In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de aanbesteding van leerlingenvervoer door de gemeenten Wassenaar en Voorschoten. Eiseres, Noot Touringcar Ede B.V., heeft de Aanbestedende Dienst aangeklaagd omdat zij van mening is dat de beoogde winnaar, Munckhof Taxi B.V., uitgesloten had moeten worden op basis van een facultatieve uitsluitingsgrond. Noot stelt dat Munckhof vanwege een eerdere overheidsopdracht, die voortijdig is beëindigd, niet in aanmerking komt voor de gunning van de nieuwe opdracht. De rechtbank heeft de procedure en de argumenten van beide partijen uitvoerig besproken. Noot heeft onder andere verwezen naar jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad, waarin wordt gesteld dat een aanbestedende dienst gehouden is om de door haarzelf opgestelde aanbestedingsvoorwaarden strikt toe te passen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de Aanbestedende Dienst niet verplicht was om Munckhof uit te sluiten, omdat deze de mogelijkheid had om haar betrouwbaarheid aan te tonen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Aanbestedende Dienst de door Munckhof genomen maatregelen voldoende heeft beoordeeld en dat uitsluiting disproportioneel zou zijn. De vorderingen van Noot zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van zowel de Aanbestedende Dienst als Munckhof.