Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
misdrijf tegen het leven gericht.
1. steekverwonding linkerzijde gelaat
2. steekverwonding behaarde hoofdhuid links
3. steekverwonding behaarde hoofdhuid rechts
Hechten op SEH middels ethilon 4.0 (16x)
tav 2
Hechten op SEH middels ethilon 3.0 (9x)
tav 3
Hechten op SEH middels ethilon 3.0 (8x)
portofoons, die op een paar centimeter afstand van mijn gezicht zitten. Ik zag dat er bloedspetters zaten op mijn werkbroek. Ik zag dat er bloedspetters zaten op mijn werkpolo. Ik zag dat er bloedspetters zaten op mijn steekwerende vest. Ik zag dat er bloedspetters zaten op mijn linker werkschoen. Ik was nog steeds bang dat ik mogelijk besmet zou zijn met HIV.
misdrijf tegen het leven gericht.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen
eigen risicogerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de
kledingheeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat deze post onvoldoende is onderbouwd. Er is onder andere geen rekening gehouden met het afschrijvingspercentrage. Verder heeft raadsman zich ten aanzien van de immateriële schade op het standpunt gesteld dat het toe te wijzen bedrag dient te worden gematigd, onder verwijzing naar ECLI:NL:RBZWB:2021:2905. Tot slot heeft de raadsman zich ten aanzien van de
reiskostenop het standpunt gesteld dat de vordering ter zake afgewezen dient te worden, omdat deze post niet onderbouwd is.
eigen risico van de zorgkostenis de rechtbank van oordeel dat het gevorderde bedrag voldoende is onderbouwd. Zij zal de vordering tot het bedrag van € 385,00 toewijzen.
kledingstaat vast dat deze is beschadigd of onbruikbaar is geworden door het steekincident. De verdachte heeft geen aankoopbonnen of andere stukken overgelegd, waaruit de exacte waarde van de beschadigde kleding blijkt. De benadeelde partij heeft echter wel stukken overgelegd met prijzen van specifieke (merk)kleding. De rechtbank zal daarom gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid (artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek). Zij stelt de omvang van dit onderdeel van de materiële schade naar redelijkheid vast op het gevorderde bedrag van € 305,00 en zal de vordering tot dit bedrag toewijzen.
reiskostenafwijzen, omdat deze post onvoldoende is onderbouwd. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (ACHTTIEN) MAANDEN;