Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam eiser] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door mr. D. Schaap, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 8 juni 2021 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser stelde dat de eerdere maatregel van bewaring te lang had geduurd en dat dit gevolgen zou moeten hebben voor de huidige maatregel. De rechtbank heeft de zaak op 16 juni 2021 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De rechtbank overwoog dat de eerdere maatregel niet automatisch de huidige maatregel onrechtmatig maakt, ook al was er mogelijk een gebrek aan de eerste maatregel. De rechtbank oordeelde dat de nieuwe maatregel op een andere wettelijke grondslag berustte en dat eiser niet tijdig had opgekomen tegen de eerdere maatregel. De rechtbank concludeerde dat er zicht op uitzetting naar Afghanistan was, ondanks de eerdere annuleringen van uitzettingsvluchten. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Hameete, in aanwezigheid van griffier mr. R. Yildiz, en werd openbaar gemaakt op 23 juni 2021.