ECLI:NL:RBDHA:2022:10485

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 oktober 2022
Publicatiedatum
12 oktober 2022
Zaaknummer
C/09/606529 / HA ZA 21-110
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Octrooirechtelijke geschil tussen Google LLC en Sonos Europe B.V. en Sonos Inc. over inbreuk op Europees octrooi EP 2 764 491

In deze bodemzaak, uitgesproken op 12 oktober 2022 door de Rechtbank Den Haag, staat de vraag centraal of Sonos Europe B.V. en Sonos Inc. inbreuk maken op het Europese octrooi EP 2 764 491, dat in handen is van Google LLC. Google, een internationaal technologiebedrijf, heeft het octrooi verworven van Motorola en stelt dat Sonos met haar producten inbreuk maakt op de onafhankelijke conclusies van het octrooi. De rechtbank heeft vastgesteld dat het octrooi betrekking heeft op een werkwijze voor het genereren van een mededeling over de beschikbaarheid van media-inhoud. Google vordert een verbod op inbreukmakende handelingen en schadevergoeding. Sonos betwist de inbreuk en stelt dat het octrooi nietig is. De rechtbank heeft geoordeeld dat Sonos geen inbreuk maakt op het octrooi, omdat de producten van Sonos niet voldoen aan de beschermingsomvang van de conclusies van het octrooi. De vorderingen van Google zijn afgewezen, en de rechtbank heeft Google veroordeeld in de proceskosten van Sonos, vastgesteld op € 150.000, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/606529 / HA ZA 21-110
Vonnis van 12 oktober 2022
in de zaak van
de vennootschap naar vreemd recht
GOOGLE LLC,
te Mountain View, Californië, Verenigde Staten van Amerika,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.E. Ebbink te Amsterdam,
tegen

1.SONOS EUROPE B.V.,

te Hilversum,
2. de vennootschap naar vreemd recht
SONOS INC.,
gevestigd te Santa Barbara, Californië, Verenigde Staten van Amerika,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. G. Kuipers te Amsterdam.
Eiseres zal hierna Google worden genoemd. Gedaagde sub 1 wordt aangeduid met Sonos Europe B.V. en gedaagde sub 2 met Sonos Inc. Samen worden zij aangeduid met Sonos.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 25 augustus 2020 waarbij het Google is toegestaan te procederen volgens het Versneld Regime in Octrooizaken;
  • de dagvaarding van 25 augustus 2020;
  • de akte overlegging producties tevens houdende eiswijziging zijdens Google met EP01 tot en met EP22 (EP20 betreft een hulpverzoek);
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie met GP01 tot en met GP09;
  • de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie met EP23 tot en met EP28;
  • de akte houdende overlegging aanvullende producties zijdens Sonos met GP10 tot en met GP13;
  • de akte houdende overlegging reactieve producties zijdens Google met EP29;
  • de e-mailberichten van Google van 26 augustus 2021 en van Sonos van 27 augustus 2021 met betrekking tot een proceskostenafspraak tussen partijen;
  • de in verband met de COVID-19 pandemie in aangepaste vorm gehouden zitting van 10 september 2021 via videoverbinding (MCU), met de voorafgaand daaraan, op 8 september 2021, schriftelijk ingediende pleitnota’s van partijen en de op 9 september 2021 nogmaals ingediende pleitnota van Sonos met daarin verwerkt een schriftelijke reactie op de pleitnota van Google.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Google is een internationaal technologiebedrijf en gespecialiseerd in aan internet gerelateerde diensten en producten. Google is sinds 2011 rechtsverkrijger van een octrooiportfolio die eerder werd gehouden door Motorola.
2.2.
Eén van de octrooien waarvan Google de houder is geworden, is het Europese octrooi EP 2 764 491 (hierna: EP 491 of ‘het octrooi’) met als titel “Generating a media content availability notification”. Het octrooi is aangevraagd op 12 september 2012 (WO 2013/052247) en verleend op 27 december 2017. Het octrooi doet een beroep op prioriteit van de Amerikaans octrooiaanvraag met nummer US 2011/13253794 (prioriteitsdatum 5 oktober 2011). EP 491 heeft thans nog gelding in België, Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Liechtenstein en Nederland.
2.3.
De beschrijving van EP 491 bevat onder meer de volgende passages:
(…)
(…)
(…)
(…)
(...)
(…)
(…)
(…)
(…)
(…)
2.4.
Het octrooi bevat onder meer de volgende figuren:
2.5.
Het octrooi bevat 15 conclusies, waarvan de onafhankelijke conclusies 1, 7 en 12 in de oorspronkelijke Engelse taal als volgt luiden:
2.6.
De niet-weersproken Nederlandse vertaling van deze conclusies luidt als volgt:
1. Werkwijze voor het genereren van een mededeling van de beschikbaarheid van media-inhoud (218; 310) omvattende:
het ontvangen (502), aan een verwerkingskring, van een selectie van media-inhoud en inhoudsleveringsvoorkeuren, waarbij de inhoudsleveringsvoorkeuren een selectie van een veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen omvatten die zijn gespecificeerd door een gebruiker met behulp van een gebruikersinterface-inrichting en gebruikersaccountgegevens voor het veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen;
het vragen (504), over een netwerk, van beschikbaarheidsgegevens van inhoud van het veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de selectie van media-inhoud en de gebruikersaccountgegevens, waarbij de beschikbaarheidsgegevens van de inhoud aangeven of de selectie van media-inhoud beschikbaar is voor een gebruikersaccount in de gebruikersaccountgegevens;
het ontvangen (506), aan de verwerkingskring, van de beschikbaarheidsgegevens van de inhoud;
en
het gebruiken (508) van de beschikbaarheidsgegevens van de inhoud voor het genereren van een mededeling voor een elektronische inrichting, waarbij de mededeling aangeeft dat de selectie van media-inhoud beschikbaar is voor ten minste één gebruikersaccount in de gebruikersaccountgegevens van ten minste één van het veelvoud van unieke online inhoudsbronnen.
7. Verwerkingskring (400) geconfigureerd voor het genereren van een mededeling van de beschikbaarheid van media-inhoud (218; 310), waarbij de verwerkingskring verder is geconfigureerd voor:
het ontvangen (502) van een selectie van media-inhoud en inhoudsleveringsvoorkeuren, waarbij de inhoudsleveringsvoorkeuren een selectie van een veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen omvatten die zijn gespecificeerd door een gebruiker met behulp van een gebruikersinterface-inrichting en gebruikersaccountgegevens voor het veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen;
het vragen (504), over een netwerk, van beschikbaarheidsgegevens van inhoud van het veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de selectie van media-inhoud en de gebruikersaccountgegevens, waarbij de beschikbaarheidsgegevens van de inhoud aangeven of de selectie van media-inhoud beschikbaar is voor een gebruikersaccount in de gebruikersaccountgegevens;
het ontvangen (506) van beschikbaarheidsgegevens van de inhoud van het veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen; en
het gebruiken (508) van de beschikbaarheidsgegevens van de inhoud voor het genereren van een mededeling voor een elektronische inrichting, waarbij de mededeling aangeeft dat de selectie van media-inhoud beschikbaar is voor ten minste één gebruikersaccount in de gebruikersaccountgegevens van ten minste één van het veelvoud van unieke online inhoudsbronnen.
12. Een of meerdere door de computer leesbare media die instructies daarin hebben, waarbij de instructies kunnen worden uitgevoerd door een of meerdere processoren voor het uitvoeren van een werkwijze omvattende:
het ontvangen (502), aan de een of meerdere processoren, van een selectie van media-inhoud en inhoudsleveringsvoorkeuren, waarbij de inhoudsleveringsvoorkeuren een selectie van een veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen omvatten die zijn gespecificeerd door een gebruiker met behulp van een gebruikersinterface-inrichting en gebruikersaccountgegevens voor het veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen;
het vragen (504), over een netwerk, van beschikbaarheidsgegevens van inhoud van het veelvoud aan unieke online inhoudsbronnen ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de selectie van media-inhoud en de gebruikersaccountgegevens, waarbij de beschikbaarheidsgegevens van de inhoud aangeven of de selectie van media-inhoud beschikbaar is voor een gebruikersaccount in de gebruikersaccountgegevens;
het ontvangen (506), aan de een of meerdere processoren, van de beschikbaarheidsgegevens van de inhoud; en
het gebruiken (508) van de beschikbaarheidsgegevens van de inhoud voor het genereren van een mededeling voor een elektronische inrichting, waarbij de mededeling aangeeft dat de selectie van media-inhoud beschikbaar is voor ten minste één gebruikersaccount in de gebruikersaccountgegevens van ten minste één van het veelvoud van unieke online inhoudsbronnen.
2.7.
In Frankrijk en Duitsland worden inbreuk- en geldigheidsprocedures gevoerd met betrekking tot de betreffende nationale delen van het octrooi.
2.8.
Sonos Inc. is de moedermaatschappij van het internationale Sonos-concern en 100% aandeelhouder en bestuurder van Sonos Europe B.V. Het Sonos-concern richt zich op de ontwikkeling en verhandeling van
smart home-speakers. Sonos Europe B.V. houdt zich bezig met de verkoop van Sonos-producten in onder meer Europa.
2.9.
Sonos-luidsprekers zijn draadloos en kunnen samenwerken in een systeem dat in meerdere ruimtes muziek kan afspelen. De luidsprekers worden aangestuurd via de
Sonos-appdie op bijvoorbeeld een
smartphoneof
tabletwordt geïnstalleerd. Gebruikers dienen te beschikken over een
Sonos account.
2.10.
De
Sonos-appbeschikt over een zoekfunctie (hierna de
Sonos Search Function). In de Sonos Search Guide is daarover onder meer het volgende opgenomen:
(…)

3.De vorderingen

in conventie

3.1.
Google vordert na wijziging van eis, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. Sonos Europe B.V. en Sonos Inc. elk afzonderlijk en gezamenlijk te verbieden met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis, direct dan wel middellijk inbreuk te maken op
primairEP (NL) 2 764 491 en
subsidiairhet overgelegde hulpverzoek van EP (NL) 2 764 491, een en nader op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 100.000 voor elke dag of gedeelte van een dag dat zij dit verbod niet volledig naleven, of naar keuze van Google, een dwangsom van € 10.000 voor elk product waarmee zij dit verbod niet volledig naleven;
2. Sonos Europe B.V. en Sonos Inc., elk afzonderlijk en gezamenlijk, te veroordelen tot vergoeding aan Google van de schade die zij heeft geleden en nog lijdt ten gevolge van de hierboven bedoelde inbreukmakende handelingen, dan wel, ter keuze van Google, tot betaling aan Google van de door de gedaagden genoten winst als gevolg van deze inbreukmakende handelingen, een en ander op te maken bij staat, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
3. Sonos Europe B.V. en Sonos Inc., ieder afzonderlijk en gezamenlijk, te gelasten om binnen vier weken na betekening van dit vonnis een schriftelijke opgave te doen aan Google van de onder 2 bedoelde winst, door aan Google een door een registeraccountant opgemaakt en ondertekende verklaring van feitelijke bevindingen te verstrekken, waarin het bedrag van de door de gedaagden met de onder 2 bedoelde inbreuken behaalde winst wordt vermeld.
4. Sonos Europe B.V. en Sonos Inc., ieder afzonderlijk en gezamenlijk te veroordelen in de redelijke en evenredige kosten van deze procedure ex art. 1019h Rv [1] , zoals nader te specificeren, te voldoen binnen twee werkdagen na dagtekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW [2] , vanaf de derde werkdag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling.
3.2.
Google voert daartoe aan dat Sonos door verhandeling van haar producten die worden aangestuurd met de
Sonos-app, inbreuk maakt op de onafhankelijke conclusies 1, 7 en 12 en afhankelijke conclusies 5, 11 en 15 van EP 491, dan wel subsidiair volgens het in dat verband ingediende hulpverzoek, omdat de
Sonos-app, althans de
Sonos Search Function, voldoet aan alle kenmerken van deze conclusies.
3.3.
Sonos voert verweer en voert in dat kader – samengevat en niet uitputtend weergegeven – aan dat Sonos Europe B.V. geen inbreuk maakt op EP 491 met de in de dagvaarding genoemde producten omdat aan meerdere conclusiekenmerken niet is voldaan, dat ook als Sonos Europe B.V. wel inbreukmakende handelingen zou verrichten, Sonos Inc. daar niet bij betrokken is en voorts dat het octrooi nietig is. Op grond daarvan concludeert Sonos tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van Google in de kosten van deze procedure op de grond van artikel 1019h Rv.
in voorwaardelijke reconventie
3.4.
Sonos vordert dat de rechtbank, voor het geval zij zou oordelen dat de aangevallen
Sonos-apponder de beschermingsomvang van een of meerdere van de door Google ingeroepen conclusies van EP 491 zou vallen en inbreuk daarop zou worden vastgesteld, het Nederlandse deel van EP 491 vernietigt, althans de door Google ingeroepen conclusies daarvan vernietigt, met veroordeling van Google in de kosten van deze procedure op grond van artikel 1019h Rv.
3.5.
Sonos voert daartoe aan dat het octrooi nietig is omdat sprake zou zijn van niet octrooieerbare materie, toegevoegde materie, strijd met artikel 84 EOV [3] , niet nawerkbaarheid, niet-nieuwheid en/of een gebrek aan inventiviteit.
3.6.
Google voert gemotiveerd verweer.

4.De beoordeling

bevoegdheid

4.1.
Met betrekking tot Sonos Europe B.V. is de rechtbank internationaal bevoegd van de vorderingen kennis te nemen op grond van artikel 4 lid 1 Brussel I bis-Vo [4] , nu Sonos Europe B.V. in Nederland is gevestigd. De internationale rechtsmacht ten aanzien van Sonos Inc. volgt, gelet op de samenhang tussen de vorderingen tegen beide vennootschappen, uit artikel 6 lid 1 Brussel I bis-Vo jo. artikel 7 Rv. De bevoegdheid om van het geschil over de geldigheid van het Nederlands deel van het octrooi kennis te nemen, en daarmee van de in reconventie gevorderde nietigheid daarvan, berust op artikel 24 lid 4 Brussel I bis-Vo.
4.2.
De relatieve bevoegdheid berust op artikel 80 ROW [5] .
in conventie: inbreuk?
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat, veronderstellenderwijs ervan uit gaande dat EP 491 een geldig octrooi is, in deze procedure niet geoordeeld kan worden dat Sonos daar inbreuk op maakt omdat de
Sonos Search Function, en daarmee de
Sonos-app, geen
notificationvoortbrengt als bedoeld in conclusie 1, 7 en 12 van het octrooi. Daartoe is het volgende redengevend.
4.4.
Het octrooi heeft betrekking op informatie over de beschikbaarheid van media-inhoud, zoals bijvoorbeeld films en muziek, in verschillende bronnen. Tussen partijen is in geschil wat onder het begrip
notificationin conclusies 1, 7 en 12 van het octrooi (hierna – conform de overgelegde Nederlandse vertaling van de conclusies – ook wel aangeduid met ‘mededeling’) moet worden verstaan. Zij maken in dat verband onderscheid tussen synchrone en asynchrone mededelingen, waarbij met een synchrone mededeling wordt bedoeld een mededeling over de beschikbaarheid van media-inhoud direct volgend op een zoekvraag en met een asynchrone mededeling een mededeling die op een later moment (dus in de toekomst) door het systeem wordt gegenereerd. Tussen partijen is niet in geschil dat met
notificationin conclusies 1, 7 en 12 in elk geval wordt gedoeld op asynchrone mededelingen. Partijen verschillen echter van inzicht over de vraag of het octrooi tevens de situatie beoogt te beschermen waarin een synchrone mededeling, die onmiddellijk het zoekresultaat geeft, wordt gegenereerd. Google meent van wel, Sonos legt het octrooi in beperktere zin uit. Deze vraag is voor de beoordeling van deze zaak van belang omdat tussen partijen vaststaat dat de
Sonos Search Functionuitsluitend synchrone mededelingen genereert. De rechtbank dient derhalve de beschermingsomvang te beoordelen met betrekking tot het begrip
notification.De rechtbank stelt daartoe het volgende voorop.
4.5.
De uitleg van een conclusie met het oog op de vaststelling van de beschermingsomvang van een in Nederland geldend deel van een Europees octrooi wordt beheerst door artikel 69 EOV [6] en het daarbij behorende uitlegprotocol (hierna: het Protocol). Artikel 69 lid 1 EOV houdt in dat de beschermingsomvang van een octrooi wordt bepaald door de conclusies van het octrooischrift, waarbij de beschrijving en de tekeningen dienen tot uitleg van die conclusies. Artikel 1 van het Protocol luidt:
1. Artikel 69 mag niet worden uitgelegd in de zin als zou de beschermingsomvang van het Europees octrooi worden bepaald door de letterlijke tekst van de conclusies en als zouden de beschrijving en de tekeningen alleen maar mogen dienen om de onduidelijkheden welke in de conclusies zouden kunnen voorkomen op te heffen. Het mag evenmin worden uitgelegd in die zin, als zouden de conclusies alleen als richtlijn dienen en als zou de bescherming zich ook mogen uitstrekken tot datgene wat de octrooihouder, naar het oordeel van de deskundige die de beschrijving en de tekeningen bestudeert, heeft willen beschermen. De uitleg moet daarentegen tussen deze twee uitersten het midden houden, waarbij zowel een redelijke bescherming aan de aanvrager als een redelijke rechtszekerheid aan derden wordt geboden.
4.6.
In overeenstemming met deze uitlegregel van het Protocol heeft de Hoge Raad de in zijn eerdere uitspraken gebezigde formuleringen, ‘hetgeen voor de uitvinding waarvan de bescherming wordt ingeroepen, wezenlijk is’, onderscheidenlijk ‘de achter de woorden van die conclusies liggende uitvindingsgedachte’, bestempeld als gezichtspunt, tegenover de letterlijke tekst van de conclusies (de ‘uitersten’ in de woorden van het Protocol) [7] . Daarbij dient het achterhalen van de achter de woorden van de conclusies liggende uitvindingsgedachte ertoe een uitsluitend op de letterlijke betekenis van de bewoordingen gegronde en daarom voor een redelijke bescherming van de octrooihouder wellicht te beperkte of onnodig ruime uitleg te vermijden [8] . De beschrijving en de tekeningen vormen in dat kader een belangrijke bron. Van de beschrijving maakt onderdeel uit een weergave van de stand van de techniek die de aanvrager als nuttig beschouwt voor het begrijpen van de uitvinding. Ook niet in de beschrijving genoemde stand van de techniek kan van belang zijn. Bij de uitleg van een octrooi met het oog op de vaststelling van de beschermingsomvang daarvan is immers leidend het perspectief van de gemiddelde vakpersoon met zijn kennis van de stand van de techniek op de aanvraag- of prioriteitsdatum [9] .
4.7.
Aan (het openbare deel van) het verleningsdossier kan bij de uitleg van een octrooi ook betekenis toekomen. De rechter zal in het voordeel van de octrooihouder slechts gebruik mogen maken van die gegevens als hij oordeelt dat het voor de gemiddelde vakpersoon ook na bestudering van de beschrijving en de tekeningen nog voor redelijke twijfel vatbaar blijft hoe de inhoud van de conclusies moet worden begrepen. Deze restrictie geldt niet in het geval een derde zich ter staving van de door hem verdedigde uitleg op het verleningsdossier beroept. [10]
4.8.
Niet in geschil is dat de gemiddelde vakpersoon in deze zaak een ingenieur is met een bachelordiploma in informatica, computertechniek, elektrotechniek of een daarmee overeenstemmend gebied, die minimaal twee jaar beroepservaring heeft op het gebied van netwerken, netwerk gebaseerde systemen en de toepassingen daarvan in, bijvoorbeeld, systemen voor digitale inhoud. Deze vakpersoon heeft ook ervaring met systemen voor het vinden van content in grote content verzamelingen, user interfaces en presentatie van gegevens.
4.9.
De gemiddelde vakpersoon die op zoek is naar een antwoord op de vraag hoe hij het octrooi moet uitleggen, leest in de introductie van de beschrijving in paragraaf [0002] dat de uitvinding in het algemeen betrekking heeft op het bepalen of media-inhoud beschikbaar is, en in het bijzonder op het genereren van een mededeling wanneer de beschikbaarheid van de media-inhoud wijzigt (‘
when the availability of the media content changes’). In [0003] leest hij dat in het huidige digitale tijdperk het moment waarop media-inhoud beschikbaar is in verschillende vormen van bronnen, kan variëren (
‘The timing of when media content is available from the different content sources can also differ’). In combinatie met de toename van het aantal bronnen, leidt dat vaak tot verwarring, aldus diezelfde paragraaf [0003]. EP 491 beoogt, zo begrijpt de vakpersoon uit deze paragraaf, voor dit probleem een oplossing te bieden. In de samenvatting van de uitvinding, in paragraaf [0004], leest de vakpersoon vervolgens dat implementatie van de systemen en methoden voor het
bookmarkenvan media-inhoud voor toekomstige beschikbaarheid (‘
future availability’) worden beschreven. Hij leest daar ook dat één van die implementaties een methode is voor het genereren van een mededeling van de beschikbaarheid van media-inhoud. Naar het oordeel van de rechtbank begrijpt de gemiddelde vakpersoon uit dit algemene deel van de beschrijving in ieder geval dat informatie over toekomstige beschikbaarheid(-svormen) van media-inhoud in de verschillende bronnen het probleem is waarvoor in het octrooi naar een oplossing is gezocht. Hij zal aan dit algemene deel van de beschrijving van de uitvinding ook relatief veel gewicht toekennen voor zijn uitleg.
4.9.1.
Als de vakpersoon verder leest in de gedetailleerde beschrijving, stuit hij op paragraaf [0009] waarin het ook gaat over het
bookmarkenvan media-inhoud voor toekomstige beschikbaarheid, door middel van het genereren van mededelingen (
notifications) betreffende de beschikbaarheid van media-inhoud, gebaseerd op voorkeuren van de gebruiker. Als een voorbeeld wordt hierbij vermeld dat een gebruiker ervoor kan kiezen een mededeling te ontvangen wanneer een film beschikbaar komt in een gratis bron. Ook in paragraaf [0030], die betrekking heeft op een uitvoeringsvoorbeeld van het octrooi, leest de vakpersoon dat een mededeling (
notification 218) gegenereerd kan worden wanneer de media-inhoud die bij de zoekopdracht past beschikbaar komt (‘
becomes available’) in een bron. Dat is een omstandigheid die zich in de toekomst al dan niet kan voordoen. Dat ziet de vakpersoon ook in figuur 2B betreffende dit uitvoeringsvoorbeeld, waarin de
notification 218(“Season 6 of the Z-Files is now available on XYXY”) in ieder geval niet het zoekresultaat is van de ook in die figuur zichtbare
search input216 (“Napoleon TNT”).
4.9.2.
In paragraaf [0032] leest de vakpersoon een bespreking van het scherm met zoekresultaten (
search result screen 220), van een andere uitvoeringsvorm van het octrooi, die is afgebeeld in figuur 2C. Hij leest dat dit scherm kan worden verschaft als reactie op het ontvangen een zoekopdracht (via
search input 216) en dat in een uitvoeringsvorm het scherm met zoekresultaten algemene informatie bevat (
general information222) over de media-inhoud die is opgehaald door de zoekserver, zoals bijvoorbeeld de titel. In paragraaf [0033] en [0034] leest de vakpersoon vervolgens dat het scherm met zoekresultaten ook nog andere onderdelen kan bevatten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds
availability information224 en anderzijds het
notification configuration screen226. De
availability information224 kan volgens paragraaf [0033] bijvoorbeeld een indicatie geven dat media-inhoud op dit moment bij een bepaalde bron beschikbaar is. Volgens paragraaf [0034] kan
notification configuration screen226 worden gebruikt om te bepalen hoe en wanneer mededelingen omtrent beschikbaarheid moeten worden gegenereerd. De vakpersoon leest derhalve dat sprake is van een temporeel onderscheid tussen enerzijds zoekresultaten met betrekking tot directe beschikbaarheid (
availability information224) en anderzijds toekomstige mededelingen (
notification configuration screen226). Dit ziet hij bevestigd in figuur 2C, waar in het
notification configuration screen226 een opdracht ‘
Notify Me!’ met
save button242 gegeven kan worden. Ook die functionaliteit is volgens de beschrijving in [0042] gericht op toekomstige mededelingen.
4.9.3.
In paragraaf [0035], [0037], [0038] en [0041] leest de vakpersoon vervolgens over keuzes die ter beschikking staan van de gebruiker met betrekking tot te genereren mededelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het genereren van een mededeling bij het beschikbaar worden van media-inhoud bij een geprefereerde bron [0035] en op welk apparaat en op welke wijze (bijvoorbeeld een e-mail, (sms-)tekstbericht of
pop-up) de mededelingen worden gedaan en op welk moment (bijvoorbeeld een bepaalde tijd voordat de media-inhoud beschikbaar komt) [0037]. Verder gaat het bijvoorbeeld om mededelingen bij het beschikbaar komen van gerelateerde media-inhoud, zoals andere afleveringen of seizoenen van een show of serie [0038] en bij het beschikbaar komen tegen opgegeven voorwaarden met betrekking tot de prijs [0041]. Dat leest de vakpersoon wederom in paragraaf [0046] waarin ten aanzien van de mededeling (
notification310) uit figuur 3 is beschreven dat de gebruiker ervoor kan kiezen een mededeling te ontvangen wanneer een specifieke film gratis beschikbaar komt. De vakpersoon leest ook hier dus dat het gaat om omstandigheden die in de toekomst zijn gelegen.
4.9.4.
Ook in het vervolg van de beschrijving leest de vakpersoon over beschikbaarheid van media-inhoud en wijzigingen daarin die moeten leiden tot het genereren van mededelingen. De rechtbank verwijst bijvoorbeeld naar paragraaf [0061], waarin is beschreven: ‘
Notification generator 414 may provide a search request to search engine 422 to periodically check for the availability of the desired media content in the requested format.’ en paragraaf [0070], waarin is beschreven: ‘
As media content becomes available or unavailable, notifications may be generated using the content availability data and sent to one or more user electronic devices’.
4.9.5.
Bij het voorgaande geldt dat, zoals Google heeft benadrukt, voorbeelden in de beschrijving van een octrooi in beginsel niet beperkend zijn. Dat neemt echter niet weg dat de voorbeelden wel instructief zijn voor de uitleg van de beschermingsomvang van het octrooi en meer specifiek van het begrip
notification. Bij gebrek aan enig voorbeeld waarin - als geheel bezien - duidelijk en ondubbelzinnig sprake is van een
notificationin de zin van conclusies 1, 7 en 12 in de vorm van een synchrone mededeling, zal de vakpersoon hieraan in elk geval niet ontlenen dat die conclusies (ook) hierop zien.
4.10.
Tegenover het voorgaande staat dat de vakpersoon in het octrooi ook passages leest die het begrip
notificationniet uitdrukkelijk verbinden aan uitsluitend toekomstige gebeurtenissen. Google heeft op een aantal passages gewezen. Die onderdelen van de beschrijving zullen er naar het oordeel van de rechtbank niet toe leiden dat de vakpersoon voor een ruimere uitleg van EP 491 zal kiezen.
4.10.1.
De vakpersoon leest in paragraaf [0014] dat in een reactie op een zoekvraag, de bron kan voorzien in data die aangeven of media-inhoud beschikbaar is of niet en of de gebruiker geautoriseerd is om daartoe toegang te krijgen. In deze passage wordt echter niet gesproken over een
notification218 of 310 na ontvangst van die data en deze passage heeft dan ook niet noodzakelijkerwijs betrekking op de mededeling waarop de conclusies van het octrooi betrekking hebben.
4.10.2.
In [0016] wordt gesproken over meerdere mededelingen die kunnen worden gegenereerd naar aanleiding van een zoekopdracht. Nog daargelaten de vraag of paragraaf [0016] wel betrekking heeft op de uitvoeringsvorm zonder server waartoe het octrooi is beperkt, hetgeen Sonos betwist, is de rechtbank van oordeel dat deze paragraaf onduidelijk is in die zin dat niets wordt gezegd over de vraag wanneer de mededelingen worden verzonden: direct in reactie op de
search requestof pas later of beide.
4.10.3.
In paragraaf [0029] leest de vakpersoon dat een mededeling 218 een indicatie geeft op het scherm dat bepaalde media-inhoud beschikbaar is en dat die kan worden gegenereerd bijvoorbeeld in antwoord op een zoekopdracht. Voor paragraaf [0029] geldt in zoverre hetzelfde als voor paragraaf [0016] dat ook daarin niets wordt gezegd over het moment waarop de mededeling gegeven wordt. Bovendien heeft deze paragraaf betrekking op figuur 2B waarin de vakpersoon ziet dat
notification218 (“Season 6 of the Z-Files is now available on XYXY”) in ieder geval niet het zoekresultaat is van de ook in die figuur zichtbare
search input216 (“Napoleon TNT”) (zie hiervoor onder 4.9.1).
4.10.4.
De vakpersoon leest in de eerste zin van [0030] dat de mededeling 218 bijvoorbeeld kan worden gegenereerd in reactie op de set-top box die een zoekvraag ontvangt. Dat zou de vakpersoon kunnen wijzen op een in temporeel opzicht brede uitleg van het begrip
notification.Ook dit voorbeeld ziet evenwel op figuur 2B terwijl de eerste zin bovendien wordt gevolgd door een (toelichtend) voorbeeld waarin wordt beschreven dat een mededeling wordt gegenereerd wanneer de media-inhoud behorende bij de zoekopdacht beschikbaar komt (
becomes available). Ook dit wijst de vakpersoon meer in de richting van een mededeling is de toekomst.
4.10.5.
Min of meer hetzelfde geldt voor de passage in paragraaf [0070]. Google wijst erop dat daar wordt gesproken over mededelingen die indiceren dat media-inhoud beschikbaar is. In deze paragraaf gaat het echter voor het overige over veranderingen in beschikbaarheid, toekomstige omstandigheden dus.
4.10.6.
Google heeft er voorts op gewezen dat de vakpersoon ziet dat het stroomdiagram van figuur 5 eindigt met het genereren van een mededeling. Als een mededeling niet ook het synchrone zoekresultaat zou omvatten, zou dat stroomdiagram niet kloppen. Daar staat echter tegenover dat het proces waar het stroomdiagram op ziet, is beschreven in paragraaf [0065] tot en met [0070], waarbij in [0070]
notification block508 wordt beschreven. Zoals hiervoor overwogen, kunnen in [0070] juist aanwijzingen gevonden worden dat het gaat om het genereren van een mededeling bij toekomstige veranderingen in de beschikbaarheid van media-inhoud.
4.10.7.
Google wijst er voorts op dat op verschillende plekken in de beschrijving staat ‘
The notification indicates that the selection of media content is available’. Uit het feit dat er staat ‘
is available’ zou de vakpersoon afleiden dat het begrip
notificationniet beperkt is tot mededelingen gegenereerd nadat zich wijzigingen hebben voorgedaan in de beschikbaarheid van geselecteerde media content, maar ook om onmiddellijke beschikbaarheid. De rechtbank acht dit argument van Google niet overtuigend: juist het feit dat de mededeling gegenereerd wordt op het moment dat de media-inhoud beschikbaar is, zou kunnen worden uitgelegd als een aanwijzing dat deze mededeling dus geen betrekking kan hebben op een synchroon zoekresultaat. Immers, wanneer een zoekopdracht tevergeefs gegeven wordt en er dus geen
matchis, wordt er ook geen mededeling gegenereerd. Volgens de beschrijving in [0032] en [0033] zal dat leiden tot een (negatief) zoekresultaat en
availability information224. Die paragrafen sluiten aan bij paragraaf [0049] en [0057] tot en met [0059] waarin de zoekresultaten zijn aangeduid met
search results, in paragraaf [0049] expliciet ter onderscheiding van
notifications.De conclusies vereisen echter dat er een mededeling wordt gegenereerd. Dat blijkt duidelijk uit het laatste kenmerk van conclusie 1 dat vereist dat de mededeling pas gegenereerd wordt wanneer de media-inhoud beschikbaar is: “
the notification indicates that the selection of media content is available to at least one user account”. Als er geen match is, kan dat dus wel leiden tot een
search result, maar niet tot een
notification.
4.11.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op al het vorenstaande samen, de vakpersoon de beschrijving en de tekeningen zo zal lezen dat een synchrone melding van een zoekresultaat niet onder het begrip
notificationvalt, dan wel ertoe leidt dat de vakpersoon zich tenminste de vraag zal stellen of het octrooi wel ziet op synchrone mededelingen.
4.12.
Als dat laatste het geval is, zal de vakpersoon die al in paragraaf [0003] is gestuit op de daar genoemde octrooi-publicatie US2005/0071323 met de titel
Media content searching and notification(hierna: US 323), dat document raadplegen. Niet in geschil is dat in US323 onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds
searchingen anderzijds
notification. In paragraaf [0011] van US 323 is daarover opgenomen:
‘If the specific media content is not currently available on one or more of the distribution channels, the system and method of the present invention also provides a Notification capability that notifies the user via email, instant message, postal mail, etc. when the media content becomes available.’
Andere
prior artwordt in EP 491 niet genoemd.
4.12.1.
De vakpersoon zal bij twijfel over de uitleg van EP 491, dit onderscheid dat in de enige door de octrooihouder in de beschrijving genoemde, en dus blijkbaar relevante, stand van de techniek wordt gemaakt, daarbij betrekken. Dat zal hem ertoe brengen om het begrip
notification218 en 310 in het octrooi net als in US 323 ook beperkt tot asynchrone meldingen uit te leggen. Hieraan doet niet af dat de vermelding van US 323 in de beschrijving op instigatie van de
examineris opgenomen in het kader van nieuwheidsbezwaren die door hem (volgens Google ten onrechte) in de verleningsprocedure naar voren waren gebracht. Immers, de vakpersoon die het octrooi leest is daar niet zonder meer van op de hoogte. Passages die op instigatie van de
examinerzijn opgenomen in de beschrijving, komen voor rekening en risico van de aanvrager/octrooihouder en zijn niet uitgesloten van de uitleg van een octrooi volgens artikel 69 EOV en het Protocol. Als de vakpersoon al twijfelt of het begrip
notificationook betrekking heeft op synchrone mededelingen van zoekresultaten, zal hij door de verwijzing naar US 323 het octrooi uiteindelijk in beperkte zin uitleggen.
4.13.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat het begrip
notificationin conclusie 1, 7 en 12 van het octrooi uitsluitend ziet op asynchrone mededelingen. Nu tussen partijen vast staat dat de
Sonos Search Functiongeen toekomstige meldingen geeft over ten tijde van een zoekopdracht nog niet voor een gebruiker beschikbare (vormen van) media inhoud, maakt Sonos met de
Sonos-appgeen inbreuk op EP 491. Van inbreuk op conclusie 1 volgens het hulpverzoek is evenmin sprake nu dat hulpverzoek hetzelfde begrip
notificationhanteert en gesteld noch gebleken is dat dat in het kader van het hulpverzoek anders moet worden uitgelegd dan in het kader van de oorspronkelijke conclusie. De vorderingen in conventie worden derhalve afgewezen.
in voorwaardelijke reconventie: geldigheid
4.14.
Nu de rechtbank van oordeel is dat de
Sonos-appniet onder de beschermingsomvang van EP 491 valt, is de voorwaarde waaronder de reconventionele vordering is ingesteld niet ingetreden zodat deze geen nadere beoordeling behoeft.
in conventie en in voorwaardelijke reconventie voorts: proceskosten
4.15.
Partijen zijn overeengekomen dat Sonos recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 150.000 indien de hoofdvordering omtrent het inbreukverbod onder 1 van het petitum wordt afgewezen of indien de vordering omtrent de nietigheid van EP 491 in reconventie van Sonos wordt toegewezen en dat indien het door Google gevorderde inbreukverbod wordt toegewezen, Google daar recht op heeft. Dit bedrag is volgens partijen een redelijke en evenredige proceskostenvergoeding als bedoeld in artikel 1019h Rv.
4.16.
Nu het inbreukverbod onder 1 van het petitum wordt afgewezen, zal de rechtbank conform voormelde afspraken Google veroordelen in de kosten van deze procedure in conventie en in reconventie. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag, zoals door Sonos gevorderd.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af;
in reconventie
5.2.
verstaat dat de voorwaarde waaronder de vordering is ingesteld niet is ingetreden;
in conventie en in reconventie voorts
5.3.
veroordeelt Google in de proceskosten, aan de zijde van Sonos tot op heden begroot op € 150.000, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M. Bus, mr. M.J.J. Visser en mr. A.M. Brakel en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022.

Voetnoten

1.Wetboek van burgerlijke rechtsvordering
2.Burgerlijk Wetboek
3.Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag)
4.Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, inwerkingtreding: 9-1-2013, PB EU 2012, L 351/1 (de herschikte EEX-Vo)
5.​Rijksoctrooiwet 1995
6.Europees Octrooiverdrag
7.HR 7 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3522 (Lely Enterprises / Deleval c.s.) en HR 25 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3680 (AGA Medical / Occlutech)
8.vgl. HR 13 januari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1609
9.HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:854 (Resolution/AstraZeneca en Shionogi), HR 5 februari 2016, ECLI:HR:2016:196 (Bayer/Sandoz), HR 4 april 2014, ECLI:HR:2014:816 (Medinol/Abbott)
10.vgl. o.m. HR 22 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ1081 (Dijkstra/Saier) en HR 12 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AP9663 (Impro/Liko)