10. Verweerder heeft echter in het verweerschrift alsnog voorzien in een belangenafweging
Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres inmiddels al meer dan tien jaar in Marokko, verblijft en dat zij bewust de keuze heeft gemaakt om in dit land te wonen. Zij heeft in die periode niet geprobeerd om terug naar Nederland te gaan. Eiseres is een gezinsleven aangegaan in Marokko en heeft er werk. Het enkele feit dat eiseres op haar werk voor een callcenter Nederlands spreekt, is te weinig om te kunnen spreken van zwaarwegende banden met Nederland. Dat er familieleden van eiseres in Nederland wonen, maakt wel dat er nog altijd warme banden zijn met Nederland, maar vaststaat voor verweerder dat eiseres haar privéleven naar Marokko heeft verplaatst.
11. Eiseres betoogt in beroep dat haar wél verblijf moet worden toegestaan, omdat zij privéleven heeft in Nederland. Zij betwist dat zij sterkere banden heeft met Marokko. Zij is in Nederland geschoold, gevormd en getogen. Haar hele identiteit is Nederlands. Dat is een zwaarwegende factor die maakt dat de belangenafweging in haar voordeel moet uitpakken. Eisers heeft er groot belang bij dat zij in Nederland kan werken en een opleiding kan gaan volgen. Zij heeft ook belang bij het kunnen onderhouden van contact met haar familie.
12. De rechtbank oordeelt dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de belangenafweging in het kader van artikel 8 van het EVRM in het nadeel van eiseres moet uitvallen. Daarbij heeft hij terecht zwaar gewicht toegekend aan het feit dat eiseres al tien jaar geleden Nederland heeft verlaten, dat zij een gezin heeft gesticht in Marokko en dat zij daar ook werkt. Dat eiseres op haar werk voor een callcenter Nederlands spreekt, heeft geen gevolg voor het feit dat het privéleven in Marokko plaatsvindt. Uit wat eiseres naar voren heeft gebracht, blijkt dat het zwaartepunt van het privéleven van eiseres in Marokko ligt. Eiseres heeft er bovendien zelf voor gekozen om haar hoofdverblijf naar het buitenland te verplaatsen. Dat eiseres een baan in de zorg zou willen gaan zoeken en dat zij daarvoor een opleiding moet volgen, leidt niet tot een andere conclusie. Zij kan die plannen ook in Marokko ten uitvoer brengen. Eiseres kan tot slot het contact met haar familie vanuit Marokko houden, zoals zij dat tot nu toe steeds heeft gedaan. De beroepsgrond slaagt niet.
13. Verweerder heeft met de in beroep gegeven motivering het motiveringsgebrek geheeld en de rechtbank ziet aanleiding om dit motiveringsgebrek te passeren met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat eiseres door het in stand laten van het bestreden besluit niet in haar belangen is geschaad.
14. Eiseres betoogt dat verweerder het familie- en privéleven had moeten beoordelen naar het moment van intrekking, dat wil zeggen 23 september 2009. De rechtbank volgt haar niet in dit betoog. De beoordeling of de intrekking van de verblijfsvergunning in strijd is met artikel 8 van het EVRM is een zogenaamde ‘ex-nunc’- toets, waarbij de rechtbank beoordeelt of verweerder alle relevante feiten en omstandigheden die nu een rol spelen bij de besluitvorming heeft betrokken. Er is geen enkele grond voor het standpunt dat verweerders beoordeling van de situatie van eiseres zich moet beperken tot de intrekkingsdatum.
Dit betoog faalt.
Intrekking met terugwerkende kracht
15. Volgens eiseres kon verweerder de vergunning niet intrekken met terugwerkende kracht. Zij wijst op artikel 27, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, onderdeel c, van de Vw, in samenhang met artikel 45, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, onderdeel, b, van de Vw. Volgens eiseres geven die artikelen geen mogelijkheid om de vergunning met terugwerkende kracht in te trekken. Verweerder zegt in het besluit dat eiseres ‘niet langer’ rechtmatig verblijf heeft. Dit impliceert dat dit rechtsgevolg pas intreedt bij de bekendmaking van het besluit. Daarvoor had zij dus wel rechtmatig verblijf. Ook daarmee verhoudt zich niet dat de verblijfsvergunning op een eerdere datum wordt ingetrokken.
16. Dit betoog slaagt niet. Weliswaar staat nergens uitdrukkelijk in de Vw dat een verblijfsvergunning met terugwerkende kracht kan worden ingetrokken, maar uit het stelsel van de wet volgt dat wel. Uit het stelsel van de wet volgt namelijk dat de wetgever met het toekennen van de bevoegdheid aan verweerder om een verblijfsvergunning in te trekken ook heeft beoogd een besluit tot intrekking te kunnen laten terugwerken tot het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de beperking waaronder die verblijfsvergunning is verleend. Dit betekent dus dat als niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan, intrekking volgt per de datum waarop daarvan sprake is. Dit standpunt vindt steun in de uitspraken van de ABRvS, die verweerder in het verweerschrift noemt.Eiseres heeft erop gewezen dat de door verweerder aangehaalde uitspraken allemaal gaan over de intrekking van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, terwijl de vergunning van eiseres voor onbepaalde tijd is verleend. De rechtbank ziet echter niet in wat dit voor verschil maakt. Als niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die recht geven op een verblijfstatus, geldt ook voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd dat deze vanaf dat moment moet worden ingetrokken. Het betoog van eiseres slaagt niet.
Gezinsherenigingsrichtlijn