ECLI:NL:RBDHA:2021:4905
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bron van inkomen van een schoonheidssalon aan huis en de aftrekbaarheid van zakelijke uitgaven
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 april 2021 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie tussen eiseres, een schoonheidssalon aan huis, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2014, 2015 en 2016. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar activiteiten een bron van inkomen vormden. De rechtbank oordeelde dat er geen objectieve voordeelsverwachting was, gezien de negatieve resultaten van de onderneming en het gebrek aan bewijs, zoals een bedrijfsplan of marktanalyse, die de verwachting van positieve opbrengsten konden onderbouwen. Eiseres had in de jaren 2014 tot en met 2016 slechts enkele behandelingen verricht en de omzet was minimaal, wat de conclusie versterkte dat de activiteiten geen bron van inkomen vormden. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees de verzoeken om aftrek van zakelijke uitgaven af. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.