ECLI:NL:RBDHA:2021:5423
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Koerdische eiseres met psychische en fysieke problemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 mei 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Koerdische eiseres met de Turkse nationaliteit. Eiseres heeft een verblijfsvergunning asiel aangevraagd, maar haar aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een beroep van eiseres tegen dit besluit. Eiseres heeft verklaard dat zij vreest voor vervolging door de Turkse autoriteiten vanwege haar politieke activiteiten voor de PKK en dat zij ook vreest voor haar ex-echtgenoot. Tijdens de zitting is een rapport van het iMMO overgelegd, waaruit blijkt dat eiseres lijdt aan ernstige psychische problemen die haar vermogen om coherent en consistent te verklaren beïnvloeden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder het iMMO-rapport niet voldoende heeft meegewogen in zijn besluitvorming. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet heeft aangetoond waarom het relaas van eiseres ongeloofwaardig is, ondanks de conclusies van het iMMO-rapport. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiseres, die in totaal € 6.585,- bedragen.