In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 7 september 2022, is het beroep van eiser, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser had zijn aanvraag op 10 november 2021 ingediend, en verweerder had de wettelijke termijn van zes maanden overschreden. Eiser heeft verweerder op 1 juni 2022 in gebreke gesteld, maar heeft pas meer dan twee weken later beroep ingesteld. De rechtbank oordeelde dat het beroep ontvankelijk en gegrond was, en legde verweerder een beslistermijn van acht weken op om alsnog een besluit te nemen. Tevens werd verweerder verplicht om een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-. Eiser kreeg ook een vergoeding voor proceskosten van € 379,50 toegekend, omdat hij een professionele juridische hulpverlener had ingeschakeld. De rechtbank benadrukte dat de uitspraak openbaar is gemaakt en dat eiser in beroep kan gaan als hij het niet eens is met deze beslissing.