ECLI:NL:HR:2006:AZ1081
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Octrooirechtelijke geschil over inbreuk op Europees octrooi voor kunststof emmers met deksel
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de eiseres, een Nederlands bedrijf, en de verweerster, de Duitse rechtspersoon Saier Verpackungstechnik GmbH & Co. KG, over de inbreuk op een Europees octrooi dat betrekking heeft op kunststof emmers met deksel. De eiseres heeft bij exploot van 3 juli 2000 de verweerster gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, met de vordering te verklaren voor recht dat zij met haar emmers van het type GAR en Foodline geen inbreuk maakt op het octrooi van Saier. De verweerster heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat de eiseres wordt verboden inbreuk te maken op haar octrooi en schadevergoeding te betalen.
De rechtbank heeft op 10 juli 2002 in conventie de vorderingen van de eiseres afgewezen en in reconventie de vorderingen van de verweerster grotendeels toegewezen. De eiseres heeft hoger beroep ingesteld, waarop het gerechtshof te 's-Gravenhage op 10 februari 2005 het vonnis heeft vernietigd en heeft geoordeeld dat de eiseres met haar emmers van het type Foodline geen inbreuk maakt, maar dat de emmers van het type GAR dat wel doen. Het hof heeft de eiseres bevolen om iedere inbreuk op het octrooi van Saier te staken en haar veroordeeld tot schadevergoeding.
Tegen dit arrest heeft de eiseres cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de conclusie van het octrooi voldoende duidelijk is zonder het verleningsdossier te raadplegen. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak ter verdere behandeling en beslissing terugverwezen naar het hof, waarbij de verweerster in de kosten van het geding in cassatie is veroordeeld.