Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 mei 2021 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
de minister van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die de schietsport beoefent, en de minister van Justitie en Veiligheid. De eiser had op 26 november 2018 een verzoek ingediend voor de bijschrijving van een Lever Action Geweer op zijn bestaande wapenverlof. Dit verzoek werd door de korpschef van de Nationale Politie op 28 januari 2019 geweigerd, omdat er volgens de korpschef geen 'redelijk belang' bestond voor het voorhanden hebben van het wapen, aangezien de discipline 'Lever Action Competitie' niet erkend was door de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA). De eiser ging in beroep tegen deze beslissing, maar het administratief beroep werd door de minister ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 11 februari 2021, die via een Skype-verbinding plaatsvond vanwege coronamaatregelen, werd het standpunt van de eiser dat hij een redelijk belang had bij de bijschrijving van het wapen, onderbouwd met verwijzingen naar eerdere uitspraken van de Raad van State. De rechtbank overwoog dat de regelgeving omtrent wapenverlof strikte eisen stelt aan de erkenning van schietsportdisciplines en dat de Lever Action Competitie niet als zodanig was erkend. De rechtbank concludeerde dat de korpschef in redelijkheid had kunnen besluiten dat er geen redelijk belang bestond voor de bijschrijving van het wapen, en dat de eiser niet kon aantonen dat zijn situatie onder de Overgangsregeling viel.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en oordeelde dat de minister terecht het verzoek om bijschrijving had geweigerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van strikte regulering van wapenbezit en de erkenning van schietsportdisciplines, en bevestigt dat de overheid een grote speelruimte heeft bij de beoordeling van wat als een 'redelijk belang' wordt beschouwd in het kader van wapenverlof.