4.6.In geval van een emissie moet het op grond van artikel 1.6 van de polisvoorwaarden gaan om het onvoorzien vrijkomen van gassen/vloeistoffen/stoffen, aldus van een ‘onvoorziene emissie’. Tussen partijen is niet in geschil dat het vrijkomen van de asbestdeeltjes van de golfdakplaten van de schuren van [de B.V.] in beginsel kwalificeert als emissie in de zin van de polisvoorwaarden. Partijen zijn het er echter niet over eens of dit onvoorzien is gebeurd en dus of sprake is van een ‘onvoorziene emissie’.
4.6.1.Partijen leggen de term ‘onvoorzien’ min of meer gelijkluidend uit als: ‘onverwachts’, ‘onverhoeds’, ‘iets waar verzekerde geen rekening mee heeft gehouden’ (vgl. ECLI:NL:GHDHA:2014:3101). [de B.V.] stelt zich op het standpunt dat er in deze zin sprake is van het onvoorzien vrijkomen van asbestvezels en dat daardoor sprake is van een (onvoorziene) emissie in de zin van de polisvoorwaarden. NN heeft dit weersproken. Zij voert aan dat asbestvezels loskomen vanwege erosie of corrosie van de asbesthoudende golfdakplaten, wat ontstaat vanaf een periode van twintig jaar na de bouw. In het geval van [de B.V.] is dit vanaf ongeveer 2010 gebeurd. Op dat moment was algemeen bekend, ook voor [de B.V.] , dat asbesthoudende golfdakplaten na ongeveer twintig jaar eroderen of corroderen als gevolg waarvan asbestvezels vrijkomen. [de B.V.] heeft bovendien pas na 2010 - in 2012 - de milieuschadeverzekering afgesloten. Het was voor [de B.V.] niet onvoorzienbaar dat asbestvezels los zouden raken van de asbesthoudende golfdakplaten op de schuren. Daarom is van een emissie in de zin van de polisvoorwaarden geen sprake, aldus NN. 4.6.2.[de B.V.] heeft gemotiveerd bestreden dat haar bekend was of had kunnen of moeten zijn dat van de asbesthoudende golfdakplaten door erosie of corrosie asbestvezels los zouden raken en dat dit dus voorzienbaar was. In dit verband is toegelicht dat het [de B.V.] destijds niet bekend was dat asbestvezels van golfplaten los kunnen komen na verwering door weersomstandigheden. Ook voor de gemiddelde persoon was dit niet bekend. Bekend was slechts dat asbest vrij kon komen bij werkzaamheden aan asbesthoudende materialen, aldus [de B.V.]
4.6.3.De rechtbank volgt [de B.V.] in dit standpunt en oordeelt dat het voor [de B.V.] in de door NN genoemde periode 2010-2012 (bij de aanvang van de verwering en het aangaan van de verzekering) onverwachts oftewel onvoorzien was dat asbestvezels door weersomstandigheden los (konden) komen van golfdakplaten. Weliswaar heeft NN verwezen naar een aantal wetenschappelijke rapporten van TNO, het RIVM en de Gezondheidsraad en Kamerstukken uit de periode 2007-2011, maar die maken het oordeel van de rechtbank niet anders. Ten eerste wordt in deze stukken wel het probleem van het loskomen van asbestvezels door erosie en corrosie beschreven, maar staat daarin niet dat algemeen bekend is dat dit een bestaand probleem is. De stukken waar NN naar verwijst komen juist voort uit (oriënterend) onderzoek naar het bestaan van dit probleem, welk onderzoek blijkbaar in die periode plaatshad. De rechtbank acht goed voorstelbaar dat [de B.V.] , als particulier, op dat moment niet bekend was met deze stukken maar dat, zoals hij zelf beschrijft, pas later is geworden na een informatieavond over de problematiek in 2015. [de B.V.] hebben in dit verband ook nog gewezen op het feit dat die informatieavond plaatsvond nadat de provincies Overijssel en Gelderland in 2014 een bodemonderzoek hadden uitgevoerd waaruit bleek dat er (toen) ook daadwerkelijk sprake was van bodemverontreiniging door loslatende asbestvezels van daken. NN heeft zelf overigens ook naar dit onderzoek verwezen.
4.6.4.De rechtbank gaat er op grond van het voorgaande vanuit dat [de B.V.] niet eerder dan in 2015 op de hoogte was van het mogelijk vrijkomen van asbestvezels vanuit de asbesthoudende daken. Hier is eerder geen rekening mee gehouden en het vrijkomen van de asbestvezels is in die zin onverwachts gebeurd. Hiermee is voldaan aan het vereiste van het ‘onvoorzien zijn’ van de emissie. Naar oordeel van de rechtbank is dus sprake geweest van een onvoorziene emissie in de zin van de polisvoorwaarden.
4.6.5.NN heeft nog een beroep gedaan op het slot van artikel 2 van de poliswaarden waar als voorwaarde voor dekking staat vermeld dat het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker moet zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen. In dit verband heeft NN ook verwezen naar artikel 7:925 BW, waar het ‘onzekerheidsvereiste’ bij het aangaan van de verzekering ook uit volgt. De rechtbank passeert ook dit verweer van NN, omdat uit het voorgaande al volgt dat bij het aangaan van de verzekering niet bekend was dat asbestdeeltjes zouden vrijkomen door erosie.
Is de verontreiniging veroorzaakt door de emissie?
4.6.6.NN heeft verder aangevoerd dat ook in het geval dat wordt geoordeeld dat sprake is van een (onvoorziene) emissie in de zin van de polisvoorwaarden, geen dekking kan bestaan onder de milieuschadeverzekering omdat de verontreiniging op het perceel niet is veroorzaakt
doordeze emissie. Niet het loskomen van asbestvezels van de asbesthoudende golfdakplaten heeft de verontreiniging in de bodem veroorzaakt, maar weersomstandigheden als regen die de asbestvezels al dan niet via de afwatering in de bodem terecht heeft doen komen. Als de regen en/of de wijze van afwatering weg worden gedacht, dan zou er van verontreiniging geen sprake zijn geweest. De rechtens relevante ofwel de meest dominante oorzaak voor de verontreiniging is de regen in combinatie met de afwatering vanaf de schuren, aldus NN.
4.6.7.Hoewel NN er niet specifiek naar refereert, begrijpt de rechtbank dit standpunt van NN aldus dat zij hiermee mede een beroep doet op de ‘mits-bepaling’ van artikel 2.1 van de polisvoorwaarden. Daarin staat dat de sanering betrekking moet hebben op een verontreiniging die het rechtstreekse en uitsluitende gevolg is van een emissie, veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis (zie 4.2.). Volgens NN is de verontreiniging van de bodem niet in die zin het gevolg van de emissie. Volgens [de B.V.] is dit wel het geval. De discussie tussen partijen in dit verband spitst zich toe op de vraag wat de dominante oorzaak is van de verontreiniging. De rechtbank maakt hieruit op dat partijen de polisvoorwaarden aldus uitleggen dat de vraag hier moet zijn of de emissie van asbestvezels de rechtens relevante ofwel dominante oorzaak is van de verontreiniging. Die dominante oorzaak wordt op grond van de jurisprudentie mede vastgesteld met inachtneming van de regels van gezond verstand.
4.6.8.Er moet voor deze beoordeling eerst bezien worden wat precies de verontreiniging is en wat precies de emissie is. Kort gezegd betreft de verontreiniging de aanwezigheid van asbest in de bodem rondom de schuren van [de B.V.] De emissie betreft het vrijkomen van asbestvezels van de golfdakplaten van de schuren. De rechtbank begrijpt het proces dat heeft plaatsgevonden, mede aan de hand van door partijen overgelegde rapporten als volgt. Normale weersomstandigheden zoals neerslag, wind en temperatuurwisselingen zorgen voor verwering van de (asbesthoudende) golfplaten. Hierdoor komen stoffen, waaronder asbestvezels, vrij vanaf deze golfplaten. Deze emitteren naar de lucht of spoelen de grond in met regenwater. Op die manier raakt de bodem na verloop van tijd verontreinigd.
4.6.9.In de tijd geplaatst gaat het 1) eerst om weersomstandigheden (en tijdsverloop) die zorgen voor verwering van de golfplaten, 2) dan om het vrijkomen van asbestvezels (de emissie) als gevolg van die verwering en 3) dan om de verontreiniging doordat die vrijgekomen asbestvezels naar de bodem lopen, mee met het regenwater. Dat de emissie zelf is veroorzaakt door (normale) weersomstandigheden doet niet ter zake. Het gaat hier immers om de vraag of de verontreiniging is veroorzaakt door de emissie en niet om de vraag waardoor de emissie is veroorzaakt. Deze kwestie verschilt in die zin van de kwestie die uitmondde in het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2022 (ECLI:NL:HR:2022:588). Daar moest het op grond van de polisvoorwaarden gaan om een verontreiniging die het rechtstreeks en uitsluitend gevolg is van een emissie, welke emissie op zijn beurt moest zijn veroorzaakt door een verzekerd gevaar (waaronder ‘een van buiten komend onheil’). Ten overvloede overweegt de rechtbank in dit verband dat in de polisvoorwaarden in de onderhavige kwestie, bij de mits-bepaling achter ‘verontreiniging die het rechtstreekse en uitsluitende gevolg is van een emissie,’ nog staat: ‘veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis’. Dit is echter tussen partijen geen geschilpunt geweest in de zin dat dit hier relevant is. Evenmin is duidelijk geworden waar die passage precies op terugslaat of op doelt.
4.6.10.Dan resteert de vraag of het vrijkomen van asbestvezels (de emissie), zoals [de B.V.] betoogt, of het ‘regenwater’, zoals NN betoogt, de dominante oorzaak is voor de verontreiniging. De rechtbank oordeelt mede aan de hand van het hiervoor beschreven proces dat de emissie van asbestvezels de dominante oorzaak is geweest van de verontreiniging van de bodem met asbest. Het vrijkomen van asbestvezels is de eerste, primaire, essentiële en daarmee dominante reden van de verontreiniging. Dit ligt ook het meest in de rede: de verontreiniging met asbest is veroorzaakt door het vrijkomen van asbestvezels en niet (primair) door regenwater. Dat de asbestvezels meespoelen de bodem in, maakt niet dat geconcludeerd moet worden dat de verontreiniging niet door de emissie is veroorzaakt maar door iets alledaags als regenwater.
4.6.11.De rechtbank volgt NN niet in haar betoog dat de wijze van afwatering (het ontbreken van een goot) ook mede de (dominante) oorzaak van de verontreiniging is geweest. [de B.V.] heeft in dit verband aan de hand van rapportages naar voren gebracht dat ook waar wel een goot en afvoer aanwezig waren (uitmondend in een droge sloot), de bodem (de sloot) verontreinigd is met asbest. Het ontbreken van een goot is dus niet de oorzaak geweest, aldus [de B.V.] NN heeft dit onvoldoende gemotiveerd bestreden.
4.6.12.De slotsom is dat sprake is van een verontreiniging veroorzaakt door een (onvoorziene) emissie in de zin van de polisvoorwaarden.