Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [v-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiser, die de Nigeriaanse nationaliteit claimt. Eiser is op 14 juli 2021 in bewaring gesteld op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. Hij heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 26 juli 2021 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de noodzaak van de ophouding en de afwezigheid van zicht op overdracht, zorgvuldig overwogen.
Eiser betwist de rechtmatigheid van de ophouding en stelt dat deze niet noodzakelijk was voor de voorbereiding van een besluit. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de ophouding rechtmatig was, omdat er voldoende voorbereidingen zijn getroffen voor de inbewaringstelling. Eiser heeft ook aangevoerd dat er geen zicht op overdracht bestaat binnen de uiterste termijn, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat de termijn niet is overschreden en dat er wel degelijk zicht op overdracht is.
Daarnaast heeft eiser betoogd dat verweerder geen lichter middel heeft opgelegd, waarbij hij zijn medische omstandigheden heeft aangevoerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder voldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiser en dat de belangen van de inbewaringstelling zwaarder wegen dan die van eiser. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.