslist;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 759
(zevenhonderdnegenenvijftig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.S.D.C.J. Verheezen, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Arrest van 19 juni 2018 van het Hof van Justitie van de Europese Unie, ECLI:EU:C:2018:465.
2.Van 5 maart 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:2130.