1.8.Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard in de zin dat het invaliditeitspercentage met ingang van 31 juli 2017 wordt verhoogd naar 25,42%. Voor het overige heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd.
Verweerder heeft bij zijn besluitvorming de adviezen van de door eiser ingeschakelde arts/medisch adviseur M. Blom van 2 juli 2019, 27 september 2019 en 23 december 2019 en de reacties van de bezwaarverzekeringsarts van 19 september 2019 en 4 december 2019 betrokken.
2. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert in de kern aan dat:
- voor de PTSS een oorzakelijk dienstverband moet worden aangenomen;
- voor de aandoening aan de lendenwervelkolom moet WPC-nummer 0415 (20%) in plaats van 0416 worden toegepast;
- voor de aandoening aan de voeten moet voor zowel de rechter- als linkervoet WPC-nummer 0247 (twee maal 15%) in plaats van 0248 worden toegepast;
- de mate van invaliditeit met dienstverband in totaal 60,42% bedraagt.
Bij zijn beroepschrift heeft eiser onder andere een brief van Van der Krans van 23 maart 2020 en een advies van Blom van 27 maart 2020 overgelegd.
3. Verweerder heeft in reactie op het beroepschrift naar voren gebracht dat eiser in beroep grotendeels geen andere gronden heeft aangevoerd dan die ook in bezwaar in beschouwing zijn genomen. Verweerder verwijst dan ook bij wijze van verweer naar de motivering van het bestreden besluit en de daaraan ten grondslag liggende stukken. Ook heeft verweerder een brief van de bezwaarverzekeringsarts van 20 mei 2020 overgelegd waarin hij een reactie geeft op het aanvullende beroepschrift. De bezwaarverzekeringsarts schrijft dat eiser in 2015 niet voldeed aan alle criteria van PTSS om die diagnose ook te kunnen en mogen stellen. Toen later bleek dat hij wel voldeed aan alle criteria de dienstverbandaandoening is aangepast van aanpassingsstoornis NAO in PTSS. Deze aanpassing staat los van het reeds vastgesteld en, omdat hiertegen toen geen bezwaar is aangetekend ook geaccepteerd verergerend dienstverband. De bezwaarverzekeringsarts bevestigt dat ‘iedereen’, onder wie eiser, bepaalde persoonskenmerken heeft en een bepaalde copingstijl. Hij voegt daaraan toe dat als die kenmerken dusdanig zijn dat daardoor de gevoeligheid voor het ontwikkelen van in dit geval PTSS zodanig verhoogd is, er gesproken kan worden over predisponerende factoren zoals volgens de onderzoeker (expertise) bij eiser aan de orde was, een verergerend dienstverband in plaats van een oorzakelijk dienstverband op zijn plaats is. Temeer daar er in het geval van eiser ook andere factoren, buiten de uitzending om, van invloed zijn geweest op de ontwikkeling van de PTSS. De uitzending is in dat geval een belangrijke factor geweest in de ontwikkeling van de PTSS.
Verder geeft hij aan dat verdringen een al of niet bewust vermijden is en inderdaad één van de kenmerken van PTSS. Verdringing komt ook veelvuldig voor bij mensen waarbij geen PTSS speelt. Het is een algemeen verschijnsel dat gericht is op zelfbescherming en hangt daarmee samen met de persoonlijkheidskenmerken van een individu. Het feit dat er bij eiser volgens Blom mogelijk sprake is van verdringing is volgens de bezwaarverzekeringsarts, buiten het vermijden van specifiek aan de traumata opgelopen tijdens de uitzending herinnerende zaken, dus geen aanleiding om in plaats van verergerend dienstverband een oorzakelijk dienstverband aan te nemen.
Voor wat betreft de rug merkt de bezwaarverzekeringsarts op dat de enigszins toegenomen bewegingsbeperking in de onderrug beschouwd kan worden als gevolg van de geconstateerde lumbago waarvoor geen dienstverband is aangenomen. Hij geeft aan dat hij dat niet heeft gedaan en dit heeft vertaald als wel een (naar verwachting tijdelijk, want herstellend van de operatieve ingreep) gevolg van de dienstverband aandoening. Vandaar dat de toevoeging partieel bij de WPC-code 0416 is weggenomen en door hem de mate van invaliditeit is verhoogd met 5%.
4. Op 2 december 2020 heeft eiser nog enkele stukken overgelegd, waaronder een mailwisseling tussen hem en Van der Krans. In de e-mail van 19 november 2020 heeft Van der Krans het volgende geschreven:
“Ik ben niet los op de codes, maar klinisch zijn de beperkingen: crush letsel van beide voeten en enkels met weke delen letsel en diffuse arthrose van enkels en voeten met gegeneraliseerde bewegingsbeperking en sterk verminderde belastbaarheid.”
5. De rechtbank komt tot de volgende beoordeling.