ECLI:NL:RBDHA:2021:958
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen intrekking en herziening van bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Leiden. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de intrekking en herziening van haar bijstandsuitkering ingevolge de Participatiewet (Pw). De rechtbank oordeelde dat eiseres te laat bezwaar had gemaakt tegen de primaire besluiten van verweerder, die dateren van 28 november 2018, 29 november 2018, 4 december 2018 en 24 januari 2019. Verweerder had de bijstandsuitkering van eiseres ingetrokken en teruggevorderd, omdat eiseres niet tijdig had doorgegeven dat zij in een GGZ-instelling verbleef, waardoor zij haar inlichtingenverplichting had geschonden. Eiseres had tot 1 april 2019 onder bewind gestaan, maar de rechtbank oordeelde dat de verzending van de besluiten aan de bewindvoerder als verzending aan eiseres geldt. Eiseres had geen bezwaar gemaakt tegen de besluiten, wat voor haar rekening en risico komt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.