Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 april 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
19 september 2020 een onderzoek in het kader van het verkrijgen van een verklaring van geschiktheid bij een keurend psychiater heeft ondergaan en dat hij op grond van het door de keurend psychiater uitgebrachte rapport zijn rijbewijs heeft teruggekregen met een termijnbeperking van één jaar. Dit rapport bevestigt dat geen sprake is geweest van ‘drugsmisbruik in ruime zin’, alsdus eiser.
De urine uitslag was positief voor cannabis hetgeen impliceert dat betrokkene recent cannabis heeft gebruikt.
De hoeveelheid cannabis die betrokkene gebruikt wordt niet meer beschouwd als recreatief gebruik, maar duidt eerder op gewoontegebruik. De kans op verslaving bij dit gebruikspatroon is dan ook groot en vormt een aanwijzing voor drugsmisbruik.
Betrokkene bemerkte meer drugs nodig te hebben dan vroeger om het gewenste effect te bereiken. Dit is een aanwijzing voor tolerantie (DSM-5-criterium A10).
Het drugsgebruik van betrokkene werd ingegeven door andere dan alleen recreatieve redenen en valt daarmee te kwalificeren als problematisch gebruik.
Betrokkene geeft aan voorafgaand aan de aanhouding niet zelf drugs te hebben gebruikt maar dat deze drugs heimelijk werden toegediend. Betrokkene kan deze stelling echter op geen enkele manier aannemelijk maken. Het onderhavige onderzoek en de daaruit voortkomende conclusies zijn dan ook gebaseerd op de aanname dat betrokkene voorafgaand aan de aanhouding wel zelf drugs had gebruikt. Mocht dit later onjuist blijken dan verneem ik dat t.z.t. graag van u zodat ik mijn conclusies eventueel kan herzien.
Betrokkene is aangehouden met een THC-concentratie in zijn bloed van meer dan drie keer de in het verkeer toegestane waarde (bij enkelvoudig geruik). Bij een dergelijke THC-concentratie in het bloed is de verwachting dat iemand zonder tolerantie voor THC duidelijke effecten ervaart, waaronder in ieder geval een ‘high’ gevoel. Desondanks stelt betrokkene ten tijde van de aanhouding zich niet ‘high’ gevoeld te hebben. Dit duidt het meest waarschijnlijk op tolerantie voor THC, wat ontstaat door overmatig cannabis gebruik (DSM-5 criterium A10).